ECLI:NL:RBALM:2011:BU5849
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.R.K. Valk
- Rechtspraak.nl
Beëindigingsovereenkomst en transfervergoeding van een profvoetballer
In deze zaak vorderde een professionele voetballer, hierna [eiser], betaling van een bedrag van € 140.000,-- van zijn werkgever, FC Twente ’65 B.V. (hierna: FC Twente), in verband met een beëindigingsovereenkomst en zijn aandeel in de transfervergoeding bij zijn overgang naar Wigan Athletic. [Eiser] had op 2 september 2008 een arbeidsovereenkomst met FC Twente gesloten voor vier seizoenen. In de arbeidsovereenkomst was opgenomen dat bij beëindiging met wederzijds goedvinden de speler recht had op een bruto aandeel van 10% van een eventuele transfervergoeding boven de € 2.000.000,--. Na onderhandelingen tussen FC Twente en Wigan over de transfer van [eiser], werd er een bedrag van € 3.500.000,-- overeengekomen. [Eiser] had echter een concept beëindigingsovereenkomst ontvangen waarin slechts € 10.000,-- als aandeel in de transfervergoeding werd aangeboden, wat hij weigerde te ondertekenen.
De kantonrechter oordeelde dat FC Twente gehouden was de gehele aan [eiser] toekomende transfervergoeding te betalen, omdat er geen schriftelijke afwijking van de arbeidsovereenkomst was overeengekomen. De rechter wees het verweer van FC Twente af, dat de wijziging van de overeenkomst niet schriftelijk was vastgelegd. De kantonrechter benadrukte dat de rechten van de werknemer in het Nederlandse arbeidsrecht serieus genomen moeten worden en dat de schriftelijkheidsvereiste niet zomaar terzijde geschoven kon worden. De vordering van [eiser] werd toegewezen, met de wettelijke rente vanaf de datum waarop Wigan de betaling aan FC Twente zou doen, en FC Twente werd veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis werd uitgesproken op 22 november 2011 door mr. H.R.K. Valk, kantonrechter, in het openbaar in Enschede.