ECLI:NL:RBALM:2011:BP9656
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot gedwongen overdracht van aandelen en verbod op toegang tot praktijkruimten in een dierenartsenkliniek
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo, hebben eiseressen een kort geding aangespannen tegen gedaagden, waarbij zij vorderingen hebben ingediend met betrekking tot de gedwongen overdracht van aandelen in de Dierenkliniek Deventer B.V. en een verbod op de toegang van gedaagde 1 tot de praktijkruimten van de kliniek. De eiseressen, bestaande uit meerdere besloten vennootschappen, hebben gesteld dat de samenwerking met gedaagde 1 onhoudbaar is geworden door zijn autoritaire gedrag en de vele klachten van personeel en cliënten. Gedaagde 1, die als dierenarts werkzaam is in de kliniek, heeft de beschuldigingen betwist en stelt dat er geen onhoudbare situatie is.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de maatschap waar gedaagde 2 deel van uitmaakte, feitelijk is ontbonden en dat er geen ondertekende aandeelhoudersovereenkomst bestaat. Hierdoor is de vordering tot gedwongen overdracht van aandelen afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond dat het voortbestaan van de vennootschap in gevaar zou brengen. De rechter heeft ook overwogen dat de vorderingen tot het verbieden van gedaagde 1 om zich in en nabij de praktijkruimten te bevinden, niet opwegen tegen de nadelen die gedaagde 1 zou ondervinden.
In reconventie hebben gedaagden gevorderd dat eiseressen hen zouden toestaan om hun werkzaamheden als dierenarts voort te zetten vanuit de praktijkruimten. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen, omdat het noodzakelijk is dat gedaagde 1 toezicht kan houden op de Dierenkliniek en zijn beroep kan uitoefenen. De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van gedaagden in reconventie toegewezen, en de vorderingen van eiseressen in conventie zijn afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 15 maart 2011.