ECLI:NL:RBALM:2011:BQ8154

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
8 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
120429 / KG ZA 11-101
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van eiser door gebrekkige betekening aan buitenlandse gedaagde

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, is eiser [eiser] een kort geding gestart tegen de vennootschap Combined, gevestigd in Wiesbaden, Duitsland. De zaak is behandeld op 6 juni 2011, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.C. Hoogendam. De gedaagde, Combined, is echter niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak de vraag moeten beantwoorden of de betekening van de dagvaarding aan Combined op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op 27 mei 2011 is verzonden aan de door Duitsland aangewezen ontvangende instantie, het Ambtsgericht Wiesbaden. Echter, het certificaat van betekening, dat volgens de Europese betekeningsverordening vereist is, ontbreekt. Hierdoor is niet aannemelijk geworden dat de betekening overeenkomstig de voorschriften heeft plaatsgevonden en dat Combined tijdig op de hoogte is gesteld van de rechtszaak.

Gelet op het ontbreken van het certificaat van betekening en de daarmee samenhangende gebreken, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat hij geen verstek kan verlenen. Dit heeft geleid tot de beslissing om eiser niet ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. Het vonnis is uitgesproken op 8 juni 2011, waarbij de voorzieningenrechter de zaak heeft afgedaan zonder dat de gedaagde in rechte is verschenen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 120429 / KG ZA 11-101
datum vonnis: 8 juni 2011 (jm)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. M.C. Hoogendam,
tegen
de vennootschap naar buitenlandsrecht
Combined Verenigde Verzekeringsmaatschappij van Duitsland,
gevestigd te Wiesbaden, Duitsland,
gedaagde,
verder te noemen Combined,
niet verschenen.
Het procesverloop
Combined is te dienende dage niet in rechte verschenen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 6 juni 2011. Ter zitting zijn verschenen: [eiser] vergezeld door mr. Hoogendam.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. De voorzieningenrechter heeft verlof verleend voor het dagvaarden tegen een verkorte dagvaardingstermijn onder de voorwaarde dat de dagvaarding uiterlijk 3 juni 2011 aan Combined wordt betekend. Ten tijde van het verlenen van het verlof ging [eiser] er nog vanuit dat Combined in Amsterdam was gevestigd. Aangezien Combined in Duitsland is gevestigd, is de EG-betekeningsverordening (Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 (betekeningsverordening) van toepassing. Ingevolge artikel 56 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient betekening in deze zaak plaats te vinden door verzending van de dagvaarding aan de door Duitsland aangewezen ontvangende instantie met inachtneming van het tweede tot en met het vijfde lid van genoemd artikel. Blijkens de tekst van de dagvaarding heeft de deurwaarder het exploot op 27 mei 2011 verzonden aan Ambtsgericht Wiesbaden, Gerichtsstrasse 2, D-65185 Wiesbaden, Duitsland. Het certificaat van betekening als bedoeld in artikel 10 van de betekeningsverordering ontbreekt.
2. Doel van de in de betekeningsverordening neergelegde regeling is te waarborgen dat het procesinleidende stuk de in het buitenland gevestigde gedaagde daadwerkelijk en tijdig bereikt opdat deze gelegenheid krijgt om, desgewenst, verweer te voeren.
Het is aan de voorzieningenrechter om te toetsen of aan deze formele voorschriften betreffende de betekening van het procesinleidend stuk is voldaan. Nu het certificaat van betekening ontbreekt, is niet aannemelijk geworden dat betekening overeenkomstig de voorschriften van de verordening en van artikel 56 Rv heeft plaatsgevonden en het exploot Combined daadwerkelijk en tijdig heeft bereikt. De voorzieningenrechter kan derhalve geen verstek verlenen en zal [eiser] niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
verklaart [eiser] niet ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.