ECLI:NL:RBALM:2011:BR4274
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod van levering nutsvoorzieningen en betaling van onverschuldigde bedragen
In deze zaak vorderde eiser, eigenaar van een vakantiewoning, dat gedaagde, de besloten vennootschap Het Hogeveld B.V., zou worden verboden de levering van nutsvoorzieningen te beletten en dat gedaagde een bedrag van € 15.806,95 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser stelde dat gedaagde onterecht de energievoorziening had afgesloten vanwege onbetaalde facturen van nutsvoorzieningen uit 2009 en 2010. Gedaagde betwistte de vorderingen en stelde dat eiser in gebreke was gebleven met de betaling van de facturen. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser de vordering van gedaagde had erkend in een eerdere brief en dat gedaagde gerechtigd was de levering van nutsvoorzieningen op te schorten. De vordering tot betaling van onverschuldigde bedragen werd afgewezen, omdat eiser niet had aangetoond dat hij deze bedragen onterecht had betaald. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij de vordering van eiser en dat hij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagde werden begroot op € 1.087,00. Het vonnis werd uitgesproken op 4 augustus 2011.