ECLI:NL:RBALM:2011:BU7417

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
30 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
116186 / HA ZA 10-1168
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervallenverklaring en doorhaling van hypotheek en pandrecht

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit meerdere personen, bij de Rechtbank Almelo een verklaring voor recht dat er geen sprake is van een rechtsgeldige borgtocht en een rechtsgeldig gevestigd recht van hypotheek op hun onroerend goed. De eisers stelden dat de overeenkomst van borgtocht en de hypotheek niet rechtsgeldig waren, omdat er geen geldleningsovereenkomst tot stand was gekomen tussen A/B Financiën en JAVA Borne Beheer B.V. De rechtbank diende te beoordelen of het gevestigde recht van pand en hypotheek op de woning van eisers in stand moest blijven of dat dit vervallen verklaard en doorgehaald kon worden. De rechtbank oordeelde dat de borgtocht en het recht van hypotheek als accessoire rechten tenietgingen, omdat er geen rechtsbetrekking bestond tussen A/B Financiën en JAVA Borne Beheer B.V. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eisers tot vervallenverklaring en doorhaling van het recht van hypotheek en pandrecht gegrond was. A/B Financiën werd veroordeeld tot medewerking aan het royement van het recht van hypotheek en de doorhaling van het pandrecht op de inboedel. Tevens werd A/B Financiën in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 116186 / HA ZA 10-1168
datum vonnis: 30 november 2011 (b)
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. [Eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiseres sub 4],
wonende te [woonplaats],
eisers,
hierna te noemen: [eiser sub 1 c.s.],
advocaat mr. D.F. Briedé te Almelo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A/B FINANCIËN B.V.,
gevestigd te Aadorp,
gedaagde,
hierna te noemen A/B Financiën,
advocaat mr. F. Kolkman te Wierden, onttrokken bij brief van 15 november 2011.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 november 2010
- de conclusie van antwoord van 2 maart 2011
- de conclusie van repliek van 8 juni 2011
- de conclusie van dupliek tevens akte overlegging stukken van 31 augustus 2011
- de akte uitlating producties van de zijde van [eiser sub 1 c.s.] van 12 oktober 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [Eiser sub 1 c.s.] is (mede)eigenaar van het pand [adres, postcode, plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], sectie [X] nummer [XXXX] (hierna: de woning).
2.2. Op 31 december 2003 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen enerzijds JAVA Borne Beheer B.V. en haar vertegenwoordigers (hierna JAVA c.s.) en anderzijds A/B Financiën. In deze overeenkomst is opgenomen, voor zover hier van belang:
“Java Borne Beheer BV (…) vertegenwoordigd door en indien van toepassing tevens voor zichzelf in privé [B] (…),
hierna te noemen de geldlener,
en
A/B Financiën BV (…),
wensen hierbij de gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen:
A/B Financiën BV bemiddelt ten behoeve van de geldlener in de financiering van haar bedrijfsmiddelen middels “durfkapitaal” onder voorwaarde van acceptatie door gelduitleners. Zij werft de hiertoe benodigde gelduitleners en stelt de benodigde contracten c.q. verklaringen op, regelt alles m.b.t. de betalingen en dergelijke, administreert de betreffende leningen en draagt zorg voor de formele registratie hiervan. Geldlener is voor bemiddeling aan A/B financiën BV een eenmalige vergoeding verschuldigd ad euro 2.500.
De leningen en bemiddeling geschieden onder de volgende voorwaarden c.q. condities:
* De totale financiering ad euro 130.000 wordt na overleg met de geldlener verstrekt tegen een variabele rente. (…) De rente wordt maandelijks achteraf bijgeschreven op de hoofdsom.
(…)
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de betreffende voorwaarden voor “durfkapitaal”en met terugwerkende kracht tot het moment waarop hieraan niet (meer) wordt voldaan, wordt geacht de geldlening door gelduitleners aan A/B Financiën BV te zijn overgedragen. E.e.a. conform het in de overeenkomst van geldlening met geldlener bepaalde, waarbij geldlener heeft verklaart hiertoe – bij voorbaat – toestemming te geven en alle medewerking hieraan te verlenen en A/B Financiën BV alsdan te aanvaarden als gelduitlener.”
2.3. [Eiser sub 1 c.s.] heeft zich door middel van een – eveneens op 31 december 2003 gesloten – overeenkomst van borgtocht aan A/B Financiën verbonden. In deze overeenkomst is opgenomen, voor zover hier van belang:
“De borg verbindt zich bij deze jegens de schuldeiser als borg tot een maximum van Euro 130.000 (zegge honderddertigduizend euro) voor:
? Java Borne Beheer B.V., gevestigd te Borne, vertegenwoordigd en indien van toepassing tevens voor zichzelf in privé [B], geboren [1979], en [B] (…)
hierna gezamenlijk te noemen schuldenaar,
tot zekerheid voor de betaling van hetgeen de schuldeiser van de schuldenaar te vorderen heeft.
(…)
Tot meerdere zekerheid voor de betaling of de teruggave van al hetgeen schuldenaar, aan de schuldeiser nu of te eniger tijd schuldig mocht zijn of worden uit welke hoofde ook, mag de borg het onroerend goed aan de [adres] te [plaats] niet vervreemden of bezwaren dan na goedkeuring van de schuldeiser. Opbrengst bij vervreemding van dit onroerend goed zal steeds worden gebruikt ter aflossing van hetgeen de schuldenaar aan de schuldeiser schuldig is, tenzij anders wordt overeengekomen.
De borg geeft onherroepelijk volmacht aan de schuldeiser, zulks met de bevoegdheid voor schuldeiser een ander voor zich in de plaats te stellen, om op zijn naam, doch voor rekening van de borg, desgewenst het recht van hypotheek te vestigen, ook ten behoeve van zichzelf.
(…)
Tot meerdere zekerheid voor de betaling of de teruggave van al hetgeen schuldenaar, aan de schuldeiser nu of te eniger tijd schuldig mocht zijn of worden uit welke hoofde ook, verklaart de borg het onroerend goed aan de [adres] te [plaats] per direct te ontruimen, indien en zodra de schuldeiser de borg aanspreekt uit hoofde van deze overeenkomst van borgtocht.”
2.4. Tevens op 31 december 2003 is een (derde) recht van hypotheek gevestigd op de woning waarbij tevens een pandrecht is opgenomen voor de roerende goederen behorende bij de woning. [eiser sub 1 c.s.] staat (onder andere) vermeld als schuldenaar en A/B Financiën als schuldeiser. In de hypotheekakte staat verder nog vermeld, voor zover hier van belang:
“De comparanten verklaarden dat tussen de schuldeiser en de hierna te omschrijven schuldenaren van een bepaalde schuldverhouding sprake is of kan zijn, op grond waarvan de schuldenaar jegens de schuldeiser tot enige betaling verplicht is of wordt.
(…)
Zij strekken tot zekerheid voor de betaling van al wat de schuldeiser heeft of krijgt te vorderen van de schuldenaar, te weten:
- ieder van de comparanten onder 1 tot en met 4, in privé;
(…)
- Java Borne Beheer B.V;
(…)
allen statutair gevestigd te Borne,
zowel van hen tezamen als van ieder van hen afzonderlijk,
- wegens geldlening, doch óók uit andere hoofde, onverschillig de oorzaak, en zowel nu als later, alles tot een hoofdsom groot:
€ 150.000,00 (eenhonderd vijftigduizend euro)
- rente en boete en de door de schuldeiser voor rekening van de schuldenaar en/of tot behoud en ter uitoefening van zijn rechten gemaakte kosten tezamen tot een maximum van € 90.000,00 (negentigduizend euro).”
2.5. JAVA Borne Beheer B.V. is op 16 september 2009 door een uitspraak van deze rechtbank failliet verklaard. Haar bestuurder, de heer [B], is op 9 juni 2010 door dezelfde rechtbank failliet verklaard.
3. Het geschil
3.1. [Eiser sub 1 c.s.] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
primair
? voor recht te verklaren dat van een rechtsgeldige borgtocht en een rechtsgeldig gevestigd recht van hypotheek geen sprake is met veroordeling van A/B Financiën tot het verlenen van medewerking aan het royement van het recht van hypotheek, rustende op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], (de rechtbank leest) Sectie [X], nummer [XXXX], als ook tot doorhaling / vervallenverklaring van het pandrecht op de inboedel en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van voornoemde medewerking, indien A/B Financiën weigerachtig blijft haar medewerking te verlenen met machtiging op [eiser sub 1 c.s.] om een afschrift van dit vonnis te dien inschrijven in de openbare registers;
subsidiair
? voor recht te verklaren dat de borgtocht is verjaard en het recht van hypotheek is vervallen met veroordeling van A/B Financiën tot het verlenen van medewerking aan het royement van het recht van hypotheek, rustende op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], (de rechtbank leest) Sectie [X], nummer [XXXX], als ook tot doorhaling / vervallenverklaring van het pandrecht op de inboedel en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van voornoemde medewerking, indien A/B Financiën weigerachtig blijft haar medewerking te verlenen met machtiging op [eiser sub 1 c.s.] om een afschrift van dit vonnis te doen inschrijven in de openbare registers;
meer subsidiair
? voor recht te verklaren dat [eiser sub 1 c.s.] de borgtocht wegens dwaling heeft vernietigd en de hypotheek is vervallen met veroordeling van A/B Financiën tot het verlenen van medewerking aan het royement van het recht van hypotheek, rustende op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], (de rechtbank leest) Sectie [X], nummer [XXXX], als ook tot doorhaling / vervallenverklaring van het pandrecht op de inboedel en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van voornoemde medewerking, indien A/B Financiën weigerachtig blijft haar medewerking te verlenen met machtiging op [eiser sub 1 c.s.] om een afschrift van dit vonnis te doen inschrijven in de openbare registers;
uiterst subsidiair
? voor recht te verklaren dat A/B Financiën tegenover [eiser sub 1 c.s.] onrechtmatig heeft gehandeld dan wel ernstig tegenover hem toerekenbaar tekort is geschoten, de borgtocht te ontbinden met veroordeling van A/B Financiën tot het verlenen van medewerking aan het royement van het recht van hypotheek, rustende op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], (de rechtbank leest) Sectie [X], nummer [XXXX], als ook tot doorhaling / vervallenverklaring van het pandrecht op de inboedel en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van voornoemde medewerking, indien A/B Financiën weigerachtig blijft haar medewerking te verlenen met machtiging op [eiser sub 1 c.s.] om een afschrift van dit vonnis te dien inschrijven in de openbare registers.
3.2. Aan zijn vordering legt hij – kort samengevat – primair ten grondslag dat geen sprake is van een overeenkomst van geldlening tussen A/B Financiën en JAVA c.s.. In de overeenkomst van 31 december 2003 staat A/B Financiën als bemiddelaar (en dus niet als gelduitlener) tussen JAVA c.s. en de gelduitleners. A/B Financiën heeft bemiddeld voor een financiering voor het aantrekken van durfkapitaal. De borgstelling is een accessoir recht en is afhankelijk van het bestaan van een ander recht. Omdat geen sprake is van een geldige geldlening, kan evenmin sprake zijn van een geldige borgstelling door [eiser sub 1 c.s.] en is eveneens het hypotheekrecht ten onrechte gevestigd. Subsidiair heeft [eiser sub 1 c.s.] betoogd dat de bemiddelingsovereenkomst is verjaard omdat A/B Financiën al vanaf 18 januari 2005 stil zit. Omdat de bemiddelingsovereenkomst is verjaard, treft de borgstelling vanwege het accessoire karakter hetzelfde lot zodat de rechtsgrond aan het recht van hypotheek is komen te ontvallen.
Meer subsidiair heeft [eiser sub 1 c.s.] aangevoerd dat de borgstelling en het recht van pand en hypotheek zijn gesloten vanwege de door A/B Financiën gegeven onjuiste voorstelling van zaken dat tussen A/B Financiën en JAVA c.s. een schuldverhouding zou bestaan. Indien [eiser sub 1 c.s.] had geweten dat A/B Financiën geen enkel financieel risico liep ten aanzien van de terugbetaling door JAVA c.s. was [eiser sub 1 c.s.] de borgstelling niet – of in ieder geval niet onder dezelfde voorwaarden – overeengekomen en had hij evenmin ingestemd met het vestigen van een hypotheek op het bedoelde woonhuis en het pandrecht op de roerende zaken.
Ten slotte heeft [eiser sub 1 c.s.] gesteld dat A/B Financiën onrechtmatig heeft gehandeld door krediet(bemiddeling) aan te bieden zonder daarvoor een vergunning te bezitten in de zin van de Wet financieel toezicht. Dit leidt tot de gevolgtrekking dat het sluiten van een borgtochtovereenkomst en het ter meerdere zekerheid vestigen van een hypotheekrecht en een pandrecht eveneens onrechtmatig is. Het is in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid dat A/B Financiën aan het financiële rechtsverkeer deelneemt zonder de daarvoor vereiste vergunning.
3.3. A/B Financiën voert verweer en heeft hierbij – kort samengevat – aangevoerd dat er wel degelijk een overeenkomst van geldlening tussen JAVA c.s. en A/B Financiën tot stand is gekomen, immers, krachtens de overeenkomst van 31 december 2003 heeft A/B Financiën als gelduitlener een geldsom van € 130.000,00 aan JAVA c.s. verstrekt tegen een vergoeding van een variabele rente van 6% per jaar op maandelijkse basis.
De uitbetaling van voornoemd bedrag heeft op 31 december 2003 plaatsgevonden nadat [eiser sub 1 c.s.] recht van hypotheek heeft verleend op een – ten dele – aan hem toebehorend woonhuis.
Tevens is geen sprake van verjaring omdat volgens artikel 3:323 lid 3 BW een vordering tot nakoming van een verbintenis tot zekerheid waarvan een hypotheek strekt, niet verjaart voordat twintig jaren zijn verstreken na de dag volgend op de dag dat het recht van hypotheek is gesloten. Het door [eiser sub 1 c.s.] aan A/B Financiën verstrekte hypotheekrecht verjaart daarom pas 20 jaar na 31 december 2003. Deze termijn is nog lang niet verstreken zodat van verjaring geen sprake is.
Eveneens heeft A/B Financiën weersproken dat [eiser sub 1 c.s.] heeft gedwaald ten aanzien de overeenkomst van borgtocht en het vestigen van pand en hypotheek op de woning.
Tot slot heeft zij nog weersproken dat zij onrechtmatig heeft gehandeld.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Deze zaak spitst zich toe op de vraag of gevestigde recht van pand en hypotheek op de zaken en de woning van [eiser sub 1 c.s.] in stand dient te blijven, of dat dit vervallen verklaard en doorgehaald kan worden. [eiser sub 1 c.s.] heeft zijn vordering tot vervallenverklaring en doorhaling gegrond op kort gezegd vier stellingen. Om de onderliggende vraag te beantwoorden, zal de rechtbank allereerst vaststellen wat partijen onderling zijn overeengekomen met betrekking tot de vestiging van het recht van pand en hypotheek op de woning. Hierbij zal vastgesteld moeten worden tot zekerheid van welke (toekomstige) vordering(en) de beperkte rechten van pand en hypotheek strekken. Gelet op het bepaalde in artikel 3:7 BW kunnen beperkte rechten als pand en hypotheek slechts bestaan in het geval sprake is van (een) vordering(en) tot zekerheid waarvan het gevestigde recht van pand en hypotheek strekt. Bij teniet gaan van deze vordering(en) gaat ook het recht van pand en hypotheek teniet in welk geval het recht van hypotheek doorgehaald en verwijderd kan worden.
4.2. Artikel 3:231 lid 2 BW bepaalt dat de vordering waarvoor pand of hypotheek wordt gegeven, voldoende bepaalbaar moet zijn.
Voor de beantwoording van de vraag op welke vordering(en) in deze zaak pand en hypotheek is gegeven, zal de rechtbank niet alleen hebben te kijken naar de zuiver taalkundige uitleg van de hypotheekakte, maar komt het eveneens aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkanders verklaringen en gedragingen en aan de bepalingen van dat geschrift mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 - Haviltex). Voorts volgt uit HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 (DSM / Fox) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben.
4.3. Uit de door partijen over en weer geschetste gang van zaken volgt dat JAVA c.s. en A/B Financiën een overeenkomst zijn aangegaan ten gevolge waarvan JAVA c.s. een bedrag van € 130.000,00 ter beschikking heeft gekregen van of via A/B Financiën.
Tussen partijen is eveneens niet in geschil dat [eiser sub 1 c.s.] zich als borg met A/B Financiën heeft verbonden ten aanzien van de tussen A/B Financiën en JAVA c.s. gesloten overeenkomst tot een maximum bedrag van € 130.000,00. Slechts in het geval JAVA c.s. als hoofdschuldenaar haar verplichtingen ten opzichte van A/B Financiën niet nakomt, staat [eiser sub 1 c.s.] in voor de nakoming van voornoemde overeenkomst.
Zoals volgt uit de borgstellingsovereenkomst heeft A/B Financiën, ter meerdere zekerheid van de nakoming van deze overeenkomst door [eiser sub 1 c.s.], eveneens bedongen dat een recht van hypotheek kan worden gevestigd op de woning. Daarnaast heeft [eiser sub 1 c.s.] door ondertekening van de borgtocht eveneens toegestemd direct de woning te ontruimen in het geval A/B Financiën hem aanspreekt tot voldoening van een schuld die voort komt uit de overeenkomst van borgtocht.
4.4. Uit deze feiten en omstandigheden vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort dat het recht van pand en hypotheek – zoals vastgelegd in de hypotheekakte d.d. 31 december 2003 – slechts ter aanvullende zekerheid is gevestigd tot nakoming van een uit de borgstellingsovereenkomst voortvloeiende vordering van A/B Financiën op [eiser sub 1 c.s.].
Weliswaar is in de hypotheekakte eveneens JAVA c.s. als schuldenaar opgenomen en strekt deze blijkens haar bewoordingen ter zekerheid voor de betaling van al wat de schuldeiser heeft of krijgt te vorderen van de schuldenaar, echter hieraan dient, anders dan A/B Financiën heeft betoogd, in het licht van voormelde gang van zaken niet de conclusie verbonden te worden dat partijen het recht van hypotheek hebben gevestigd op iedere vordering die A/B Financiën op JAVA c.s. heeft of zou verkrijgen. Los van de vraag of voldoende bepaalbaar is welke vordering(en) dit zou betreffen, druist het in tegen de door [eiser sub 1 c.s.] en A/B Financiën overeengekomen constructie van borgtocht en het daaraan koppelen van hypothecaire zekerheid. Immers, A/B Financiën – zelfverklaard aanbieder van hypothecair en consumptief krediet – heeft klaarblijkelijk het risico dat zij liep (te weten dat de borg niet zou kunnen nakomen op het moment dat hij zou worden aangesproken tot nakoming van hetgeen A/B Financiën van JAVA c.s. te vorderen heeft) willen afdekken met het recht van pand en hypotheek op de woning van [eiser sub 1 c.s.].
4.5. Gelet op de primaire vordering van [eiser sub 1 c.s.] verschillen partijen van inzicht over de vraag hoe de overeenkomst tussen JAVA c.s. en A/B Financiën gekwalificeerd kan worden.
De rechtbank volgt het betoog van [eiser sub 1 c.s.] dat tussen JAVA c.s. en A/B Financiën geen geldleningsovereenkomst tot stand is gekomen en overweegt hiertoe als volgt. Zoals [eiser sub 1 c.s.] terecht heeft aangevoerd volgt uit de bewoordingen van de overeenkomst dat JAVA c.s. en A/B Financiën een bemiddelingsovereenkomst zijn aangegaan waarbij laatstgenoemde zich heeft verplicht tot het “werven van benodigde gelduitleners, het opstellen van de benodigde contracten en verklaringen en het regelen van de verschillende werkzaamheden met betrekking de betalingen en administratie van de verschillende leningen”. Voor deze werkzaamheden heeft JAVA c.s. een provisie betaald, zoals door [eiser sub 1 c.s.] onweersproken is gesteld.
In de overeenkomst zijn JAVA c.s. en A/B Financiën als voorwaarde overeengekomen dat “slechts in het geval er wijzigingen komen in de regeling met betrekking tot “durfkapitaal”, A/B Financiën zich in de plaats stelt van de gelduitleners”. Dit is naar oordeel van de rechtbank een opschortende voorwaarde waaronder de bemiddelingsovereenkomst omgezet wordt in een geldleningsovereenkomst tussen JAVA c.s. en A/B Financiën.
4.6. Uit de stellingen van partijen blijkt niet dat op enig moment zich een wijziging heeft voorgedaan in de regeling van het “durfkapitaal” zodat vastgesteld kan worden dat geen sprake is van vervulling van de opschortende voorwaarde. Dit leidt tot de conclusie dat tussen JAVA c.s. en A/B Financiën – tot het moment van het faillissement van JAVA c.s. – slechts sprake is geweest van een bemiddelingsovereenkomst en niet van een geldleningsovereenkomst.
4.7. Nu uit de bemiddelingsovereenkomst tussen A/B Financiën en JAVA c.s. geen rechtsbetrekking tot stand is gekomen waar de borgtocht van [eiser sub 1 c.s.] zekerheid voor biedt, terwijl A/B Financiën in haar conclusie van dupliek onder 6 heeft gesteld dat er geen andere overeenkomsten zijn gesloten tussen A/B Financiën en JAVA c.s., stelt de rechtbank vast dat er geen rechtsbetrekking bestaat of – gelet op het faillissement van JAVA c.s. – nog zal ontstaan ten aanzien waarvan de borgtocht zekerheid stelt.
Bij gebreke van een zodanige rechtsbetrekking gaat de borgtocht als accessoir recht teniet zodat eveneens het aan de borgtocht gekoppelde recht van pand en hypotheek teniet gaat.
4.8. De door [eiser sub 1 c.s.] primair gevorderde verklaring voor recht dat geen sprake is van een rechtsgeldige borgtocht en een rechtsgeldig gevestigd recht van hypotheek zal daarom toegewezen worden zodat de overige stellingen van partijen geen verdere bespreking meer behoeven.
A/B Financiën zal veroordeeld worden om medewerking te verlenen aan het royement van het recht van hypotheek op de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] en de doorhaling van het pandrecht op de inboedel van de woning. Voor het geval zij hieraan geen medewerking verleent, zal de rechtbank [eiser sub 1 c.s.] machtigen om een afschrift van dit vonnis daartoe in de openbare registers in te schrijven. De rechtbank zal hierbij bepalen dat A/B Financiën binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis haar medewerking dient te verlenen.
4.9. A/B Financiën zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser sub 1 c.s.] worden begroot op:
- dagvaarding € 87,93
- griffierecht 255,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.246,93
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat geen sprake is van een rechtsgeldige borgtocht en een rechtsgeldig gevestigd recht van hypotheek;
5.2. veroordeelt A/B Financiën tot medewerking aan het royement van het recht van hypotheek, rustende op de onroerende zaak aan de [adres], [plaats], kadastraal bekend gemeente [naam], sectie [X], nummer [XXXX];
5.3. veroordeelt A/B Financiën tot medewerking aan de doorhaling van het pandrecht op de inboedel bijhorende bij de onder 5.2 omschreven onroerende zaak;
5.4. machtigt [eiser sub 1 c.s.] om een afschrift van dit vonnis in te schrijven in de openbare registers indien A/B Financiën niet binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis meewerkt aan de veroordeling onder sub 5.2 en 5.3;
5.5. veroordeelt A/B Financiën in de proceskosten, aan de zijde van [eiser sub 1 c.s.] tot op heden begroot op € 1.246,93;
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op woensdag 30 november 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.