ECLI:NL:RBALM:2011:BU8431
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verbod openbare verkoop ondanks onderhands bod op te executeren goederen
In deze zaak heeft [eiser] een kort geding aangespannen tegen de Ontvanger van de Belastingdienst Oost, omdat hij een verbod wilde op de aangekondigde openbare verkoop van zijn goederen. De Ontvanger had op 27 oktober 2011 executoriaal beslag gelegd op enkele roerende zaken, waaronder twee auto’s, vanwege belastingschulden van [eiser]. De openbare verkoop was gepland op 14 december 2011. Tijdens de zitting op 12 december 2011 heeft [eiser] zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de Ontvanger werd vertegenwoordigd door mr. J.G.L. Rerink.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Ontvanger bevoegd is om tot executie over te gaan en dat dit in het algemeen belang is voor de invordering van belastingschulden. De rechter oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat het belang van [eiser] bij een verbod op de executie opweegt tegen het belang van de Ontvanger. [Eiser] had eerder uitstel gekregen voor het betalen van zijn belastingschulden, maar had zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden. Bovendien had zijn vader een onderhands bod gedaan om de openbare verkoop te voorkomen, maar de rechter oordeelde dat het aan de Ontvanger was om op dat bod in te gaan.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de Ontvanger niet onrechtmatig had gehandeld en dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid. Het verzoek van [eiser] werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Ontvanger op € 560,- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 13 december 2011 en is uitvoerbaar bij voorraad.