De rechtbank heeft het voor de beoordeling en afdoening van de onderhavige strafzaak vervolgens noodzakelijk geacht dat de deskundige Erwich nader ter terechtzitting omtrent zijn bevindingen zal worden gehoord.
Tijdens dat verhoor ter terechtzitting van 24 september 2010, waarbij de deskundige heeft gepersisteerd bij de inhoud van zijn in voormelde rapportage beschreven rapport en de daarin opgenomen conclusie, is door de deskundige aan de hand van vraagstelling door de rechtbank onder meer -zakelijk weergegeven- verklaard:
-placentaloslating komt in ongeveer 1% van alle zwangerschappen voor, waarbij naast een
mogelijk trauma, belangrijke risicofactoren zijn loslating bij eerdere zwangerschappen,
hetgeen in dit geval niet aan de orde is, roken, gebruik van cocaïne en hoge bloeddruk;
-in verreweg de meeste gevallen van placentaloslating is geen aanwezigheid van één van de
genoemde risicofactoren vast te stellen. Tussen trauma en loslating is dus geen 1 op 1
situatie, zodat alleen kan worden gekomen tot de classificering “mogelijk”of “waarschijnlijk”
en het 100 % bewijs nooit kan worden geleverd. In dit geval heb ik gekozen voor “mogelijk”;
-bij aanwezigheid van één van de risicofactoren komt ook dikwijls geen placentaloslating
voor. Zo kunnen stevige rokers toch dikwijls kinderen krijgen en zijn ook gevallen bekend
van vrouwen die met de fiets vielen en met de buik op het stuur terecht kwamen en geen last
hebben gehad van placentaloslating. De buik kan vaak verrassend veel verdragen;
-als er een verscheuring is geweest van kinderlijke bloedvaten, waarbij bloed van het kind bij
de moeder gekomen is, de hiervoor bedoelde transfusie, dan is dat in dit verband zeker
belangrijk, maar ook dit kan gebeuren zonder trauma. Het kan dus ook spontaan gebeuren,
ook bij niet roken, geen cocaïne gebruik en geen hoge bloeddruk. Ook in dat geval blijf voor
wat betreft de relatie de classificatie dan steken bij “mogelijk”.
-het trauma, voor zover dat heeft plaatsgehad, is mogelijk een bijdrage voor placentaloslating,
maar het is ook mogelijk dat het spontaan geschiedt. Het is juist dat wanneer men alle
gevallen van placentaloslating bij elkaar neemt, daarvan dan het grootste deel een spontane
en niet te verklaren loslating betreft. Er zijn risicofactoren die de kans op een loslating
wellicht 2 of 3 keer vergroten, maar hoeveel een trauma in de zin van een flinke trap in de
buik, die kans vergroot, weet denk ik niemand. Men kan het ook omdraaien en zeggen: hoe
vaak zie je vrouwen die van de fiets gevallen zijn met het stuur in de buik of die een auto
ongeval hebben gehad, met daarbij een placenta loslating als gevolg. Die gevallen zijn
zeldzaam. Op zich is een kind namelijk goed beschermd. In de literatuur staat die relatie
echter wel beschreven, dus helemaal naast je neerleggen kan ook weer niet.
-zoals ik heb aangegeven treedt in 1% van de zwangerschappen een placenta loslating op en
binnen die gevallen van placenta loslating is in verreweg voor het grootste gedeelte geen
oorzaak aan te wijzen, zoals trauma, roken of drugsgebruik. In dat verband wordt mij
voorgehouden dat ik in mijn rapport van 2 februari 2009, direct vóór de zinsnede “ik acht die
relatie dan ook mogelijk” heb geschreven dat een trauma aan de zwangere buik een
belangrijke bijdragende factor is geweest voor het in de buik overlijden van het kind”.
Gevraagd in dit verband, dat als er nu zoveel gevallen van onbekende oorzaken zijn, in
hoeverre dan eigenlijk gezegd kan worden dat het trauma 10 dagen vóór de geboorte een
belangrijke bijdrage is geweest, anders gezegd heeft het bijgedragen of is er niet veel meer
sprake van een statistische kans dat het een andere, onbekende oorzaak is geweest, antwoord
ik dat ik bedoelde zinsnede niet voor niets zo heb opgeschreven, want er is sprake van een
trauma en je hebt het verhaal dat er op volgt. 1 + 1 = bijna 2, maar lastig is dat dat nooit met
100% zekerheid kan worden gezegd. De relatie is er echter wel. Uiteraard is de 1 op 1 relatie
moeilijker te leggen naarmate het tijdsverloop tussen trauma en placenta loslating langer is,
maar daar bestaan niet veel publicaties over. Tien dagen is een wat langere tijd, maar
bevreemdend zou het niet zijn;
-gevraagd naar de mogelijkheid of er voor een bloedtransfusie tussen moeder en kind behalve
een trauma ook andere oorzaken denkbaar zijn, dan is dat inderdaad het geval. De meeste
bloedtransfusies zijn ook spontaan. Met name in de tweede helft van de zwangerschap is
spontane transfusie mogelijk, sterker nog die treedt bij elke zwangerschap op, alleen de
hoeveelheid is dan niet significant belangrijk.