ECLI:NL:RBALM:2010:BO9509

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
116624 / KG ZA 10-308 (j.v.r.
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toevertrouwing van kinderen aan de zorg van de moeder wegens vertrek van de vader naar het buitenland

In deze zaak heeft de moeder, eiseres, een vordering ingediend bij de Rechtbank Almelo, sector civiel recht, in kort geding. De moeder verzocht de voorzieningenrechter om de minderjarige kinderen, geboren in 1999 en 2002, met ingang van 17 december 2010 aan haar zorg toe te vertrouwen, in afwachting van een bodemprocedure tot wijziging van het gezag. De vader, gedaagde, had aangegeven tijdelijk naar Indonesië te verhuizen en de moeder vorderde dat de kinderen bij haar zouden verblijven. De zitting vond plaats op 16 december 2010, waarbij beide partijen aanwezig waren, vergezeld door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming was ook vertegenwoordigd.

De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de tijdelijke verhuizing van de vader, het in het belang van de kinderen was dat zij bij de moeder zouden wonen. De rechter oordeelde dat de situatie voor de kinderen zo stabiel en rustig mogelijk moest blijven. De moeder had haar vordering aangepast, waarbij de ingangsdatum van de zorg voor de kinderen was gewijzigd van 22 naar 17 december 2010. De voorzieningenrechter besloot de vordering van de moeder toe te wijzen, met de machtiging om het vonnis zelf ten uitvoer te leggen indien nodig.

In de beslissing werd ook vermeld dat de proceskosten tussen partijen gecompenseerd zouden worden, gezien hun status als gewezen echtelieden. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzieningenrechter, tevens kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Een afschrift van het vonnis werd gezonden aan de Raad voor de Kinderbescherming, die de gegevens in zijn registratie zou opnemen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
Kort Geding
zaaknummer: 116624 / KG ZA 10-308 (j.v.r.)
vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, tevens kinderrechter, rechtdoende in kort geding d.d. 16 december 2010
inzake
[eiser]
verder ook de moeder te noemen,
wonende te [woonplaats] en [adres]
eiser,
advocaat: mr. R.T.A.G. Keller te Tilburg,
tegen
[gedaagde]
verder ook de vader te noemen,
wonende te [woonplaats] en [adres]
gedaagde,
advocaat: mr. M. van Vliet te ’s-Hertogenbosch.
Het procesverloop
De moeder heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Op 14 december 2010 zijn van beide partijen brieven ter griffie ingekomen.
Op 15 december 2010 heeft mr. Van Vliet een faxbrief in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter zitting van 16 december 2010, gelijktijdig met de behandeling van het verzoekschrift van de moeder tot wijziging van het gezag (zaaknummer 116665 / FA RK 10-1591). Ter zitting zijn verschenen: de moeder, bijgestaan door mr. Keller, en de vader, vergezeld door [D]. De Raad voor de Kinderbescherming te Almelo is vertegenwoordigd door mevrouw M. Jongman. De standpunten zijn toegelicht en de vader heeft diverse producties in het geding gebracht. Van de behandeling heeft de griffier een proces-verbaal opgemaakt.
Het vonnis is bepaald op heden.
De vaststaande feiten
- Partijen zijn gehuwd geweest. Bij beschikking van deze rechtbank van 18 januari 2006 is de echtscheiding uitgesproken.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 9 augustus 2006 is bepaald dat partijen gezamenlijk belast zullen blijven met het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen die uit het huwelijk zijn geboren, te weten:
[kind 1], geboren te [plaats] en [land] 1999;
[kind 2], geboren te [plaats] 2002.
Tevens is bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader is.
- Het gerechtshof te Arnhem heeft op 10 juli 2007 de beslissingen van de rechtbank met betrekking tot de gezagsvoorziening en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bekrachtigd.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Moeder vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt dat de minderjarige kinderen van partijen, met ingang van 22 december 2010 en in afwachting van de uitkomst van de door haar in te leiden bodemprocedure tot wijziging van het gezag, zullen worden toevertrouwd aan haar zorg en zullen zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op haar adres, met machtiging om het in deze te wijzen vonnis zo nodig zelf ten uitvoer te doen leggen met de hulp van de sterke arm. Daarnaast vordert zij vader te veroordelen in de proceskosten. Ter zitting heeft moeder de ingangsdatum van haar vordering gewijzigd van 22 naar 17 december 2010.
2. Moeder stelt dat vader haar te kennen heeft gegeven dat hij per 22 december 2010 naar Indonesië zal vertrekken en haar heeft gevraagd of de kinderen vanaf die datum bij haar kunnen verblijven. Zij zag zich echter genoodzaakt tot het indienen van een vordering aangezien vader vervolgens bepaalde eisen stelde aan de door partijen te maken afspraken betreffende de kinderen waar zij niet akkoord mee kon gaan. Aangezien partijen daarna hebben afgesproken dat moeder de kinderen op 17 december 2010 al bij hem kan ophalen, vordert zij thans deze datum als ingangsdatum.
3. Vader heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij zich in verband met zijn werkzaamheden in zijn eigen bedrijf genoodzaakt ziet om binnenkort (tijdelijk) naar Indonesië te vertrekken. Hij kan nu nog niet goed inschatten hoe lang hij in het buitenland zal verblijven, maar hij hoopt dat hij snel weer terug zal zijn in Nederland.
4. De voorzieningenrechter overweegt dat gebleken is dat partijen het er, gezien de (tijdelijke) verhuizing van vader naar Indonesië, over eens zijn dat hun kinderen per
17 december 2010 bij moeder gaan wonen. Dit acht de voorzieningenrechter ook het meest in het belang van de kinderen. De situatie moet voor hen immers zo rustig en stabiel mogelijk blijven. De voorzieningenrechter is derhalve van oordeel dat de vordering van moeder kan worden toegewezen. Daarnaast overweegt de voorzieningenrechter dat partijen ter zitting mondeling afspraken hebben gemaakt over onder andere het contact tussen de kinderen en vader en het contact tussen de kinderen en [M], de oudste dochter van vader.
5. In de omstandigheid dat partijen gewezen echtelieden zijn, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten tussen hen te compenseren.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Bepaalt dat de minderjarige kinderen van partijen, te weten:
[kind 1], geboren te [plaats] en [adres] 1999 en [kind 2], geboren te [plaats] 2002,
met ingang van 17 december 2010 en in afwachting van de uitkomst van de door moeder in te leiden bodemprocedure tot wijziging van de gezagsvoorziening althans subsidiair tot wijziging van de hoofdverblijfplaats zullen worden toevertrouwd aan de zorg van moeder en zullen zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op haar adres.
II. Machtigt moeder om dit vonnis zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Compenseert de kosten van de procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. U. van Houten, voorzieningenrechter, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 december 2010, in tegenwoordigheid van mr. J.V.R. van Raaij, griffier.
Een afschrift van dit vonnis wordt gezonden aan de Raad voor de Kinderbescherming te Almelo en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door die raad opgenomen in zijn registratie.