ECLI:NL:RBALM:2011:BQ3036
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontslag uit hoofdelijke verplichtingen inzake hypothecaire lening door ex-partner
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 4 april 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee ex-partners. De eiseres vorderde dat de gedaagde man haar zou ontslaan uit haar hoofdelijke verplichtingen met betrekking tot de hypothecaire lening van hun voormalige gezamenlijke woning. De eiseres stelde dat de gedaagde niet had voldaan aan een eerder vonnis van de rechtbank van 30 juli 2010, waarin was bepaald dat de hypothecaire leningen geheel voor rekening van de gedaagde zouden komen en dat hij zich zou inspannen om de eiseres te ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. De eiseres vorderde ook dat de gedaagde het krediet bij de SNS Bank in zijn geheel zou aflossen, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij had geprobeerd om de eiseres uit haar hoofdelijke verplichtingen te ontslaan door herfinanciering bij verschillende banken, maar dat dit niet was gelukt. Hij gaf aan dat de rentevaste periode van de hypotheek op 1 juni 2011 afloopt, wat mogelijk nieuwe mogelijkheden zou bieden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiseres moesten worden afgewezen, omdat de medewerking van de bank noodzakelijk was om de eiseres uit haar verplichtingen te ontslaan, en de bank geen partij was in deze procedure. Daarnaast werd opgemerkt dat de eiseres geen belang had bij een nieuwe titel voor een vordering die al in kracht van gewijsde was gegaan.
De voorzieningenrechter besloot de proceskosten te compenseren, gezien de affectieve relatie tussen partijen. Uiteindelijk werden de vorderingen van de eiseres afgewezen en droeg iedere partij haar eigen kosten.