ECLI:NL:RBALM:2010:BO5386

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
24 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
114931 / KG ZA 10-246
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medewerking wijziging tenaamstelling en ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid hypothecaire geldlening

In deze zaak heeft eiseres, die in een geregistreerd partnerschap heeft gezeten met gedaagde, gevorderd dat gedaagde medewerking verleent aan de wijziging van de tenaamstelling van een hypothecaire geldlening en haar ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De partijen zijn op 3 oktober 2005 gehuwd en hebben hun huwelijk op dezelfde datum omgezet in een geregistreerd partnerschap, dat op dezelfde dag is beëindigd. Gedaagde is eigenaar van de voormalige echtelijke woning, die gefinancierd is door een hypothecaire lening bij de SNS-bank, waarvoor eiseres hoofdelijk aansprakelijk is. Eiseres heeft ernstige financiële problemen door deze aansprakelijkheid en vordert dat gedaagde de benodigde formulieren en inkomensgegevens aan de bank overlegt om haar uit de aansprakelijkheid te ontslaan.

De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 15 oktober en 19 november 2010. Eiseres heeft haar vordering toegelicht, terwijl gedaagde heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Gedaagde stelt dat hij de benodigde formulieren al heeft ingediend, maar dat hij nog niet in staat is om de inkomensgegevens te overleggen, omdat zijn accountant de jaarcijfers nog niet heeft opgesteld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, omdat zij geen minnelijke schuldregeling kan treffen zolang zij hoofdelijk aansprakelijk is.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde moet zorgen voor de benodigde documenten en heeft de vordering van eiseres toegewezen, met uitzondering van de gevorderde dwangsom, die is verlaagd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 24 november 2010 door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 114931 / KG ZA 10-246
datum vonnis: 24 november 2010 (j.v.r.)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat: mr. J. Hofstede te Almelo,
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde,
advocaat: mr. J.J.G. Pieper te Almelo.
Het procesverloop
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Gedaagde heeft vooruitlopend op de zitting producties in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 15 oktober 2010. De zaak is vervolgens vier weken aangehouden en is voortgezet behandeld ter terechtzitting van 19 november 2010.
Ter zitting zijn (beide keren) verschenen: eiseres, vergezeld door mr. Hofstede, en gedaagde, vergezeld door mr. Pieper. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast.
- Partijen zijn gehuwd geweest. Zij hebben hun huwelijk op 3 oktober 2005 bij notariële akte omgezet in een geregistreerd partnerschap, welke akte op dezelfde datum is ingeschreven in de registers van geregistreerde partnerschappen van de gemeente Hellendoorn. Het geregistreerd partnerschap is op dezelfde dag bij notariële akte beëindigd, waarbij tevens de gevolgen van deze beëindiging zijn geregeld.
- Gedaagde is eigenaar van de voormalige echtelijke woning, die (mede)gefinancierd is door middel van een (tweede) hypothecaire geldlening van de SNS-bank te Hengelo, voor welke lening eiseres zich mede - hoofdelijk - heeft verbonden.
2. Eiseres vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis - uitvoerbaar bij voorraad - (onder a.) gedaagde gelast om binnen één week na betekening van het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot het aan de SNS-bank te Hengelo overleggen van de formulieren, inhoudende het verzoek tot wijziging van de tenaamstelling en ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van eiseres betreffende de op de voormalige echtelijke woning rustende hypothecaire geldlening (rek.nr.], en de daarbij vereiste inkomensgegevens, alsmede alles in het werk te stellen c.q. alle financiële stukken te overleggen welke noodzakelijk zijn voor de behandeling van voormelde formulieren door de SNS-bank, althans en in elk geval alles in het werk te stellen om de voormelde wijziging tenaamstelling en ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met spoed te bewerkstelligen. Daarnaast vordert eiseres (onder b.) te bepalen dat gedaagde een dwangsom groot € 1.000,--, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag, verschuldigd zal zijn voor elke dag waarop hij zich niet houdt aan het in deze te wijzen vonnis. Tevens vordert zij (onder c.) gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding.
2.1. Eiseres stelt dat partijen volgens de beëindigingsovereenkomst ter zake de ontbinding van het geregistreerd partnerschap hebben afgesproken dat de hypotheken op naam van gedaagde worden gezet en dat eiseres wordt ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. Zij heeft gedaagde aangemaand om deze zaken te bewerkstelligen. Gedaagde heeft de hiertoe vereiste inkomensgegevens echter nog niet aan de bank verstrekt. Eiseres stelt dat zij ernstige financiële problemen ondervindt als gevolg van het feit dat zij nog steeds hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire lening.
3. Gedaagde concludeert tot afwijzing van de vordering en veroordeling van eiseres in de proceskosten.
3.1. Gedaagde stelt dat hij de benodigde formulieren reeds aan de bank heeft verstuurd. Hij is echter nog niet in staat om de benodigde inkomensgegevens te overleggen. Gedaagde heeft samen met zijn broer een eigen bedrijf gehad, dat inmiddels zijn activiteiten heeft gestaakt. De accountant van gedaagde heeft de jaarcijfers van het bedrijf van de afgelopen jaren nog niet opgesteld. Enkel de jaarcijfers van 2007 zijn thans gereed. Gedaagde stelt dat hij afhankelijk is van zijn accountant. Zodra de jaarcijfers gereed zijn, zal gedaagde deze overleggen aan de SNS-bank.
4. De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
4.1. Eiseres stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening aangezien zij ernstige financiële problemen ondervindt doordat zij nog steeds hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire lening. Zij kan geen minnelijke schuldregeling treffen vanwege de hoge hypotheekschuld. De voorzieningenrechter overweegt dat een minnelijke schuldsanering onmogelijk is zolang zij hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire lening. Hier zou verandering in kunnen komen als gedaagde de benodigde bescheiden aan de SNS-bank overlegt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiseres een spoedeisend belang heeft.
4.2. De voorzieningenrechter overweegt dat in de door de notaris gewaarmerkte bijlage van de beëindigingsovereenkomst staat vermeld dat de hypotheken op naam van gedaagde moeten worden gezet. Een redelijke uitleg hiervan brengt met zich mee dat gedaagde ervoor dient te zorgen dat hij de (enige) debiteur van de hypothecaire leningen wordt en dat hij de bank moet (trachten te) bewegen om eiseres uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan. Hierbij overweegt de voorzieningenrechter dat is gebleken dat gedaagde bereid is om mee te werken en al het mogelijke te doen om deze zaken te bewerkstelligen. Hij heeft de benodigde formulieren voor het verzoek tot wijziging tenaamstelling en ontslag van eiseres uit de hoofdelijke aansprakelijkheid reeds bij de SNS-bank ingeleverd. Daarnaast heeft de accountant van gedaagde de beschikking over alle benodigde gegevens om de jaarcijfers vast te stellen.
Gelet op de overgelegde producties en hetgeen partijen ter zitting hebben verklaard verstaat de voorzieningenrechter onder “de benodigde inkomensgegevens” de jaarcijfers van de afgelopen drie boekjaren, zijnde 2007, 2008 en 2009, alsmede de definitieve IB-beschikkingen over 2007. Gedaagde dient deze bescheiden aan de SNS-bank te overleggen.
4.3. Gelet op bovenstaande overwegingen zal de voorzieningenrechter de vordering (onder a.) toewijzen in die zin dat gedaagde wordt gelast om de benodigde formulieren voor het verzoek tot wijziging tenaamstelling en ontslag van eiseres uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en de jaarcijfers van 2007, 2008 en 2009 en de definitieve IB-beschikking van 2007 aan de bank te overleggen, alsmede alles in het werk te stellen wat redelijkerwijs mogelijk is voor de behandeling van voormelde formulieren door de SNS-bank.
4.4. De door eiseres gevorderde dwangsom van € 1.000,-- per dag is naar het oordeel van de voorzieningenrechter te hoog. Volstaan kan worden met een dwangsom van € 50,-- per dag waarop gedaagde zich niet houdt aan dit vonnis, met een maximum van € 2.500,--.
5. In de omstandigheid dat partijen gewezen echtelieden zijn, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Gelast gedaagde om binnen één week na betekening van dit vonnis over te gaan tot het aan de SNS-bank te Hengelo overleggen van de formulieren, inhoudende het verzoek tot wijziging van de tenaamstelling en ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van eiseres betreffende de op de voormalige echtelijke woning rustende hypothecaire geldlening [rek.nr], en de jaarcijfers van 2007, 2008 en 2009 en de definitieve IB-beschikking over 2007, alsmede alles in het werk te stellen wat redelijkerwijs mogelijk is voor de behandeling van voormelde formulieren door de SNS-bank, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,-- voor iedere dag dat aan deze veroordeling niet wordt voldaan, met een maximum van € 2.500,--.
II. Compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
III. Verklaart onderdeel I uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.