ECLI:NL:RBALM:2011:BP6029

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
23 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11 / 61 BESLU BN1 V
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schorsing van ontheffing Luchtvaartwet met betrekking tot civiel medegebruik militaire luchtvaartterrein Twenthe

In deze zaak gaat het om een verzoek tot schorsing van een verleende ontheffing van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet. De ontheffing betreft het civiel medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe. De verzoekers, bestaande uit verschillende stichtingen en een vereniging van omwonenden, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, dat op 15 november 2010 is genomen en op 22 november 2010 is bekendgemaakt. De verzoekers hebben op 10 januari 2011 bezwaar ingediend en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende schorsing van het besluit tot 6 weken na de beslissing op hun bezwaar.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden gevraagd indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn op 23 november 2010 is ingegaan en op 3 januari 2011 is geëindigd. Het bezwaarschrift is te laat ingediend, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk is. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen reden is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen, aangezien het bezwaar van de verzoekers naar verwachting niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het besluit afgewezen en aangegeven dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. Kootstra, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector bestuursrecht
Registratienummer: 11 / 61 BESLU BN1 V
uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:83 Algemene wet bestuursrecht
in het geschil tussen:
1. Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente e.a., te Enschede,
2. Stichting Hart van Twente, te Oldenzaal,
3. Stichting Lonneker Land, te Enschede,
4. Stichting Alternatieven Vliegveld Twente, te Losser,
5. Bewonersbelangen Groot Driene, te Hengelo,
verzoekers,
en
1. de Minister van Defensie,
2. de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
verweerders,
gemachtigde: mr. M. Rus-van der Velde, advocaat te Den Haag.
Derdebelanghebbende:
Nederlandse Academie voor Verkeersvliegers B.V., te Enschede,
ontheffinghoudster.
1. Besluit waarop het verzoek betrekking heeft
Besluit van verweerders van 15 november 2010, verzonden 22 november 2010.
2. Procesverloop
Bij het bestreden besluit hebben verweerders aan derdebelanghebbende ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet met betrekking tot het civiel medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.
Verzoekers hebben tegen dat besluit op 10 januari 2011 bezwaar gemaakt. Voorts hebben zij op 18 januari 2011 aan de voorzieningenrechter van de rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende schorsing van het bestreden besluit tot 6 weken na de beslissing op hun bezwaar.
3. Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, door de indiener(s) van het bezwaarschrift aan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening worden gevraagd.
Bij de beoordeling van een zodanig verzoek dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt uitgesproken dat tevens het onderwerp van de bezwarenprocedure raakt, heeft dit oordeel een voorlopig karakter.
Gelet hierop dient in het onderhavige geding de vraag te worden beantwoord of onverwijlde spoed vereist dat het bestreden besluit van 15 november 2011 wordt geschorst dan wel dat anderszins een voorlopige voorziening wordt getroffen. Hieromtrent wordt het volgende overwogen.
Blijkens het verweerschrift stellen verweerders zich primair op het standpunt dat het bezwaar van verzoekers niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Dienaangaande overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
Het bestreden besluit van 15 november 2010 is op 22 november 2010 aan de aanvraagster toegezonden. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het bestreden besluit daarmee op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Verweerder was daarbij, anders dan verzoekers betogen, niet gehouden het bestreden besluit tevens aan de Stichting Hart van Twente en de Stichting Alternatieven Vliegveld Twente bekend te maken uitsluitend op grond van het feit dat zij in het verleden (in 2008) ook bezwaren hebben ingediend tegen soortgelijke verzoeken om ontheffing.
Voorts is het besluit gepubliceerd in de Staatscourant van 1 december 2010 (Staatscourant 2010 nr. 19008). De datum van deze (onverplichte) publicatie in de Staatscourant is echter niet bepalend voor de aanvang van de bezwaartermijn. Bij de publicatie is ook vermeld dat belanghebbenden binnen 6 weken na de dag waarop de beschikking is bekendgemaakt daartegen een bezwaarschrift kunnen indienen dus niet: binnen 6 weken na publicatie in de Staatscourant.
Nu het bestreden besluit op 22 november 2010 op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt is, gelet op het bepaalde in artikel 6:8, eerste lid, van de Awb, de bezwaartermijn op 23 november 2010 gaan lopen en geëindigd op 3 januari 2011.
Het bezwaarschrift is op 10 januari 2011 door de Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente (mede namens de overige verzoekers) ingediend en op 11 januari 2011 door verweerders ontvangen.
Gelet op het voorgaande is het bezwaarschrift te laat ingediend. In hetgeen verzoekers hebben gesteld in hun brief van 24 januari 2011 kan geen reden worden gevonden voor het oordeel dat de termijnoverschrijding als verschoonbaar dient te worden aangemerkt.
Tot slot het volgende. Het is de voorzieningenrechter op voorhand niet duidelijk of verzoekers (allen) als belanghebbende in de zin van de Awb hebben te gelden. De beantwoording van deze vraag kan thans evenwel buiten (verdere) bespreking worden gelaten. Immers, zelfs als verzoekers allen belanghebbend zijn, moet worden vastgesteld dat hun bezwaar te laat is ingediend en dat niet van een verschoonbaar verzuim is gebleken. Nu het bezwaar van verzoekers naar verwachting om die reden niet-ontvankelijk zal worden verklaard, bestaat geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening. Met het oog hierop is er aanleiding het verzoek met toepassing van het bepaalde in artikel 8:83, derde lid, van de Awb zonder nader onderzoek af te wijzen.
Voor een proceskostenvergoeding als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb bestaat geen aanleiding.
Beslist wordt als volgt.
4. Beslissing
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo,
Recht doende:
- wijst het verzoek af.
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
Aldus gedaan door mr. S.A. van Hoof, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van
G. Kootstra, griffier.
De griffier, De voorzieningenrechter,
Uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2011
Afschrift verzonden op
AW