ECLI:NL:RBALM:2011:BQ2899

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
21 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
119839 / KG ZA 11-79
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervangende toestemming voor transport van onroerende zaak in kort geding

In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaats], een vordering ingediend in kort geding tegen gedaagde 1, die in persoon is verschenen, en de niet bekende erfgenamen van [X], die niet verschenen zijn. De vordering betreft het verkrijgen van vervangende toestemming voor het transport van een woning, gelegen aan [adres] te [plaats], waarvan eiser eigenaar is geworden in 1979. Eiser heeft de woning op 22 februari 2011 verkocht en het transport zou op 21 maart 2011 plaatsvinden. Echter, de notaris heeft geconcludeerd dat de woning mogelijk deel uitmaakt van een gemeenschap, aangezien eiser tijdens de aankoop en bouw van de woning nog gehuwd was met [X]. Eiser stelt dat [X] in 2003 is overleden en dat hij niet weet of er naast gedaagde 1 nog andere erfgenamen zijn.

Eiser heeft spoedeisend belang bij zijn vordering, omdat hij een boete van € 31.250,- kan krijgen als de kopers besluiten de koop te ontbinden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het transport van de woning op korte termijn moet plaatsvinden. De rechter heeft geoordeeld dat het vonnis in de plaats kan treden van de toestemming van de overige erfgenamen, zodat de gehele overwaarde bij de notaris in depot blijft staan totdat duidelijk is hoe deze overwaarde verdeeld moet worden. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen, met inachtneming van de rechten van de erfgenamen.

Het vonnis is uitgesproken op 21 april 2011 door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad. Eiser is veroordeeld in de proceskosten van gedaagde 1, begroot op € 258,- aan verschotten. De uitspraak is gedaan ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 119839 / KG ZA 11-79
datum vonnis: 21 april 2011 (jm)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [plaats][land],
eiser,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. M.A. Schuring te Almelo,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonende te [plaats],
gedaagde,
hierna te noemen [gedaagde 1],
in persoon verschenen,
2. Niet bekende erfgenamen [X]
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedaagden,
verder te noemen,overige erfgenamen
niet verschenen.
Het procesverloop
[eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 19 april 2011. Ter zitting zijn verschenen: [eiser] vergezeld door mr. Schuring en [gedaagde 1] in persoon. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast. [eiser] is op 12 juli 1975 gehuwd met [X]. Gedurende dit huwelijk hebben zij gezamenlijk in Afrika gewoond. Eind 1980 is [eiser] naar Nederland vertrokken. [X] is niet meegegaan. De dochter van
[X], [gedaagde 1], is wel meegegaan naar Nederland en door [eiser] als pleegdochter opgevoed.
2. In 1979 is [eiser] eigenaar geworden van een perceel grond en de later daarop te bouwen woning, staande en gelegen te [plaats] aan [adres] (de woning). In 1983 heeft [eiser] een echtscheidingsverzoek ingediend. Hierop is op 6 juni 1984 een verstekvonnis gewezen.
3. [eiser] heeft de woning blijkens de koopovereenkomst op 22 februari 2011 verkocht. Het transport van de woning zou op 21 maart 2011 plaatsvinden. Nu [eiser] tijdens de aankoop van de grond en de bouw van de woning nog gehuwd was met [X] heeft de notaris geconcludeerd dat de te transporteren woning mogelijkerwijs in een gemeenschap zou vallen en derhalve niet door eiser alleen zou kunnen worden geleverd, zodat het transport geen doorgang heeft gevonden.
4. [eiser] stelt dat [X] in 2003 is overleden. Het is [eiser] niet bekend of naast [gedaagde 1] andere erfgenamen van [X] bestaan.
5. [eiser] vordert primair dat de voorzieningenrechter overeenkomstig artikel 3:300 BW een vertegenwoordiger aanwijst die namens de gezamenlijke erfgenamen mee zal werken aan het transport van de woning. Subsidiair vordert [eiser] om het vonnis in de plaats te doen stellen van de eventueel benodigde wilsverklaring van de gezamenlijke erfgenamen voor het transport van de woning.
6. [eiser] stelt spoedeisend belang te hebben bij zijn vordering nu de woning reeds op
21 maart 2011 getransporteerd had dienen te worden. Indien de kopers besluiten [eiser] in gebreke te stellen en de koop te ontbinden zal [eiser] een boete van € 31.250, - verschuldigd zijn. Indien de kopers niet ontbinden, maar nakoming verlangen, zal [eiser] per dag dat niet nagekomen wordt € 937,50 aan boete verschuldigd zijn.
7. [gedaagde 1] stemt in met de vordering van [eiser] en voert hiertegen geen verweer. Desgevraagd verklaarde zij bereid te zijn haar volledige medewerking te verlenen aan het transport van de woning.
8. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Het spoedeisend belang in deze zaak betreft het transport van de woning. [eiser] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij er belang bij heeft dat dit transport op korte termijn plaatsvindt. [eiser] heeft tevens aannemelijk gemaakt dat de omstandigheid dat niet duidelijk is of er naast [gedaagde 1] nog andere erfgenamen bestaan van [X] aan het transport van de woning in de weg staat.
In kort geding is niet vast komen te staan of de over te dragen onroerende zaak deel uitmaakt van een gemeenschap en evenmin of en zo ja op welke wijze (een gedeelte van) de overwaarde van de woning over één of meer erfgenamen dient te worden verdeeld.
Nu niet is gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de verdeling van de overwaarde zal de voorzieningenrechter bepalen dat het te wijzen vonnis in de plaats zal treden van de toestemming van de overige erfgenamen en dat de gehele overwaarde bij de transporterende notaris in depot blijft staan totdat is komen vast te staan of en zo ja hoe die overwaarde dient te worden verdeeld.
Op deze wijze is van benadeling van de erfgenamen bij het toewijzen van het gevorderde geen sprake: de onroerende zaak wordt contant gemaakt. Ter zitting heeft [eiser] aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een reële verkoopprijs.
9. Nu de vordering ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen als hierna vermeld. Opgemerkt hierbij wordt dat de in de plaatsstelling geldt voor de niet bekende erfgenamen van [X] en zodoende derhalve niet geldt voor [gedaagde 1] nu zij een bekende erfgenaam is en zij bovendien heeft toegezegd haar medewerking aan de levering van de woning te zullen verlenen.
10. Gelet op de aard van de procedure en de inhoud van de vordering zal [eiser] worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde 1].
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor het transport van de woning aan de [adres] te [plaats] benodigde wilsverklaringen van de niet bekende erfgenamen van [X].
II. Bepaalt dat de gehele overwaarde bij de transporterende notaris in depot blijft staan totdat is komen vast te staan of en zo ja hoe de overwaarde van de woning over [eiser] en de erfgenamen van [X] dient te worden verdeeld.
III. Bepaalt als termijn voor inschrijving van de uitspraak in de openbare registers als bedoeld in artikel 3:301 lid 1 onder b BW één dag na betekening van de uitspraak.
IV. Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde 1] begroot op € 258, - aan verschotten.
V. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
VI. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.