ECLI:NL:RBALM:2011:BR3873
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verbod op onterechte beschuldiging van betalingsverplichting in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 28 juli 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde dat [gedaagde] zou worden verboden om hem onterecht te beschuldigen van het niet voldoen aan zijn betalingsverplichting, specifiek met betrekking tot de alimentatie voor de kinderen, zoals vastgesteld in een eerdere beschikking van de rechtbank Almelo. De vordering was gericht op het verkrijgen van een verbod op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere overtreding van dit verbod, alsook op vergoeding van de proceskosten.
Tijdens de zitting op 26 juli 2011 is gebleken dat [eiser] de alimentatie weliswaar heeft betaald, maar vaak te laat. [Gedaagde] heeft erkend dat zij niet zorgvuldig is geweest in het melden van achterstanden bij het LBIO. Beide partijen hebben ter zitting toezeggingen gedaan om hun verplichtingen beter na te komen. [Eiser] heeft beloofd om de alimentatie voortaan tijdig te betalen via automatische overboeking, terwijl [gedaagde] heeft toegezegd beter te controleren of betalingen zijn ontvangen voordat zij een achterstand meldt.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de toezeggingen van beide partijen, de vordering van [eiser] onredelijk lijkt en heeft deze afgewezen. Tevens is besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met geschillen tussen ex-echtelieden, waarbij beide partijen verantwoordelijk worden gehouden voor hun handelen.