1. In deze zaak staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of blijkend uit niet-betwiste producties het volgende vast:
a. Op 25 oktober 2004 heeft [gedaagde], in de persoon van de heer [X] -verder te noemen [X] -, de vrijstaande woning, staande en gelegen aan de [adres] te Mariënberg -verder te noemen de woning- getaxeerd in opdracht van de heer [Y] en zijn echtgenote -verder in mannelijk enkelvoud te noemen [Y].
b. Het doel van de taxatie was om inzicht te verstrekken in de waarde van de woning ten behoeve van een beoordeling van een aanvraag van een hypothecaire geldlening door [Y] bij Obvion.
c. Op 26 oktober 2004 heeft [X] zijn taxatierapport uitgebracht. De onderhandse verkoopwaarde van de woning vrij van huur en gebruik is daarbij getaxeerd op een bedrag van € 325.000,-- en de executiewaarde, vrij van huur en gebruik, op een bedrag van
€ 292.000,--. Voorts is de onderhandse verkoopwaarde van de woning vrij van huur en gebruik na verbouwing getaxeerd op een bedrag van € 365.000,-- en de executiewaarde, vrij van huur en gebruik, na verbouwing op een bedrag van € 328.000,--.
d. Onder 'N. Nieuwbouw, Verbouwing, Verbetering' op pagina 6 van het taxatierapport van [X] is weergegeven dat er sprake is van verbouwings-, verbeterings- en/of onderhoudswerkzaamheden dan wel concrete plannen daartoe, waarbij als belangrijkste werkzaamheden zijn genoemd:
“-Plaatsen nieuwe keuken
-Woning opnieuw stucadoren
- 2x Badkamer vernieuwen
-Opnieuw aanleggen van de tuin
-Kelder lekdicht maken”
Uit dit onderdeel van het taxatierapport volgt voorts dat ten tijde van het uitbrengen van het taxatierapport de werkzaamheden nog moeten aanvangen, waarbij het bedrag dat betrokkene aan de werkzaamheden denkt te besteden is gesteld op 'circa € 60.000,--'.
e. Onder 'L. Onderbouwing waardeoordeel' op pagina 6 van het taxatierapport is het volgende opgenomen:
"1. Toegepaste methodiek
De onderhavige waardering is mede gebaseerd op:
- objectvergelijking : Ja, en wel aldus: via uitwisselingssysteem Landelijke Makelaars Vereniging
- tevens : inhoudsberekening x bouwkosten en grondwaarde."
f. Onder 'H. Omschrijving object en omgeving' op pagina 4 van het taxatierapport is onder
'1. sub f. Indicatie woonoppervlakte en inhoud' het volgende opgenomen:
''Woonoppervlakte: 180 m2
Inhoud: 830 m3”.
g. [Y] heeft het woonhuis op 19 november 2004 in eigendom verkregen voor een koopsom van € 286.500,--.
h. Op 18 november 2004 is de hypotheekakte verleden, waarbij Obvion geldgever en [Y] geldnemer was. De geldlening bedroeg € 400.000,--, waarin begrepen een bouwdepot van € 35.000,--.
i. In 2006 heeft [gedaagde] het woonhuis in de verkoop gehad. Tot een verkoop is het evenwel niet gekomen.
j. Nadat [Y] in verzuim was geraakt in de nakoming van de verplichtingen jegens Obvion voortvloeiende uit de verstrekte hypothecaire geldlening, is Obvion tot opeising van de lening en uiteindelijk tot executie van het woonhuis overgegaan.
k. Met het oog op de openbare verkoop heeft Obvion op 13 februari 2008 aan [Z] -verder te noemen [Z] - opdracht gegeven om het woonhuis te taxeren. Op 25 februari 2008 heeft [Z] een geveltaxatie uitgebracht, waarin een onderhandse verkoopwaarde wordt genoemd van € 275.000,-- en een executiewaarde van € 245.000,--. [Z] komt tot een woonoppervlakte van 225 m2 en een inhoud van 710 m3.
l. In juli 2008 is de woning doorverkocht aan een particulier voor € 270.000,--.
m. Bij brief van 5 augustus 2008 heeft Obvion aan [Y] bericht dat hun woning op de veiling € 245.000,-- heeft opgebracht en dat na aftrek van de netto veilingopbrengst van de totale hypothecaire schuld van € 416.603,19, inclusief achterstand van € 16.856,84, een restschuld van € 171.611,28 overbleef.
n. Obvion heeft tot op heden tevergeefs getracht deze restschuld bij [Y] te incasseren. [Y] is failliet verklaard en het faillissement is inmiddels opgeheven bij gebrek aan baten.
o. Obvion heeft aangifte tegen [Y] gedaan wegens bouwfraude.
p. Bij brief van 18 februari 2010 heeft Obvion [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade. Al eerder, bij brief van 3 februari 2010, heeft Obvion aan [gedaagde] bericht dat de verbouwing door [Y] nooit is uitgevoerd.
q. In de hierop volgende periode wordt gecorrespondeerd door Obvion en later haar raadsman enerzijds met [gedaagde]/ haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar BAVAM.
r. Bij brief van 27 december 2010 schrijft de raadsman van Obvion aan BAVAM onder meer het volgende:
"Bij brief d.d. 18 februari 2010 heeft cliënte uw verzekerde aansprakelijk gesteld. Zijn taxatierapport vermeldt namelijk een inhoud van 830 m3, terwijl uit het Kadaster een inhoud van 640 m3 blijkt. Gezien vorenstaande, heeft uw verzekerde de woning te hoog gewaardeerd.
Uw verzekerde verweert zich met de stelling dat de door hem genoemde inhoud inclusief bijgebouwen en de kelder onder, naast en achter de woning is. Om van deze discussie af te zijn, heeft cliënte [V] opdracht gegeven om een tegentaxatie te doen, die u als bijlage aantreft."
s. [V] -verder te noemen [V]- heeft op 13 november 2010 haar rapport uitgebracht en heeft het woonhuis per opnamedatum getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik, van € 322.500,-- en op een executiewaarde vrij van huur en gebruik van € 275.000,--.
t. Onder 'O. Nadere mededelingen' van het taxatierapport van [V] is onder meer het volgende opgenomen:
" Waardeberekening [adres] te Mariënberg op 13-11-2010.
Woning m3 € €