ECLI:NL:RBALM:2010:BO9513

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
28 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117039 kg za 10 - 325
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoir beslag onder de voorwaarde van een bankgarantie

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 28 december 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen PrivateScan B.V. en XCell-Center GmbH. PrivateScan, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Benders, vorderde de opheffing van een conservatoir beslag dat door XCell-Center was gelegd onder haar bankrekening bij ING Bank. Het beslag was gelegd op 21 december 2010, waarbij de vordering van XCell-Center was begroot op € 53.500,--. PrivateScan stelde dat zij financieel volledig onthand was door het beslag, dat haar bankrekening een saldo vertoonde van € 134.916,90, en dat zij hierdoor niet aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen.

XCell-Center, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Schendel, voerde verweer en stelde dat zij recht had op betaling van vijf facturen. XCell-Center was bereid het beslag op te heffen, mits PrivateScan vervangende zekerheid bood, bijvoorbeeld in de vorm van een bankgarantie. De voorzieningenrechter overwoog dat volgens artikel 705 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een conservatoir beslag moet worden opgeheven indien summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van de vordering van de beslaglegger. De rechter concludeerde dat de belangen van PrivateScan zwaarder wogen, omdat het beslag haar financiële bedrijfsvoering ernstig bemoeilijkte.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het beslag opgeheven, maar onder de voorwaarde dat PrivateScan een bankgarantie stelde ter hoogte van het bedrag waarvoor het beslag was gelegd. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 117039 kg za 10 - 325
datum vonnis: 28 december 2010 (az)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PrivateScan B.V.
gevestigd te Hengelo (O.),
eiseres,
verder te noemen PrivateScan,
advocaat: mr. P. Benders te Hengelo (O.),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht
XCell-Center GmbH
gevestigd te Köln (Bondsrepubliek Duitsland),
gedaagde,
verder te noemen XCell-Center,
advocaat: mr J. van Schendel te ’s-Gravenhage.
Het procesverloop
PrivateScan heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 24 december 2010 te 12:30 uur. Ter zitting zijn verschenen: [H] namens PrivateScan vergezeld door mr. Benders. Namens XCell-Center is mr. Van Schendel verschenen. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
De feiten
1. Op 21 december 2010 heeft de voorzieningenrechter te Almelo XCell-Center verlof verleend om ten laste van PrivateScan conservatoir beslag te doen leggen onder ING Bank, statutair gevestigd te Amsterdam. De voorzieningenrechter heeft daarbij de vordering, inclusief rente en kosten, begroot op € 53.500,--. Het beslag is dezelfde dag gelegd.
2. Op 23 december 2010 te 11:40 uur heeft de voorzieningenrechter te Almelo bepaald dat de mondelinge behandeling van het onderhavige kort geding plaatsvindt op
24 december 2010 te 12:30 uur. De voorzieningenrechter verleende verlof tot het verkorten van de dagvaardingstermijn onder de voorwarde dat de dagvaarding uiterlijk op
24 december 2010 te 10:00 uur aan XCell-Center wordt betekend èn dat zittingsdatum en
-tijdstip onverwijld aan XCell-Center worden medegedeeld.
De vordering van PrivateScan en haar onderbouwing daarvan
3. PrivateScan vordert – kort gezegd – opheffing van het ten laste van haar gelegde conservatoir beslag. PrivateScan stelt financieel volledig onthand te zijn. XCell-Center heeft beslag gelegd onder de ING Bank te Hengelo (Ov.). Het beslag heeft doel getroffen op een bankrekening van PrivateScan, die op dat moment een saldo vertoonde van € 134.916,90. Van deze bankrekening dienen alle lopende verplichtingen te worden voldaan.
Het verweer van XCell-Center
4. XCell-Center voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van PrivateScan. XCell-Center stelt zich daartoe op het standpunt dat zij recht heeft op betaling van de vijf facturen die zij in haar verzoekschrift tot verlof om conservatoir beslag te laten heeft overgelegd. XCell-Center is bereid om het beslag op te heffen, zodra er door PrivateScan vervangende zekerheid wordt geboden, bijvoorbeeld in de vorm van een bankgarantie.
De overwegingen van de voorzieningenrechter
5. Volgens art. 705 lid 2 Rv. dient een conservatoir beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert, met inachtneming van de beperkingen van de kortgeding procedure, aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. De kortgedingrechter zal evenwel hebben te beslissen aan de hand van een beoordeling van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen (vgl. HR 25 november 2005, NJ 2006, 148).
6. Bij de vraag of een beslag ingevolge art. 705 lid 2 Rv moet worden opgeheven komt de vraag aan de orde of de belangen van de beslaglegger voldoende zwaar wegen om de gevolgen van het desbetreffende beslag te rechtvaardigen. Of dit zo is, zal van de omstandigheden afhangen.
7. Met de beslaglegging, die doel heeft getroffen, heeft XCell-Center zekerheid verkregen voor de door haar op PrivateScan gepretendeerde vordering. Daartegenover staat dat PrivateScan de vordering van XCell-Center slechts voor een gedeelte erkent en de vordering voor het overige gemotiveerd betwist, dat PrivateScan een tegenvordering op XCell-Center pretendeert en dat PrivateScan stelt financieel volledig onthand te zijn, omdat vanaf de beslagen rekening alle lopende verplichtingen dienen te worden voldaan, waaronder de salarissen voor het personeel van PrivateScan van december 2010 en facturen van contractspartijen van PrivateScan. De spoedeisendheid van deze zaak is daarmee gegeven.
8. De omstandigheid dat het beslag doel heeft getroffen voor een hoger bedrag dan de door XCell-Center gepretendeerde vordering, met als resultaat dat ook het surplus bevroren is vormt naar het oordeel van de voorzieningenrechter een ongewenst (neven)effect. PrivateScan wordt door deze omstandigheid onevenredig zwaar getroffen in haar belangen. Voldoende aannemelijk is immers dat de financiële bedrijfsvoering van PrivateScan ernstig wordt bemoeilijkt. Weliswaar heeft zij nog kredietruimte op haar rekening-courant en komen er wellicht inkomsten binnen, onweersproken is dat op korte termijn een bedrag van ongeveer € 107.000,00 betaalbaar moet worden gesteld. Aan de andere kant wenst
XCell-Center slechts zekerheid voor een bedrag dat minder dan de helft beloopt van het bedrag waarvoor het beslag doel heeft getroffen. Dat XCell-Center de bank geen toestemming geeft om het surplus vrij te geven, valt haar onder die omstandigheden niet te verwijten. Er is immers geen wettelijke rangorde tussen beslagleggers en XCell-Center weet niet of er nog meer beslagleggers zijn of zullen komen. Dat behoeft zij ook niet te weten. Haar belang is derhalve helder en dient in zoverre ook te worden gewaarborgd.
9. Alles afwegend moet daarom naar het oordeel van de voorzieningenrechter aansluiting worden gezocht bij de figuur van de vervangende zekerheid, bijvoorbeeld door het stellen van een bankgarantie. PrivateScan vordert zulks bij wege van meer subsidiaire vordering. Die vordering zal worden toegewezen als na te melden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doet dit het meest recht aan de belangen van beide partijen. Het heeft immers tot resultaat dat PrivateScan op korte termijn weer kan beschikken over haar banktegoeden (wellicht minus het bedrag van de gestelde bankgarantie, maar dat is een kwestie die slechts relevant is in de verhouding tussen PrivateScan en de bank en zich bovendien aan het gezichtsveld van de voorzieningenrechter onttrekt) en weer aan haar betalingsverplichtingen kan gaan voldoen. Anderzijds verkrijgt XCell-Center door de figuur van de bankgarantie voldoende zekerheid voor de door haar gepretenteerde vordering. Dat zij hiermee kan instemmen, is voldoende gebleken uit het verhandelde ter terechtzitting.
10. Nu beide partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, acht de voorzieningenrechter termen aanwezig om de proceskosten te compenseren als na te melden.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. heft het op 21 december 2010 onder de naamloze vennootschap ING Bank N.V. gelegde (derden)beslag ten laste van PrivateScan op, onder de opschortende voorwaarde dat PrivateScan een naar inhoud en vorm gebruikelijke bankgarantie stelt ten faveure van
XCell-Center voor een bedrag van € 53.500,00.
II. Compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
III. Verklaart onderdeel I. van dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 december 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.