ECLI:NL:RBALM:2011:BR3873

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
28 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121987 / KG ZA 11-155
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verbod op onterechte beschuldiging van betalingsverplichting in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 28 juli 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde dat [gedaagde] zou worden verboden om hem onterecht te beschuldigen van het niet voldoen aan zijn betalingsverplichting, specifiek met betrekking tot de alimentatie voor de kinderen, zoals vastgesteld in een eerdere beschikking van de rechtbank Almelo. De vordering was gericht op het verkrijgen van een verbod op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere overtreding van dit verbod, alsook op vergoeding van de proceskosten.

Tijdens de zitting op 26 juli 2011 is gebleken dat [eiser] de alimentatie weliswaar heeft betaald, maar vaak te laat. [Gedaagde] heeft erkend dat zij niet zorgvuldig is geweest in het melden van achterstanden bij het LBIO. Beide partijen hebben ter zitting toezeggingen gedaan om hun verplichtingen beter na te komen. [Eiser] heeft beloofd om de alimentatie voortaan tijdig te betalen via automatische overboeking, terwijl [gedaagde] heeft toegezegd beter te controleren of betalingen zijn ontvangen voordat zij een achterstand meldt.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de toezeggingen van beide partijen, de vordering van [eiser] onredelijk lijkt en heeft deze afgewezen. Tevens is besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met geschillen tussen ex-echtelieden, waarbij beide partijen verantwoordelijk worden gehouden voor hun handelen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 121987 / KG ZA 11-155
datum vonnis: 28 juli 2011 (jm)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. N. Brands te Goor,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. P.F. Wolbers te Delden.
Het procesverloop
[Eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 26 juli 2011. Ter zitting zijn verschenen: [eiser] vergezeld door mr. Brands en de heer [M] voor [gedaagde] vergezeld door
mr. Wolbers. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij dagvaarding vordert [eiser], voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en op alle dagen en uren, dat de voorzieningenrechter [gedaagde] zal verbieden om [eiser] onterecht te beschuldigen van het niet voldoen aan zijn betalingsverplichting, te weten het voldoen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, zoals vastgesteld in de beschikking van de rechtbank Almelo van 14 december 2005, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat zij dit verbod overtreedt, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom. Tevens vordert [eiser] dat de voorzieningenrechter [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van dit geding, zomede met voorwaardelijke veroordeling van [gedaagde] in de wettelijke rente over de uit te spreken kostenveroordeling, indien en voor zover betaling van de proceskosten niet binnen twee dagen na betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden.
2. Uit de inhoud van de stukken en het besprokene ter zitting is gebleken dat [eiser] de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (hierna ook alimentatie) wel heeft betaald, echter vrijwel steeds te laat heeft betaald. Tevens is ter zitting vastgesteld dat [gedaagde] niet zorgvuldig is geweest in het maken van een achterstandsmelding bij het LBIO.
3. [Eiser] heeft ter zitting toegezegd dat hij zijn verplichting om de door hem aan [gedaagde] maandelijks verschuldigde alimentatie steeds bij vooruitbetaling te voldoen, vanaf heden zal nakomen door een automatische periodieke overboeking te maken van het maandelijks aan [gedaagde] aan alimentatie te betalen bedrag, zodat automatisch vóór of op elke 27e van de maand de alimentatie van zijn rekening naar de rekening van [gedaagde] zal worden overgeboekt.
4. Ter zitting heeft [M] namens [gedaagde] toegezegd dat [gedaagde] voortaan beter oplet en zorgvuldiger controleert of zij een betaling van [eiser] heeft ontvangen of niet voordat zij bij het LBIO een melding maakt dat er sprake is van een achterstand in de betaling van de alimentatie.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat nu partijen bovenstaande hebben toegezegd na te komen, de vordering van [eiser] voor nu onredelijk voorkomt zodat deze dient te worden afgewezen.
6. Nu beide partijen wat betreft hun handelingen in deze zaak een verwijt valt te maken ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om af te wijken van de standaard regel dat de proceskosten in een zaak tussen ex-echtelieden zullen worden gecompenseerd.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vorderingen af.
II. Compenseert de kosten van dit geding in zoverre dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. U. van Houten, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juli 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.