ECLI:NL:RBALM:2010:BO7498

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
15 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
116254 / KG ZA 10-296
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-concurrentiebepaling en geschil over vaststellingsovereenkomst tussen Time Light B.V. en gedaagden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 15 december 2010, staat de vraag centraal of een eerder overeengekomen non-concurrentiebepaling nog van kracht is na het ontstaan van conflicten tussen de betrokken partijen. De eisers, Time Light B.V. en anderen, hebben in kort geding gevorderd dat de gedaagden, waaronder [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], zich houden aan het non-concurrentiebeding en diverse andere vorderingen ingediend, waaronder het overhandigen van klantengegevens en programmatuur. De gedaagden hebben verweer gevoerd en een voorwaardelijke reconventie ingediend, waarin zij betaling van een bedrag van € 8.000,-- vorderen op basis van een vaststellingsovereenkomst.

Tijdens de zitting op 8 december 2010 zijn de standpunten van beide partijen toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor Time Light c.s. bij de vorderingen, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld of dat de vorderingen van Time Light c.s. toewijsbaar zijn. De vorderingen van Time Light c.s. zijn afgewezen, en de gedaagden zijn in hun kosten veroordeeld.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de vorderingen van Time Light c.s. niet voldoende onderbouwd zijn en dat er geen spoedeisend belang is voor de gedaagden. De beslissing van de voorzieningenrechter is dat Time Light c.s. in de kosten van het geding wordt veroordeeld, terwijl de gedaagden in de kosten van de reconventie worden veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij de voorzieningenrechter de zaak heeft afgedaan zonder dat de gedaagden in hun vorderingen zijn ontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 116254 / KG ZA 10-296
datum vonnis: 15 december 2010 (n)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
1. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Time Light B.V.,
gevestigd te Nijverdal,
verder te noemen: Time Light,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen: [eiser sub 2],
3. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser sub 3],
gevestigd te Nijverdal,
verder te noemen: [eiser sub 3],
eisers,
verder samen te noemen Time Light c.s.,
advocaat: mr. H.G.M. van Zutphen te Almelo,
tegen
1.
[gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen: gedaagde sub 1],
2. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2],
gevestigd te Hellendoorn,
verder te noemen: [gedaagde sub 2],
3. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Time Works B.V.,
gevestigd te Hellendoorn,
verder te noemen: Time Works,
gedaagden,
verder samen te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. H.F.J. Maissan te Hengelo (O).
Het procesverloop
Time Light c.s. heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. Bij akte heeft [gedaagde] een eis in voorwaardelijke reconventie ingediend.
Op 8 december 2010 heeft Time Light c.s. aanvullende stukken in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 8 december 2010. Ter zitting zijn verschenen:
- [eiser sub 2];
- mr. Van Zutphen namens Time Light c.s.;
- [gedaagde sub 1];
- mr. Maissan namens [gedaagde]
De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
Feiten
1.1 In deze zaak staat het navolgende vast.
1.2 Tussen [gedaagde sub 2]en Time Light B.V. (vertegenwoordigd door [gedaagde sub 1]) enerzijds en [eiser sub 2] anderzijds is een overeenkomst gesloten met betrekking tot (onder meer) de activa van eerstgenoemden, waaronder het bedrijfspand staande en gelegen aan de Bedrijvenweg 34 te Nijverdal (verder: het bedrijfspand).
1.3 De activa zijn overgedragen. [Eiser sub 2] is in een daarvoor opgerichte besloten vennootschap verder gegaan onder de naam ‘Time Light’. Time Light exploiteert thans in het gekochte bedrijfspand een reclamebureau.
1.4 In de overeenkomst onder punt 7. staat:
“Het is [gedaagde sub 1], zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de koper, niet toegestaan, gedurende een periode van 5 jaar en binnen een straal van 50 kilometer met als middelpunt de gemeente Hellendoorn, werkzaamheden te verrichten welke onder de doelomschrijving vallen van Time Light B.V.”.
1.5 Tussen [gedaagde sub 2] enerzijds en [eiser sub 3] en [eiser sub 2] anderzijds is een overeenkomst van geldlening gesloten ad € 50.000,--, ter zake van de verwerving van het bedrijfspand.
1.6 Tussen partijen is na het ondertekenen van de activaovereenkomst een conflict ontstaan. Ter oplossing van dit conflict zijn partijen op 18 juni 2010 onderhandelingen aangegaan. Naar aanleiding daarvan is een concept-vaststellingsovereenkomst opgesteld.
1.7 [Gedaagde sub 1] exploiteert thans [naam bedrijf] en houdt zich bezig met -kort gezegd- reclameactiviteiten.
Conventie
2.1 Time Light c.s. heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wege van voorlopige voorziening:
a. [gedaagde] te gebieden om met onmiddellijke ingang en primair tot 1 september 2014 het non-concurrentiebeding jegens Time Light c.s. onverkort na te komen, subsidiair het onrechtmatige gedrag jegens Time Light c.s. te staken, en de activiteiten en werkzaamheden in het kader van [naam bedrijf] te staken en gestaakt te houden, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat de overtreding van het non-concurrentiebeding na betekening van het vonnis voortduurt.
b. [gedaagde] te veroordelen aan Time Light c.s. te overhandigen alle haar toekomende klantengegevens en programmatuur alsmede welke documentatie dan ook of ander aan Time Light c.s. toebehorende eigendommen, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat de overtreding van het non-concurrentiebeding na betekening van het vonnis voortduurt;
c. [gedaagde] te gebieden op internet van RTV Hellendoorn een nader omschreven rectificatie te plaatsen;
d. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een voorschot op de door Time Light c.s. geleden c.q. nog te lijden schade van € 12.000,--;
e. [gedaagde sub 2] te veroordelen om de executie op te schorten en opgeschort te houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat de veroordeling wordt overtreden;
f. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente indien betaling van de proceskostenveroordeling niet binnen twee dagen na betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden.
2.2 Time Light c.s. heeft aan het gevorderde -kort weergegeven- het navolgende ten grondslag gelegd. Partijen hebben getracht hun geschillen te beslechten en hebben daartoe een concept-vaststellingsovereenkomst opgesteld, welke niet is ondertekend door beide partijen. Vóór ondertekening van de vaststellingsovereenkomst werd Time Light c.s. ermee bekend dat [gedaagde sub 1] een reclamebedrijf wilde beginnen. De afspraken zouden niet zijn gemaakt als Time Light c.s. had geweten dat [gedaagde sub 1] voornemens was een concurrerend bedrijf op te richten. Door [gedaagde sub 1] zijn verschillende klanten van Time Light aangeschreven. Tevens is een bericht op de lokale internetsite van RTV Hellendoorn geplaatst. [Gedaagde] brengt grote schade toe aan Time Light c.s. en handelt in strijd met het non-concurrentiebeding, dan wel onrechtmatig.
2.3 Time Light c.s. heeft alle betalingen opgeschort, omdat zij schade lijdt als gevolg van het handelen van [gedaagde] en wil verrekenen. Door de akte van geldlening te executeren maakt [gedaagde] misbruik van zijn executiebevoegdheid.
3.1 [Gedaagde] heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Time Light c.s. in de kosten van de procedure. [Gedaagde] heeft daartoe -kort weergegeven en voorzover thans van belang- aangevoerd dat er op 18 juni 2010 een minnelijke regeling is getroffen en dat de non-concurrentiebepaling is opgeheven. Van misleiding is geen sprake geweest. [Gedaagde] heeft niet onrechtmatig gehandeld. Door [gedaagde] is betwist dat Time Light c.s. belang heeft bij de vordering als weergegeven. [Gedaagde] beschikt niet over genoemde informatie. Niet aannemelijk is dat Time Light c.s. schade heeft geleden dan wel lijdt. [Gedaagde] heeft tevens gewezen op het restitutierisico aan de zijde van Time Light c.s.
3.2 Ten aanzien van de vordering tot schorsing van de executie heeft [gedaagde] aangevoerd dat er geen grond voor verrekening op grond van artikel 6:127 e.v. BW is nu de schuldenaar niet een prestatie heeft te vorderen die beantwoordt aan zijn schuld aan dezelfde wederpartij. De geldlening komt immers voort uit een rechtshandeling tussen [eiser sub 3] en [gedaagde sub 2], terwijl de procedure ter zake het concurrentiebeding betrekking heeft op Time Light. Tevens is verrekening op grond van artikel 9 van de notariële akte van geldlening uitgesloten.
Voorwaardelijke reconventie
4. Door [gedaagde] is een eis in voorwaardelijke reconventie ingediend. [Gedaagde] heeft gevorderd Time Light c.s. te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 8.000,-- op grond van artikel 1.2 van de vaststellingsovereenkomst alsmede het bedrag van € 1.500,-- op grond van artikel 1.4 van de vaststellingsovereenkomst te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2010 althans 4 oktober 2010 althans 8 december 2010, alsmede te veroordelen in de kosten van dit deel van de procedure.
5. Time Light c.s. heeft verweer gevoerd inhoudende dat de vaststellingsovereenkomst waarvan nakoming wordt gevorderd niet tot stand is gekomen. Zij heeft (naar de rechtbank begrijpt: subsidiair) een beroep gedaan op het recht van opschorting.
Overwegingen van de voorzieningenrechter
in conventie
6.1 Time Light c.s. heeft gesteld een spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen, hetgeen door [gedaagde] is betwist. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit de aard van de vorderingen van Time Light c.s. dat Time Light c.s. spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen.
6.2 Vaststaat dat een overeenkomst is gesloten tussen [gedaagde sub 2] en Time Light B.V. (vertegenwoordigd door [gedaagde sub 1]) enerzijds en [eiser sub 2] anderzijds. Na totstandkoming van deze overeenkomst is tussen partijen een conflict ontstaan, waarna partijen wederom in onderhandeling zijn gegaan.
Non-concurrentie
6.3 Partijen verschillen van mening over de vraag of een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen. Uit de stellingen van partijen ter zitting begrijpt de voorzieningenrechter dat [gedaagde] een andere versie van de vaststellingsovereenkomst heeft ondertekend dan Time Light c.s. Door partijen is ter zitting bevestigd dat zowel in de eerdere als in de latere versie van de vaststellingsovereenkomst een bepaling is opgenomen omtrent het opheffen van het non-concurrentiebeding. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat tussen partijen een afspraak tot stand is gekomen ten aanzien van het opheffen van het concurrentiebeding, waarmee alle partijen hebben ingestemd. Dat deze afspraak vervolgens niet in een (door beiden ondertekende) schriftelijke overeenkomst is vastgelegd, doet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter aan het tot stand komen van deze afspraak niet af.
6.4 Time Light c.s. heeft gesteld dat, wanneer zij zou hebben geweten dat [gedaagde] in de reclamebranche werkzaam zou zijn, zij niet zou hebben ingestemd met het opheffen van het non-concurrentiebeding. Partijen verschillen van mening over de gang van zaken voorafgaand aan de totstandkoming van de afspraak. [Gedaagde] heeft verklaard dat Time Light c.s. pas nadat zij heeft ingestemd met het opheffen van het non-concurrentiebeding heeft gevraagd wat [gedaagde sub 1] voornemens was te gaan doen, waarop [gedaagde sub 1] zou hebben verklaard dat nog niet te weten. Time Light c.s. heeft echter verklaard dat zij eerst heeft gevraagd wat [gedaagde sub 1] zou gaan doen, dat [gedaagde sub 1] heeft geantwoord dat hij iets heel anders zou gaan doen dan hij voorheen had gedaan, en dat Time Light c.s. pas daarna heeft ingestemd met opheffing van het non-concurrentiebeding. De onderliggende feiten zijn de voorzieningenrechter onvoldoende helder. Het beroep van Time Light c.s. op - zo de voorzieningenrechter aanneemt- dwaling is niet geschikt om in kort geding te worden beslist.
6.5 In het kader van de onderhavige procedure en op basis van de voorhanden gegevens kan voorshands onvoldoende worden vastgesteld of [gedaagde] op andere wijze onrechtmatig heeft gehandeld.
Rectificatie
6.6 De voorzieningenrechter zal het gevorderde zoals onder 2.1.a. weergegeven op grond van het bovenstaande afwijzen. De vordering tot het plaatsen van een rectificatie dient eveneens te worden afgewezen.
Overdracht gegevens
6.7 Time Light c.s. heeft -kort weergegeven- gevorderd [gedaagde] te veroordelen om alle haar toekomende klantengegevens, programmatuur en documentatie aan Time Light c.s. te overhandigen. Daartoe heeft Time Light c.s. gesteld dat zij denkt dat, nu [gedaagde] klanten van Time Light direct heeft benaderd, [gedaagde] over dergelijke gegevens beschikt. [Gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat hij over dergelijke gegevens en programmatuur beschikt. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er onvoldoende grondslag om een vordering als deze, die zeer algemeen is geformuleerd, toe te wijzen.
Voorschot schadevergoeding
6.8 Het gevorderde voorschot op de schade zal worden afgewezen. Voor toewijzing van een geldvordering binnen het kader van een kort geding moet in ieder geval de voorwaarde zijn vervuld dat het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende duidelijk geworden óf en zo ja welke schade Time Light c.s. heeft geleden.
Verbod executie
6.9 Gelet op het bovenstaande is thans onvoldoende grondslag om [gedaagde sub 2] te veroordelen om de executie op te schorten en opgeschort te houden. Van misbruik van bevoegdheid is de voorzieningenrechter niet gebleken.
in reconventie
6.10 Aan de door [gedaagde] gestelde voorwaarde voor de reconventionele vordering is voldaan.
6.11 De gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling -bij afweging van de belangen van partijen- aan toewijzing niet in weg staat (o.a. HR 28 mei 2004, NJ 2004, 602). Nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] een spoedeisend belang heeft bij de toewijzing van haar vordering zal de voorzieningenrechter [gedaagde] niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
7. De voorzieningenrechter zal Time Light c.s. als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de conventie veroordelen. [Gedaagde] zal in de kosten van de reconventie worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
in conventie:
I. Wijst de vorderingen van Time Light c.s. af.
II. Veroordeelt Time Light c.s. in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 560,-- aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart onderdeel II. uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
IV. Verklaart [gedaagde] niet-ontvankelijk in haar vordering.
V. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Time Light c.s. begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.