ECLI:NL:RBALM:2010:BO8586

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
710295-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Melaard
  • mr. Bloebaum
  • mr. Jordaans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ernstige bedreigingen van kinderen met medicatie

In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige bedreigingen van haar kinderen. De verdachte heeft op of omstreeks 20 april 2010 haar kinderen, genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], bedreigd met de dood door hen medicatie toe te dienen en daarbij dreigende woorden te uiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen haar kinderen heeft bedreigd, maar ook andere personen, waaronder [slachtoffer 3]. De rechtbank heeft de inhoud van de bewijsmiddelen en de rapporten van deskundigen in overweging genomen, waaruit bleek dat de verdachte een lichte verstandelijke beperking heeft en verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, maar heeft ook rekening gehouden met haar psychische toestand. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tijdens de proeftijd moet de verdachte zich houden aan de voorschriften van de reclassering. De rechtbank heeft ook bepaald dat de inbeslaggenomen medicijnen onttrokken worden aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van de bedreigingen en de impact op de kinderen heeft benadrukt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet wettig en overtuigend bewezen zijn.

Uitspraak

De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
wonende te [woonplaats], [adres],
terechtstaande ter zake dat:
1. zij op of omstreeks 20 april 2010, in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (zijnde verdachte's kind/kinderen), van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een of meer pil(len)/medicijn(en) (Diazepam en/of Seroxat) heeft toegediend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 20 april 2010, althans in of omstreeks van 1 april 2010 tot en met 20 april 2010, in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(zijnde verdachte's kind/kinderen), van het leven te beroven, opzettelijk een of meer pil(len)/medicijn(en) (Diazepam en/of Seroxat) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 20 april 2010, in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan (een)
perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], zijnde verdachte's kind/kinderen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg die perso(o)n(en) een of meer pil(len)/medicijn(en) (Diazepam en/of Seroxat) heeft toegediend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, NOG MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 20 april 2010, in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland,
A.
opzettelijk mishandelend (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (zijnde verdacht's kind/kinderen) een of meer pil(len)/medicijn(en) (Diazepam en/of Seroxat) heeft toegediend, waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
en/of
B.
(een) perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (zijnde verdachte's kind/kinderen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde perso(o)n(en) een of meer pil(len)/medicijn(en) toegediend en/of die perso(o)n(en) daarbij (dreigend) de woorden toegevoegd - zakelijk weergegeven - dat mama dood wilde en dat zij ook dood zouden gaan, en/althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2. zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot 20 april 2010, in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland, (een) perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde perso(o)n(en) meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden toegevoegd – zakelijk weergegeven - dat zij hem/hen zou vermoorden en/althans kapot zou schieten, en/althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in haar verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair onder A is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Met name acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte heeft geprobeerd haar kinderen van het leven te beroven, dan wel daartoe voorbereidingen te treffen of haar kinderen te mishandelen door hen medicijnen tot te dienen.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 nog meer subsidiair onder B en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1 nog meer subsidiair onder B:
zij op 20 april 2010, in de gemeente Almelo, personen genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (zijnde verdachte's kinderen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde personen pillen toegediend en die personen dreigend de woorden toegevoegd
- zakelijk weergegeven - dat mama dood wilde en dat zij ook dood zouden gaan.
2. zij omstreeks 20 april 2010, in Nederland, een persoon genaamd [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde persoon dreigend de woorden toegevoegd
- zakelijk weergegeven - dat zij hem zou vermoorden.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1 nog meer subsidiair onder B en sub 2 telkens het misdrijf:
"Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht",
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een haar strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1 nog meer subsidiair onder B en sub 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest,
een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde toezicht Reclassering, ook als dat inhoudt een ambulante behandeling bij De Tender of een soortgelijke instelling.
De beide inbeslaggenomen medicijnen en medicijnzakjes dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal ernstige bedreigingen, waarbij de rechtbank met name de bedreiging van haar beide kinderen verdachte ernstig aanrekent. Jonge kinderen moeten zich juist veilig kunnen voelen in de hun vertrouwde leefomgeving, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de ouders. Verdachte heeft echter een onveilige, bedreigende en beangstigende situatie voor haar eigen kinderen gecreëerd, hetgeen blijkt uit het relaas van de verbalisanten Hoekerswever en Westerink op pag. 37 van het proces-verbaal. Daaruit blijkt dat beide kinderen huilden, vroegen of ook zij dood gingen, zich niet goed voelden, tabletjes van hun moeder in hadden moeten nemen en beiden in paniek waren.
Op 16 juli 2010 heeft de psychiater mevr. C.A.J. Veldman over verdachte gerapporteerd en op 21 juli 2010 heeft de GZ-psycholoog drs. B.Y van Toorn over verdachte gerapporteerd.
De psychiater vermeldt, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende.
Betrokkene heeft een lichte verstandelijke beperking. verder heeft ze persoonlijkheidsproblematiek, waardoor ze moeite heeft met het aanvaarden van hulp. Betrokkene is voor het tenlastegelegde, indien bewezen, verminderd toerekeningsvatbaar. Zij behoeft hulp bij het leren en aanvaarden van haar beperkingen. De hulp kan ambulant worden gegeven.
De psycholoog vermeldt, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende.
Bij betrokkene is sprake van een gelaagde problematiek, waarbij de problemen in haar leven zich langzaam opgestapeld hebben en uiteindelijk geculmineerd zijn in het tenlastegelegde. Aan de kern en de basis van de problematiek van betrokkene liggen haar slecht ontwikkelde cognitieve vaardigheden. Betrokkene functioneert op zwakbegaafd niveau en is onvoldoende zelfredzaam om haar leven adequaat zelfstandig vorm te geven.
De lage cognitieve vaardigheden en de gebrekkige taalvorming hebben er toe geleid dat op verschillende gebieden in de persoonlijkheid er sprake geweest is van een ontwikkelingsstagnatie. Het meest in het oog springt het gebrek aan innerlijke structuur. Door de slechte ego-integratie is zij zeer structuurbehoeftig.
Betrokkene is pas gaan ontsporen op het moment dat haar structuur wegviel. het is wel zo dat de persoonlijkheid van betrokkene enige pathologische kenmerken heeft die behoren tot het borderline, theatrale en narcistische spectrum.
Het advies is om betrokkene als verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De problematiek van betrokkene behoeft zeker behandeling.
De rapporten van de deskundigen zijn naar het oordeel van de rechtbank grondig onderbouwd, terwijl de conclusies logisch volgen uit de bevindingen van de deskundigen.
De rechtbank sluit zich aan bij de conclusie dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd. Zij maakt die conclusie tot de hare,
mede gelet op wat de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting omtrent de persoon van verdachte is gebleken.
Omtrent verdachte is op 23 april 2010 gerapporteerd door W. Kroeze, op 26 juli 2010 door P.A.M.G. Brummer en op 17 augustus 2010 door M. Nijskens, allen van de Reclassering Nederland. Bij het vaststellen van na te melden straf heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van deze rapporten.
Gelet op het bovenstaande is, naar het oordeel van de rechtbank, een straf als na te melden thans passend.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: 2 pillen en 4 medicijnzakjes, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien deze aan de dader aan verdachte toebehorende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is het algemeen belang en deze voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door haar begane feit onder 1, zijn aangetroffen, terwijl zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikel, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair onder A is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het sub 1 nog meer subsidiair onder B en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van zes (6) maanden.
Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot twee (2) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen haar te geven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Almelo, ook wanneer de aanwijzingen zullen inhouden dat de veroordeelde zich ambulant moet laten behandelen in De Tender, of een soortgelijke forensische instelling, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen 2 pillen en 4 medicijnzakjes.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 nog meer subsidiair onder B en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij;
Heft op het tegen verdachte verleende (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van heden.
Aldus gewezen door mr. Melaard, voorzitter, mr. Bloebaum en mr. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van Feijer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 december 2010.
Mr. Jordaans is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.