ECLI:NL:RBALM:2011:BQ6866
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Non-concurrentiebeding in maatschapsovereenkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een maag-darm-leverarts, en de Maatschap Internisten ZGT Locatie Hengelo. De kern van het geschil betreft de geldigheid van een non-concurrentiebeding dat was opgenomen in de overeenkomst van toetreding van [eiser] tot de maatschap. [eiser] had zijn werkzaamheden in de maatschap per 1 juni 2011 opgezegd en verzocht om ontslag uit de verplichtingen van het concurrentiebeding, omdat hij zijn praktijk wilde voortzetten in het Medisch Spectrum Twente te Enschede. De maatschap weigerde dit en stelde dat het concurrentiebeding nog steeds van kracht was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het non-concurrentiebeding niet onaanvaardbaar was en dat de belangen van de maatschap om haar positie te beschermen, zwaarder wogen dan de belangen van [eiser]. De voorzieningenrechter stelde vast dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst een non-concurrentiebeding waren overeengekomen en dat dit beding niet onredelijk bezwarend was. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van [eiser] af en veroordeelde hem in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de redelijkheid en billijkheid in contractuele afspraken, vooral in de context van concurrentiebedingen in de gezondheidszorg. De voorzieningenrechter concludeerde dat de maatschap gerechtvaardigde belangen had om het concurrentiebeding te handhaven, gezien de moeilijkheid om geschikte mdl-artsen te vinden en de impact van [eiser]'s vertrek op de continuïteit van zorg in de regio.