ECLI:NL:RBALM:2011:BQ0331
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot metselen muur ter bescherming van pand na brand en sloop
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een pand aan [adres] 4 te [plaats], gedaagden, voormalige eigenaren van het aangrenzende perceel aan [adres] 2, betrokken in een kort geding. Eiser vorderde dat gedaagden een muur zouden metselen tegen de zijmuur van zijn pand, ter bescherming tegen schade die was ontstaan na de brand en sloop van het pand op het aangrenzende perceel. Eiser stelde dat gedaagden hun verplichtingen uit eerdere afspraken niet waren nagekomen en dat de stalen beplating die gedaagden hadden aangebracht niet voldeed.
Tijdens de zittingen op 24 februari en 23 maart 2011 werd duidelijk dat gedaagden stelden geen eigenaren meer te zijn van het perceel aan [adres] 2. Eiser had eerder al een kort geding aangespannen in 2009, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen rechtsgrond was voor de vordering tot het metselen van de muur. Eiser had niet kunnen aantonen dat er tijdens het eerdere kort geding afspraken waren gemaakt over het metselen van een muur. De voorzieningenrechter concludeerde dat het eenzijdige inzicht van eiser over de noodzaak van de muur niet voldoende was om de vordering te rechtvaardigen.
De voorzieningenrechter wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 30 maart 2011 door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt. De rechter benadrukte dat indien er een rechtsgrond zou zijn voor het metselen van de muur, dit ook afhankelijk zou zijn van de eigendom van de grond waar de muur op zou moeten komen.