ECLI:NL:RBALM:2011:BP7418
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot loondoorbetaling bij ziekte in uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 2 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. K.A. Nibbeling, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft de vraag of de uitzendonderneming verplicht was het loon van de eiser door te betalen tijdens zijn ziekte, gezien de bepalingen in de toepasselijke CAO en de uitzendovereenkomst. Eiser was werkzaam in fase A en had zich op 4 januari 2009 ziek gemeld, terwijl hij op dat moment geen uitzendarbeid verrichtte. De rechtbank overwoog dat volgens artikel 9, lid 1, van de CAO de uitzendonderneming alleen loon verschuldigd is voor de periode waarin de uitzendkracht daadwerkelijk uitzendarbeid verrichtte, tenzij schriftelijk anders was overeengekomen. Aangezien er in de uitzendovereenkomst van eiser geen uitzendbeding was opgenomen, was de uitzendonderneming verplicht om het loon door te betalen in geval van ziekte, zoals bepaald in artikel 9, lid 2, van de CAO. De rechtbank concludeerde dat de uitzendorganisatie vanaf 1 februari 2009, de datum waarop eiser zich opnieuw ziek meldde, verplicht was het loon door te betalen. De rechtbank oordeelde dat de besluiten van verweerder om de ZW-uitkering te herzien en het eerder uitgekeerde ziekengeld terug te vorderen, terecht waren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.