ECLI:NL:RBALM:2010:BO5100
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing verkeersbesluit tot verplaatsing weekmarkt Tubbergen
In deze zaak gaat het om een verzoek tot schorsing van een verkeersbesluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tubbergen, dat op 13 oktober 2010 is genomen. Dit besluit betreft de verplaatsing van de weekmarkt van het Raadhuisplein naar de Grotestraat, met als doel de verkeersveiligheid te waarborgen tijdens de weekmarkten. De voorzieningenrechter heeft op 19 november 2010 de behandeling van het verzoek gesloten en onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het besluit van 13 oktober 2010 geschorst tot zes weken na de beslissing op het bezwaarschrift. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op € 11,08, en is het griffierecht van € 298,- aan verzoekers vergoed.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de verweerder bij het nemen van het verkeersbesluit een ruime beoordelingsmarge toekomt. Het is aan de verweerder om de betrokken belangen tegen elkaar af te wegen. De rechter zal zich terughoudend opstellen en enkel toetsen of het besluit in strijd is met wettelijke voorschriften of dat er sprake is van een onevenwichtige belangenafweging. In dit geval heeft de verweerder het verkeersbesluit genomen ter waarborging van de verkeersveiligheid, wat op zichzelf niet onredelijk is. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat de verzoekers, die als ondernemers in de Grotestraat zijn gevestigd, omzetverlies hebben geleden door de verplaatsing van de weekmarkt.
De voorzieningenrechter heeft ook geconstateerd dat er een handtekeningenlijst is overgelegd door de verzoekers, waaruit blijkt dat 22 van de 25 betrokken ondernemers de weekmarkt liever weer op het Raadhuisplein zien. De verweerder heeft daarentegen gesteld dat uit een evaluatie zou blijken dat 80% van de winkeliers voor de definitieve verplaatsing is, maar dit standpunt is niet onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de verweerder zijn argumenten voor de verplaatsing van de weekmarkt niet voldoende heeft onderbouwd en dat het belang van de verzoekers zwaarder weegt dan de door de verweerder genoemde belangen. Daarom is het verzoek tot schorsing toegewezen.