ECLI:NL:RBALM:2011:BP0904

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
13 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
116958 / KG ZA 10-322
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning en de gevolgen van dwangsommen in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 13 januari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting De Woonplaats, eiseres, en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. Eiseres vorderde de ontruiming van een woning aan de [adres] te Enschede, die door gedaagde werd gehuurd. Gedaagde had de huur opgezegd per 30 september 2010, maar was niet verschenen op de zitting en had de sleutels van de woning niet ingeleverd. Eiseres stelde dat gedaagde vanaf 1 september 2010 huur verschuldigd was en vorderde een dwangsom van € 50,00 per dag indien gedaagde niet zou voldoen aan de ontruimingsverplichting.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het onredelijk was om gedaagde te veroordelen tot betaling van huurpenningen na 1 februari 2011, aangezien eiseres de machtiging kreeg om zelf de ontruiming te bewerkstelligen. De rechter wees de gevorderde dwangsom af, omdat het doel van de dwangsom was om gedaagde te prikkelen tot nakoming, wat niet meer nodig was nu eiseres zelf de ontruiming mocht uitvoeren. De rechter oordeelde dat gedaagde de huurpenningen moest betalen vanaf 1 september 2010 tot de dag van ontruiming, maar uiterlijk tot 1 februari 2011.

De uitspraak benadrukt het belang van de nakoming van huurverplichtingen en de mogelijkheden voor verhuurders om ontruiming te vorderen in kort geding. De rechter heeft de kosten van de procedure voor gedaagde vastgesteld en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is een voorbeeld van hoe de rechter omgaat met ontruimingskwesties en de rol van dwangsommen in dergelijke procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 116958 / KG ZA 10-322
datum vonnis: 13 januari 2011 (ps)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
stichting
Woningstichting De Woonplaats,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede,
tegen
[gedaagde]
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
gedaagde,
niet verschenen.
Het procesverloop
Gedaagde is te dienende dage niet in rechte verschenen, waarna tegen hem verstek is verleend.
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 6 januari 2011. Ter zitting zijn verschenen: namens eiseres mevrouw [M] en mevrouw [B] vergezeld door mr. Leijssen. De vordering is toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
2.1 Eiseres heeft gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- gedaagde te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van het te wijzen vonnis het huis aan de [adres] te Enschede (verder: de woning) te ontruimen met al de zijnen en het zijne en de sleutels van de woning aan eiseres terug te geven, zulks op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag;
- eiseres te machtigen de ontruiming zelf te bewerkstelligen;
- gedaagde te veroordelen de huur ad € 535,00 te betalen vanaf 1 september 2010 tot de dag der oplevering, thans bedragende tot en met november 2010 een bedrag van € 1.605,00, alsmede te betalen de huur vanaf 1 december 2010 ad € 535,00 tot de dag van teruggave van de woning en de sleutelafgifte;
- gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding.
2.2 Daartoe heeft eiseres gesteld dat gedaagde vanaf 7 december 2009 de woning van eiseres heeft gehuurd. Bij brief van 11 augustus 2010 heeft gedaagde de huur van de woning opgezegd tegen 30 september 2010. Partijen hebben afgesproken dat de woning op
23 september 2010 zou worden geïnspecteerd voor oplevering. Gedaagde was bij deze oplevering niet aanwezig. Tevens is tussen partijen afgesproken dat de sleutels van de woning uiterlijk 30 september 2010 zouden worden ingeleverd. Ondanks herhaalde verzoeken daartoe heeft gedaagde de sleutels van de woning tot op heden niet ingeleverd. Nu zich in de woning nog spullen van gedaagde bevinden, dienen deze te worden verwijderd.
2.3 Eiseres heeft gesteld spoedeisend belang bij de onderhavige vorderingen te hebben.
2.4 Op grond van artikel 7:225 Burgerlijk Wetboek (BW) is gedaagde zolang de woning niet is teruggegeven de huur verschuldigd, althans een schadevergoeding gelijk aan de huur. Gedaagde heeft vanaf september 2010 de huur niet betaald.
3. Nu gedaagde niet ter zitting is verschenen moeten deze feiten en omstandigheden als vaststaand worden aangenomen.
4.1 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiseres voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde, zodat over gegaan kan worden tot de materiële beoordeling.
4.2 De vordering komt onrechtmatig noch ongegrond voor en kan daarom worden toegewezen, behoudens het navolgende.
4.3 Doel van een dwangsom is om de schuldenaar een prikkel te geven om over te gaan tot (tijdige) nakoming van de veroordeling. Eiseres heeft gevorderd gedaagde te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels van de woning aan eiseres terug te geven, op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad
€ 50,00 per dag indien gedaagde weigerachtig is te voldoen aan het vonnis, alsmede een machtiging aan eiseres te verstrekken om de ontruiming zelf te bewerkstelligen. Op het moment dat gedaagde dwangsommen verbeurd zou raken, zou eiseres reeds gemachtigd zijn om zelf de ontruiming te bewerkstelligen. Bij nakoming door gedaagde zelf heeft eiseres op dat moment zodoende geen belang meer. De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsom derhalve afwijzen.
4.4 De voorzieningenrechter is van oordeel dat, nu aan eiseres een machtiging wordt verstrekt om zelf de ontruiming te bewerkstelligen, het onredelijk is om gedaagde te veroordelen tot betaling van huurpenningen die na 1 februari 2011 verschuldigd zouden worden. De voorzieningenrechter zal gedaagde daarom veroordelen de huurpenningen te betalen vanaf 1 september 2010 tot de dag van ontruiming van de woning, doch uiterlijk tot
1 februari 2011.
5. Gedaagde zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt gedaagde om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te Enschede te ontruimen met al de zijnen en het zijne en de sleutels van de woning aan eiseres terug te geven.
II. Machtigt eiseres om, indien gedaagde weigerachtig is aan hetgeen onder I. bepaald te voldoen, de ontruiming van de woning aan de [adres] te Enschede zelf te bewerkstelligen.
III. Veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 535,-- per maand vanaf 1 september 2010 tot de dag van ontruiming van de woning aan de Weverstraat 6 te Enschede, doch uiterlijk tot 1 februari 2011.
IV. Veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 641,89 aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
V. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
VI. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 januari 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.