ECLI:NL:RBALM:2011:BT2026
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th. Hekker
- Rechtspraak.nl
Verklaring derdenbeslag en proceskosten in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de besloten vennootschap Hollandsche Disconto Voorschotbank B.V. (hierna: de Voorschotbank) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die niet bij naam is genoemd in het vonnis. De zaak betreft een verklaring derdenbeslag, waarbij de Voorschotbank op 20 april 2010 beslag heeft gelegd op hetgeen de gedaagde verschuldigd is aan de hypotheekschuldenaren. De gedaagde heeft verzuimd om tijdig de vereiste verklaring derdenbeslag af te leggen, wat de Voorschotbank het recht gaf om betaling te vorderen van het bedrag waarvoor het beslag was gelegd, te weten € 63.120,31, vermeerderd met wettelijke rente.
De gedaagde heeft echter op 5 november 2010 alsnog een verklaring derdenbeslag ingediend, wat volgens de rechtbank de grondslag voor de vordering van de Voorschotbank heeft doen vervallen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde, door alsnog de verklaring af te leggen, kan voorkomen dat hij wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor het beslag is gelegd. De Voorschotbank betwist de juistheid van de verklaring van de gedaagde, maar de rechtbank stelt vast dat de gedaagde niet meer verplicht was om de verklaring tijdig af te leggen, omdat hij dit alsnog heeft gedaan.
De rechtbank heeft de vordering van de Voorschotbank tot betaling van € 63.120,31 afgewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten die door de Voorschotbank zijn gemaakt, omdat deze kosten nodeloos zijn veroorzaakt door het verzuim van de gedaagde om de verklaring tijdig af te leggen. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 2.153,93. De rechtbank heeft verder bepaald dat ieder van de partijen zijn eigen proceskosten draagt voor zover niet anders is beslist. Het vonnis is uitgesproken op 31 augustus 2011 door mr. Th. Hekker in aanwezigheid van de griffier.