ECLI:NL:RBALM:2011:BU9187

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/710583-11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overvallen op supermarkten met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich in een periode van zes dagen schuldig heeft gemaakt aan vier gewapende overvallen op verschillende supermarkten in Enschede, waaronder een poging tot diefstal. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld, bedreiging met geweld en afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een mes de medewerkers van de supermarkten heeft bedreigd en hen heeft gedwongen geld af te geven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, wat hoger is dan de eis van de officier van justitie, die vier jaar had gevorderd. Daarnaast heeft de rechtbank de civiele vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, in zijn geheel toegewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het herhalingsgevaar van de verdachte, die eerder al was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft ook de verslavingsproblematiek van de verdachte meegewogen, maar oordeelde dat de verdachte niet bereid was om hulp te zoeken. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting waar de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte zijn gehoord.

Uitspraak

Rechtbank Almelo
Sector strafrecht
Parketnummer: 08/710583-11
Datum vonnis: 23 december 2011
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte],
geboren op [1972] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
nu verblijvende in P.I. Almelo, HvB “De Karelskamp” in Almelo.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 december 2011. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. Hofstee en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in Enschede een viertal gewapende overvallen op verschillende supermarkten heeft gepleegd, waaronder een poging daartoe en heeft geprobeerd geld uit de kassa van een supermarkt te stelen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 06 augustus 2011 te Enschede met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een supermarkt aan het [adres]
heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de Albert Heijn en/of [aangever 1], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte:
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (van korte afstand) aan
die [aangever 1] heeft getoond en/of op die [aangever 1] gericht heeft (gehouden) en/of
- (vervolgens)(meermalen) tegen die [aangever 1] heeft gezegd/geroepen dat zij de
kassa moest openen;
2.
hij op of omstreeks 04 augustus 2011 te Enschede met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een supermarkt aan de [adres],
heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de Albert Heijn en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte:
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (van korte afstand) aan
die [aangever 2] heeft getoond en/of op die [aangever 2] gericht heeft (gehouden) en/of
- (vervolgens) (meermalen) tegen die [aangever 2] heeft gezegd/geroepen dat hij
papiergeld wilde;
3.
hij op of omstreeks 04 augustus 2011 te Enschede ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een winkel aan het [adres] weg te nemen
enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Jumbo Supermarkt en/of
[aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [aangever 4] en/of die [aangever 5], te plegen met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende hij, verdachte,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan die [aangever 4] en/of die
[aangever 5] getoond en/of op die [aangever 4] en/of [aangever 5] gericht (gehouden) en/of
- (vervolgens) (meermalen) tegen die [aangever 4] en/of [aangever 5] gezegd/geroepen:
"geef mij geld" en/of "doe de kassalade open" en/of/althans dat hij geld wilde en/of dat die [aangever 4] en/of [aangever 5] moest(en) opschieten, omdat er
anders ongelukken zouden gebeuren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 04 augustus 2011 te Enschede ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5], te dwingen tot de afgifte van
enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan Jumbo Supermarkt en/of die [aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [aangever 4] en/of die [aangever 5], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende hij, verdachte,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan die [aangever 4] en/of die
[aangever 5] getoond en/of op die [aangever 4] en/of [aangever 5] gericht (gehouden) en/of
- (vervolgens) (meermalen) tegen die [aangever 4] en/of [aangever 5] gezegd/geroepen:
"geef mij geld" en/of "doe de kassalade open" en/of/althans dat hij
geld wilde en/of dat die [aangever 4] en/of [aangever 5] moest(en) opschieten, omdat er anders ongelukken zouden gebeuren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 04 augustus 2011 te Enschede medewerksters van de Jumbo
Supermarkt te weten [aangever 4] en/of [aangever 5] heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft
verdachte opzettelijk dreigend (van korte afstand) een mes, althans een
scherp en/of puntig voorwerp aan die [aangever 4] en/of die [aangever 5] getoond en/of
gericht (gehouden) en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd,
zakelijk weergegeven, dat hij geld wilde en/of dat zij (moest)en opschieten,
omdat er anders ongelukken zouden gebeuren, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 31 juli 2011 te Enschede met het oogmerk om zich en/of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[aangever 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Emte Supermarkt en/of die
[aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte:
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (van korte afstand) aan
die [aangever 6] heeft getoond en/of op die [aangever 6] gericht heeft (gehouden) en/of
- (vervolgens)(meermalen) tegen die [aangever 6] heeft gezegd/geroepen: "dit is een
overval" en/of dat die [aangever 6] al het papiergeld in de tas moest gooien;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 31 juli 2011 te Enschede met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel aan de [adres] heeft
weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Emte Supermarkt en/of [aangever 6], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 6],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte:
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (van korte afstand) aan
die [aangever 6] heeft getoond en/of op die [aangever 6] gericht heeft (gehouden) en/of
- (vervolgens)(meermalen) tegen die [aangever 6] heeft gezegd/geroepen dat zij al
het papiergeld in de tas moest gooien;
5.
hij op of omstreeks 06 augustus 2011 te Enschede ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een supermarkt aan de [adres] weg te nemen
een geldbedrag , geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn en/of [aangever 7] en/of [aangever 8],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
in die supermarkt - in de (onmiddellijke) nabijheid van de kassa en/of
terwijl de kassalade open stond/was , met zijn hand(en) naar, althans in de
richting van, die kassalade gegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd. Ook heeft de officier van justitie gevorderd dat de civiele vordering van de benadeelde partij [aangever 6] moet worden toegewezen. Daarbij heeft zij tevens oplegging gevorderd van de zogenaamde schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 06 augustus 2011 te Enschede met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een supermarkt aan het [adres] heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan de Albert Heijn, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte:
- een mes van korte afstand aan die [aangever 1] heeft getoond en op die [aangever 1] gericht heeft gehouden en
- vervolgens tegen die [aangever 1] heeft gezegd dat zij de kassa moest openen;
2.
hij op 04 augustus 2011 te Enschede met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een supermarkt aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan de Albert Heijn, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte:
- een mes van korte afstand aan die [aangever 2] heeft getoond en op die [aangever 2] gericht heeft gehouden en
- vervolgens tegen die [aangever 2] heeft gezegd dat hij papiergeld wilde;
3.
hij op 04 augustus 2011 te Enschede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel aan het [adres] weg te nemen enig geldbedrag toebehorende aan Jumbo Supermarkt en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [aangever 4] en [aangever 5], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, hebbende hij, verdachte,
- een mes aan die [aangever 4] en die [aangever 5] getoond en op die [aangever 4] en [aangever 5] gericht gehouden en
- vervolgens tegen die [aangever 4] en [aangever 5] gezegd: "geef mij geld" en "doe de kassalade open" en dat hij geld wilde en dat die [aangever 4] en/of [aangever 5] moest(en) opschieten, omdat er anders ongelukken zouden gebeuren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 31 juli 2011 te Enschede met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag toebehorende aan Emte Supermarkt, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte:
- een mes van korte afstand aan die [aangever 6] heeft getoond en op die [aangever 6] gericht heeft gehouden en
- vervolgens tegen die [aangever 6] heeft gezegd: "dit is een overval" en dat die [aangever 6] al het papiergeld in de tas moest gooien;
5.
hij op 06 augustus 2011 te Enschede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een supermarkt aan de [adres] weg te nemen een geldbedrag toebehorende aan de Albert Heijn in die supermarkt in de onmiddellijke nabijheid van de kassa en terwijl de kassalade open stond met zijn handen in de richting van die kassalade gegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing. De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens alleen gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank heeft de eventueel in de bewezenverklaring voorkomende schrijffouten verbeterd. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 45, 310, 312 en 317 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
feit 3 primair
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
feit 4 primair
het misdrijf: afpersing
feit 5
het misdrijf: poging tot diefstal
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich in een tijdsbestek van een week schuldig gemaakt aan een viertal gewapende overvallen, waaronder een poging alsmede aan een poging tot diefstal. Feiten als de onderhavige houden een ingrijpende aantasting in van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en zij ondervinden daarvan nog dagelijks de negatieve gevolgen in de vorm van gevoelens van angst en onzekerheid, zoals uit de schriftelijke slachtofferverklaring van één van de slachtoffers van de overval ook blijkt. Feiten als de onderhavige veroorzaken bovendien onrust en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging en bij het bepalen van de hoogte hiervan allereerst rekening gehouden met de ernst van de bewezen verklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. In dit verband heeft de rechtbank bij haar overwegingen de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting betrokken voor zover die voor onderhavige feiten zijn vastgesteld. Met betrekking tot de overvallen dient de rechtbank te beoordelen van welke mate van geweld sprake is. In de toelichting bij deze oriëntatiepunten staat vermeld dat onder licht geweld wordt verstaan “een enkele duw of ruk zonder noemenswaardig letsel”. Nu in onderhavig geval weliswaar geen sprake is van noemenswaardig letsel, maar bij vier van de vijf gepleegde feiten wel gebruik is gemaakt van een mes, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van “ander geweld”. De rechtbank hanteert dan ook voor de overvallen een uitgangspunt van drie jaren gevangenisstraf onvoorwaardelijk. Daarbij dient bedacht te worden dat deze richtlijn uitgaat van een enkel strafbaar feit. In dit geval gaat het om vijf strafbare feiten waarvan er 4 te kwalificeren zijn als diefstal met geweld c.q. als afpersing.
De rechtbank houdt ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij zich heeft laten leiden door geldelijk gewin en geen respect heeft voor de eigendommen van anderen en zich niets gelegen laat liggen aan de gevoelens van de gedupeerden. Aan verdachte is in het verleden een forse gevangenisstraf opgelegd voor een aantal overvallen, wat hem er niet van heeft weerhouden opnieuw dergelijke feiten te plegen. Daarnaast houdt de rechtbank ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij tegen beter weten in – met uitzondering van de overval op 6 augustus 2011 op de AH-supermarkt aan het [adres] - blijft ontkennen dat hij de overvallen gepleegd heeft. Zoals verdachte zelf ter terechtzitting ook heeft gezegd is zijn drank- en drugsverslaving een gegeven. Verdachte wil geen hulp bij het afkicken van zijn verslavingen, omdat hij dit zelf wel kan. Hierdoor stelt hij zich onbegeleidbaar op en toont hij geen zelfinzicht. Ook heeft verdachte niet mee willen werken aan het opstellen van voorlichtingsrapportages over hem, zodat de rechtbank niet weet of en zo ja welke behandeling geïndiceerd is. Gelet op zijn verslavingsverleden en justitiële documentatie acht de rechtbank het herhalingsgevaar bijzonder groot indien verdachte niet op enigerlei wijze behandeld wordt voor de problemen waarmee hij kampt.
Gelet op de frequentie waarmee de verdachte de feiten heeft gepleegd, de ernst daarvan en mede gezien de weigerachtige opstelling van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat - anders dan de officier van justitie heeft gevorderd - een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar passend en geboden is. Als verdachte niet daadwerkelijk aan zijn problemen wenst te werken om zo het herhalingsgevaar te beperken, rest de rechtbank weinig anders dan verdachte, binnen de grenzen van een redelijke strafrechtstoepassing, zo lang mogelijk uit de samenleving te verwijderen.
9. De schade van benadeelden
9.1 De vordering van de benadeelde partij
[Aangever 6], wonende te [woonplaats] aan de [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.654,00 (zestienhonderd en vier en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit een immateriële schadevergoeding ad € 1.654,00.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit 4 primair rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom geheel toewijzen, inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.2 De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in art. 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 4 primair is toegebracht.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.
Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27 en 57 Sr.
11. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
feit 3 primair
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
feit 4 primair
het misdrijf: afpersing.
feit 5
het misdrijf: poging tot diefstal.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6] van een bedrag van € 1.654,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2011;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 4 primair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.654,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 26 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Bloebaum, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. P.L. Alers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 december 2011.