ECLI:NL:RBALM:2010:BO1400

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
14 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-710282-10, 08-720209-10 (gev. ttz) en 08-720574-10 (gev ttz)
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en inbraak door minderjarige verdachte in Hengelo

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 14 oktober 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen met braak en een diefstal met geweld. De verdachte, geboren in 1994 en woonachtig in Zutphen, werd beschuldigd van diefstal uit een cafetaria in Hengelo op 13 december 2009, waarbij hij samen met anderen een geldbedrag heeft weggenomen en daarbij geweld heeft gebruikt tegen een medewerkster. Daarnaast was de verdachte betrokken bij meerdere inbraken in winkels en woningen in Hengelo in de periode van september 2009 tot maart 2010. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in een korte periode samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan ernstige strafbare feiten, waarbij hij niet alleen de toegang tot de plaatsen des misdrijf heeft verschaft door middel van braak, maar ook geweld heeft gebruikt om zijn doelen te bereiken. De rechtbank heeft de nadruk gelegd op de begeleiding van de verdachte, gezien zijn jeugdige leeftijd en de aanbevelingen van de jeugdreclassering. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 1 jaar, waarvan 183 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is er een werkstraf van 60 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder een bedrag van €750,- aan de medewerkster van de cafetaria voor geleden schade en smartengeld. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard, zodat deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector strafrecht
parketnummers: 08/710282-10, 08/720209-10 (gev. ttz) en 08/720574-10 (gev ttz)
datum vonnis: 14 oktober 2010
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen de minderjarige verdachte:
[verdachte 2],
geboren op [1994] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
nu verblijvende in JPC De Sprengen te Zutphen.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op terechtzitting met gesloten deuren van 30 september 2010. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. Hofstee en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. P.M. Breukink, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.
2. De tenlasteleggingen
De verdenking onder parketnummer 08/710282-10 komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: zich op of omstreeks 13 december 2009 met anderen in Hengelo heeft schuldig gemaakt aan diefstal met (bedreiging met) geweld.
Feit 2: zich in de maand september 2009 met anderen meermalen schuldig heeft gemaakt aan een inbraak bij de Schlecker in Hengelo.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 13 december 2009, in de gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een cafetaria aan de
[naam] heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan die cafetaria [naam] en/of [benadeelde 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen een medewerkster van die cafetaria genaamd
[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 2] met een mes heeft/hebben gedreigd en/althans
die [slachtoffer 2] dat mes heeft/hebben getoond/voor gehouden en/of dat mes op die
[slachtoffer 2] heeft/hebben gericht gehouden en/althans met dat mes ten opzichte van
die [slachtoffer 2] heeft/hebben gemanipuleerd;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de maand september 2009 in de
gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel
aan de [adres] heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten/shag, in elk
geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma
Schlecker, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming;
De rechtbank heeft een kennelijke verschrijving in de tenlastelegging, te weten [naam] verbeterd in [naam], nu verdachte daardoor niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad.
De verdenking onder parketnummers 08/720209-10 komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: zich op of omstreeks 6 maart 2010 met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een bromfiets/snorfiets.
Feit 2: zich in de periode van 13 september 2009 tot en met 16 september 2009 schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een bromfiets/snorfiets, subsidiair ten laste gelegd als opzetheling en meer subsidiair ten laste gelegd als schuldheling.
Voluit luidt de tenlastelegging onder parketnummer 08/720209-10 aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 06 maart 2010,
in de gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (aan/vanaf de Beekstraat) heeft
weggenomen een bromfiets/snorfiets (merk Piaggio, type Ciao), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 13 september 2009 tot en met 16 september
2009,
in de gemeente Hengelo (O),
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (vanaf/aan de Uitslagsweg)
heeft weggenomen een bromfiets/snorfiets (merk Tomos, type A3), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of
verbreking
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 13 september 2009 tot en met 16 september
2009,
in de gemeente Hengelo (O), in elk geval in Nederland,
een bromfiets/snorfiets (merk Tomos, type A3) heeft verworven, voorhanden
heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die bromfiets/snorfiets wist dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 13 september 2009 tot en met 16 september
2009,
in de gemeente Hengelo (O), in elk geval in Nederland,
een bromfiets/snorfiets (merk Tomos, type A3) heeft verworven, voorhanden
heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die bromfiets/snorfiets redelijkerwijs had
moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof
De verdenking onder parketnummer 08/720574-10 komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich in de nacht van 21 augustus 2009 op 22 augustus 2009 met anderen schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak in Hengelo.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij in of omstreeks de nacht van 21 augustus 2009 op 22 augustus 2009 in de
gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres]
heeft weggenomen een of meer relatiegeschenk(en) en/of fiets(en) en/of
(diverse) electronica/video- en/of audio-apparatuur en/of gita(a)r(en),
en/althans/in elk geval enig (ander) goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 en 2 onder parketnummer 08/710282-10, voor de feiten 1 en 2 subsidiair onder parketnummer 08/720209-10 en het tenlastegelegde feit onder parketnummer 08/720574-10, wordt veroordeeld tot jeugddetentie voor de tijd van 1 jaar waarvan 184 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest, waarbij als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen van de William Schrikker Jeugdreclassering, ook indien dit betekent dat veroordeelde de eerste drie maanden van deze toezichtperiode zal deelnemen aan ITB-Harde Kern. Verder heeft de officier van justitie geconcludeerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [benadeelde 1] voor het gehele bedrag van respectievelijk € 1000.00 en € 459,00 dienen te worden toegewezen.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
5.1 Parketnummer 08/710282-10
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen.
5.2 Parketnummer 08/720574-10
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
5.3 Parketnummer 08/720209-10, feit 1
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 1 wettig en overtuigend bewezen.
5.4 Parketnummer 08/720209-10, feit 2
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van de brom/snorfiets van [benadeelde 3].
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder
parketnummer 08/720209-10, feit 2 is ten laste gelegd. Zij voert hiertoe aan dat verdachte de brom/snorfiets heeft gekregen van een kennis met het verzoek hieraan te sleutelen. Er is geen bewijs voor diefstal, danwel opzet/schuldheling van deze brom/snorfiets door verdachte.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, danwel opzet/schuldheling van brom/snorfiets, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat uit de verklaringen in het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte de brom/snorfiets heeft gestolen of dat hij ten tijde van het voorhanden krijgen van de brom/snorfiets wist of moest vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was.
5.5 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/720209-10 sub 2 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder parketnummer 08/710282-10 feit 1 en feit 2 tenlastegelegde, het onder parketnummer 08/720574-10 en het onder parketnummer 08/720209-10 feit 1 heeft begaan met dien verstande dat:
ten aanzien van parketnummer 08/710282-10:
1.
hij op 13 december 2009, in Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een cafetaria aan de
Oldenzaalsestraat (Peca) heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan die cafetaria Peca en/of [benadeelde 1], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen een medewerkster van die cafetaria genaamd [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
die [slachtoffer 2] met een mes heeft gedreigd en dat mes op die [slachtoffer 2] heeft gericht gehouden.
2.
hij op tijdstippen in de maand september 2009 in Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel aan de Beethovenlaan heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten/shag, toebehorende aan de firma Schlecker, waarbij verdachte en zijn mededaders zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen telkens onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
ten aanzien van parketnummer 08/720209-10:
1.
hij op 6 maart 2010, in Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een ander, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bromfiets/snorfiets (merk Piaggio, type Ciao), toebehorende aan [benadeelde 2], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
ten aanzien van parketnummer 08/720574-10:
hij in de nacht van 21 augustus 2009 op 22 augustus 2009 in Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de Uitslagweg heeft weggenomen relatiegeschenken en fietsen en electronica/video- en audio-apparatuur en gitaren, toebehorende aan
[benadeelde 4], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/710282-10 sub 1 en sub 2, het onder parketnummer 08/720574-10 en het onder parketnummer 08/720209-10 sub 1 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 47, 310, 311 en 312 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 08/710282-10 feit 1:
het misdrijf: "diefstal vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen",
ten aanzien van parketnummers: 08/710282-10 feit 2:,
het misdrijf: "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd"
ten aanzien van parketnummer: 08/720209-10 feit 1:
"diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak."
ten aanzien van parketnummer: 08/720574-10:
"diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak."
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1 De gronden voor een straf of maatregel
Verdachte heeft zich in augustus 2009 met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met braak in een woning in Hengelo. Deze inbraak getuigt van een gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen. Opvallend bij dit feit is het gedrag van verdachte en zijn mededaders. Uit de bij de politie afgelegde verklaringen blijkt namelijk dat verdachte en zijn mededaders een lange tijd in de woning zijn geweest. Zij hebben hier spullen overhoop gehaald, etenswaren klaargemaakt en genuttigd en het huis met ketchup en mayonaise besmeurd. De bewoners, die ten tijde van de inbraak aan het werk waren, troffen toen zij
’s ochtends thuis kwamen, in hun woning een enorme ravage aan. Hoewel verdachte geen leidende rol heeft gehad bij deze inbraak, acht de rechtbank het kwalijk dat hij hieraan heeft meegedaan.
Verdachte is in september 2009 betrokken geweest bij een tweetal inbraken bij de Schlecker in Hengelo. Verdachte en zijn mededaders hadden donkere kleding aangetrokken en bandana’s voor hun gezicht gedaan om niet herkend te worden. Omdat de eerste inbraak zo gemakkelijk verliep, hebben verdachte en zijn mededaders besloten om een aantal weken later opnieuw in te breken. Het spreekt voor zich dat de inbraken hebben bijgedragen aan de nodige negatieve gevoelens bij de eigenaar van de Schlecker, tot overlast en financieel nadeel.
Verdachte heeft bij de diefstal met geweld bij cafetaria [naam] in Hengelo een belangrijke rol gehad. Het was zijn idee om de cafetaria te overvallen en hij heeft hiervoor voorbereidingen getroffen. Verdachte en de mededaders hadden voor de overval expres donkere kleding aangetrokken en een bandana voor hun gezicht gedaan. Ook had verdachte speciaal voor de gelegenheid handschoenen gekocht. Verdachte en mededaders wilden met twee balletjespistolen de overval plegen, maar zijn deze pistolen uiteindelijk vergeten mee te nemen. Verdachte heeft de medewerkster van de cafetaria met een mes bedreigd. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij dit mes heeft gebruikt om de medewerkster schrik aan te jagen. De medewerkster van de cafetaria heeft de overval, blijkens haar verklaring bij de politie, als zeer beangstigend ervaren en het mag als een feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat feiten als deze een grove aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers inhouden en te verwachten valt dat de slachtoffers nog geruime tijd zullen lijden onder de psychische gevolgen van deze traumatische ervaringen. Bovendien brengen dergelijke feiten maatschappelijke gevoelens van onveiligheid en onrust met zich mee.
Tot slot heeft verdachte zich op 6 maart 2010 met een ander schuldig gemaakt aan diefstal van een brom/snorfiets.
De hierboven weergegeven opsomming van de bewezenverklaarde feiten maakt duidelijk dat verdachte zich in een relatief korte periode samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan overwegend ernstige strafbare feiten. Verdachte heeft het merendeel van deze feiten niet in een opwelling gepleegd, maar deze zorgvuldig voorbereid en gepland. De rechtbank maakt zich dan ook zorgen over de ontwikkeling van verdachte. Ter terechtzitting heeft verdachte te kennen gegeven dat in zijn beleving voornamelijk het contact met verkeerde vrienden tot delictgedrag heeft geleid. Hij heeft verklaard dat hij graag met een schone lei wil beginnen en de hulp van de William Schrikker Jeugdreclassering wil accepteren. Hij ziet de noodzaak in van het verbreken van het contact met zijn verkeerde vrienden en heeft zich hiertoe bereid verklaard. Ten voordele van verdachte strekt dat hij, blijkens het uittreksel uit het documentatieregister, niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank rekening houden met verdachtes jeugdige leeftijd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde, zoals blijkt uit de psychologische rapportage van drs. J.H.A.M. Kobussen d.d. 17 augustus 2010, welke conclusie de rechtbank overneemt. Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 28 september 2010. De rechtbank weegt tevens mee hetgeen de heer N. Giesen, reclasseringswerker van de William Schrikker Jeugdreclassering ter terechtzitting naar voren heeft gebracht. Giesen heeft gewezen op het belang van begeleiding van verdachte en het belang van deelname aan het project ITB-Harde Kern.
De rechtbank is, alles overwegende, van oordeel dat de nadruk dient te liggen op begeleiding van verdachte en dat in verband daarmee, naast een werkstraf van 60 uren, volstaan kan worden met een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de in voorarrest doorgebrachte tijd en een voorwaardelijke jeugddetentie met toezicht van de jeugdreclassering als bijzondere voorwaarde, waarbinnen verdachte in de eerste periode van de toezichtperiode dient deel te nemen aan het project ITB-Harde Kern.
9. De schade van benadeelden
[slachtoffer 2], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.000,- (duizend euro), als “voorschot” voor geleden schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Deze schade bestaat uit de volgende post:
- Smartengeld ad € 1.000,- .
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag voor verdachte erg hoog is. Wellicht kan het bedrag worden verdeeld tussen de medeverdachten, zodat verdachte slechts € 250,- hoeft te betalen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit 1 onder parketnummer 08/710282-10, de diefstal met geweld, rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De rechtbank acht het gevorderde smartengeld toewijsbaar tot een bedrag van € 750,-. Daarnaast wordt de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd toegewezen. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis. De rechtbank begroot die kosten tot op heden op nihil.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering voor dat deel slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[benadeelde 1], wonende te Hengelo aan de {adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 459,- (vierhonderd negenenvijftig euro). Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- Gestolen kasgeld, ad € 210,-;
- Kosten camerasysteem, ad € 249,- .
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering met betrekking tot de post “kosten camerasysteem” dient te worden afgewezen nu deze schade niet rechtstreeks volgt uit het bewezenverklaarde feit.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit 1 onder parketnummer 08/710282-10, de diefstal met geweld, rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De rechtbank acht de gevorderde schade onder de post “gestolen kasgeld” geheel toewijsbaar. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis. De rechtbank begroot die kosten tot op heden op nihil. De schade gevorderd onder de post “kosten camerasysteem” is naar het oordeel van de rechtbank niet toewijsbaar nu deze schade niet rechtstreeks voorvloeit uit het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit deel niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering voor dat deel slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2 De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in art.36f Sr niet opleggen nu dit door de officier van justitie niet is gevorderd. Bovendien heeft verdachte zich ter terechtzitting bereid verklaard om de schade te vergoeden.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg Sr.
11. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/720209-10 feit 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/720209-10 feit 1
tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/710282-10 feit 1 en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan,
zoals hierboven omschreven;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/720574-10 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/720209-10 feit 1, onder parketnummer
08/710282-10 feit 1 en feit 2, onder parketnummer 08/720574-10 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem
daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Ten aanzien van parketnummer 08/710282-10 feit 1:
het misdrijf: "diefstal vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen",
ten aanzien van parketnummers: 08/710282-10 feit 2:,
het misdrijf: "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd"
ten aanzien van parketnummer: 08/720209-10 feit 1:
"diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak."
ten aanzien van parketnummer: 08/720574-10:
"diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak."
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08/710282-10, feit 1, 08/710282-10 feit 2 , 08/720209-10 feit 1 en 08/720574-10 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 1 jaar, waarvan 183 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de William Schrikker Jeugdreclassering, waarbij verdachte in de eerste periode van het reclasseringstoezicht dient deel te nemen aan ITB-Harde Kern.
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van 60 uren;
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
Schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 750,- (vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2009), voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van een bedrag van € 210,- voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang 15 oktober 2010 te 9.00 uur.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Taalman, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. L.T. Vogel en mr. C. Verdoold, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Falkmann, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2010.