ECLI:NL:RBALM:2011:BP9014
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing geldvordering in kort geding wegens wanprestatie bij geldlening voor vennootschap
In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaats], een geldlening van € 18.000,00 verstrekt aan gedaagde voor de oprichting van een vennootschap. Gedaagde heeft het geleende bedrag echter niet voor het afgesproken doel gebruikt en heeft de lening niet terugbetaald. Eiser heeft gedaagde in kort geding aangeklaagd, waarbij gedaagde de vordering erkent maar aangeeft niet in staat te zijn het bedrag terug te betalen. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 11 maart 2011, waarbij beide partijen aanwezig waren. Eiser heeft gesteld dat hij zelf het bedrag van € 18.000,00 van de bank heeft geleend en dat hij maandelijks rente verschuldigd is over dit bedrag. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van eiser voor toewijzing gereed is, omdat er voldoende aannemelijkheid is dat eiser een spoedeisend belang heeft en dat het restitutierisico gering is. Gedaagde wordt veroordeeld om het bedrag van € 18.000,00 binnen zeven dagen na betekening van het vonnis aan eiser te betalen, alsook in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 maart 2011 door mr. M.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.