ECLI:NL:RBALM:2010:BN8858

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
111444 / FA RK 10-634 (MHL)
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Lecq
  • A. Blankestijn
  • H. Heijink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van de geboorteakte en naamskeuze bij bipatride kind

In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 16 juni 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van de geboorteakte van een bipatride kind, geboren uit een Egyptische vader en een Nederlandse moeder. De vader heeft de Egyptische nationaliteit en een zogenaamde 'namenreeks', terwijl de moeder de Nederlandse nationaliteit heeft. Het verzoekschrift, ingediend door de officier van justitie, betreft de verbetering van de geboorteakte met aktenummer 101245 van het jaar 2007, waarin de naam van het kind en de spelling van de naam van de vader gecorrigeerd dienen te worden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 juni 2010 zijn de vader, de moeder en de ambtenaar van de burgerlijke stand verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders bij de aangifte van de geboorte geen geslachtsnaam voor het kind hebben gekozen, wat volgens de Nederlandse wetgeving vereist is. De rechtbank overweegt dat het recht op een naam, inclusief een geslachtsnaam, een fundamenteel recht is dat wordt beschermd door internationale verdragen. De ambtenaar van de burgerlijke stand had de keuze van de ouders niet mogen accepteren, aangezien een namenreeks geen geslachtsnaam is volgens het Nederlands recht.

De rechtbank heeft besloten dat de akte van de geboorte van het kind moet worden verbeterd, waarbij de voornamen van het kind worden gewijzigd in de juiste spelling en de naam van de vader wordt aangepast. Het verzoek om de naam [EZ] toe te voegen aan de namen van het kind is afgewezen, omdat dit moet worden beschouwd als een verzoek tot voornaamswijziging, wat niet binnen de bevoegdheid van de rechtbank valt. De ouders kunnen echter wel een verzoek tot vaststelling van een geslachtsnaam indienen, indien gewenst. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing om de akte te verbeteren en het overige verzoek af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 111444 / FA RK 10-634 (MHL)
Beschikking van de meervoudige kamer van de rechtbank Almelo d.d. 16 juni 2010 in de zaak van:
de officier van justitie in het arrondissement Almelo, verzoeker,
en
1. [naam 1], nader te noemen ‘de vader’,
wonende te [woonplaats];
2. [naam 2], nader te noemen ‘de moeder’,
wonende te [woonplaats];
2. de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Enschede,
zetelend te Enschede,
belanghebbenden.
Het procesverloop
Op 10 mei 2010 is ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift met bijlagen ingekomen van de officier van justitie tot het gelasten van de verbetering van de akte van geboorte met aktenummer 101245 van het jaar 2007.
Op 7 juni 2010 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waar de officier van justitie, de vader en de moeder en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Enschede zijn verschenen.
De beschikking is bepaald op heden.
De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing
1. Aan de hand van de stukken is het navolgende komen vast te staan:
- in 2007 is te [plaats] geboren [naam kind], hierna te noemen [naam kind], zoon van de vader en de moeder voornoemd;
- van de geboorte van [naam kind] is een geboorteakte opgemaakt, welke onder nummer 101245 is ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente Enschede over het jaar 2007;
- de vader van [naam kind] heeft de Egyptische nationaliteit en heeft een zogenaamde ‘namenreeks’, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar voornamen en geslachtsnaam;
- de moeder van [naam kind] heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft als geslachtsnaam [naam];
- [naam kind] heeft uitsluitend de Nederlandse nationaliteit;
- de vader en de moeder zijn op 27 februari 2007 in Egypte met elkaar gehuwd.
2. In de geboorteakte van [naam kind] is bij de categorie “Kind” opgenomen:
Geslachtsnaam : -
Voornamen : [naam kind]
In de geboorteakte van [naam kind] is bij de categorie “Ouders” opgenomen:
Naam vader : [naam 1]
Voornamen vader : -
Geslachtsnaam moeder : [naam 2]
Voornamen moeder :
3. Uit de geboorteakte van de vader en de beëdigde vertaling daarvan blijkt dat de namen van de vader op een andere wijze dienen te worden gespeld dan in deze geboorteakte is opgenomen, namelijk als [naam 1]. Deze geboorteakte van de vader is afgegeven op 23 februari 2010. De gegevens uit deze geboorteakte waren derhalve niet bekend op het moment dat de geboorteakte van [naam kind] is opgemaakt. Op basis van deze gegevens heeft de officier van justitie verzocht de vadergegevens in de geboorteakte van [naam kind] te verbeteren. Tevens is verzocht om de naam van het kind te wijzigen in [naam kind]
4. Ter zitting heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand meegedeeld dat [naam kind] niet over de Egyptische nationaliteit beschikt. De Egyptische nationaliteit wordt alleen doorgegeven aan wettige kinderen en [naam kind] wordt naar Egyptisch recht niet als wettig kind beschouwd, aangezien hij binnen een periode van 6 maanden na de datum van huwelijkssluiting van de vader en de moeder is geboren. Om deze reden heeft [naam kind] uitsluitend de Nederlandse nationaliteit.
5. De rechtbank overweegt dat aan de Nederlandse rechter, gelet op het bepaalde in
artikel 3 sub a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met betrekking tot het onderhavige verzoek rechtsmacht toekomt. Op grond van artikel 2 van de Wet conflictenrecht namen is Nederlands namenrecht van toepassing op [naam kind]. Ingevolge artikel 1:5 Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van geboorte een verklaring afleggen welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben. Wordt een dergelijke keuze niet gedaan, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand als geslachtsnaam van het kind de geslachtsnaam van de vader in de geboorteakte op.
6. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft ter zitting verklaard dat het systeem van naamskeuze met de ouders is besproken en dat zij nadrukkelijk hebben aangegeven te willen kiezen voor de naam van de vader, ongeacht de te verwachten moeilijkheden die het ontbreken van een geslachtsnaam in het maatschappelijk verkeer met zich meebrengt. Om deze reden is de akte opgemaakt in de huidige vorm, zonder geslachtsnaam voor [naam kind].
De rechtbank overweegt dat de Commissie van Advies voor de zaken betreffende de Burgerlijke Staat en de Nationaliteit op 3 juni 2002 Officiële Mededeling 2/2002 heeft uitgebracht, waarin met het oog op de rechtszekerheid is aanbevolen om in gevallen waarin één van de ouders geen geslachtsnaam heeft en het derhalve niet mogelijk is voor de ouders om een juridisch effectieve naamskeuze voor hun kind te doen, het kind de naam te laten verkrijgen van de ouder die een geslachtsnaam heeft. In het onderhavige geval zou dit hebben betekend dat [naam kind] de geslachtsnaam [naam 2] van de moeder zou hebben verkregen.
7. Eén van de uitgangspunten van het Nederlandse recht is dat kinderen vanaf hun geboorte recht hebben op een naam, waaronder naar het oordeel van de rechtbank is begrepen een geslachtsnaam, welk recht ook wordt beschermd door artikel 7 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Aangezien een namenreeks geen geslachtsnaam naar Nederlands recht is, zou naar het oordeel van de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand destijds de keuze van de ouders niet hebben mogen accepteren, ondanks hun nadrukkelijk verzoek. De ambtenaar van de burgerlijke stand dient immers, gelet op de door de ambtenaar af te leggen eed zoals opgenomen in artikel 1:16 BW, de wettelijke voorschriften met de meeste nauwgezetheid op te volgen, zodat hier geen ruimte is voor de in deze zaak door de betrokken ambtenaar betrachtte beleidsvrijheid. Echter, nu de geboorteakte op deze wijze is opgemaakt, derhalve zonder opneming van een geslachtsnaam, terwijl een geslachtsnaam alleen kan worden verleend of gewijzigd bij Koninklijk Besluit en niet door de ambtenaar van de burgerlijke stand noch door de rechter, kan niet alsnog tot opneming van een geslachtsnaam worden besloten.
Ten overvloede wijst de rechtbank op de mogelijkheid die artikel 1:7 lid 2 BW de ouders biedt om een verzoek tot vaststelling van een geslachtsnaam voor [naam kind] in te dienen.
8. Ten aanzien van de spelling van de namen van de vader, alsmede de gehanteerde spelling van de namen van [naam kind], voor zover hij deze aan zijn vader ontleent, zal het verzoek worden toegewezen. Dit verzoek valt aan te merken als een verzoek tot verbetering van de akte, terwijl genoegzaam is aangetoond door de vader, op grond van zijn geboorteakte, dat de eerder gehanteerde spelling onjuist was.
9. Anders is dit waar het betreft de gewenste toevoeging van de naam [EZ] aan de namen van [naam kind]. De vader en de moeder hebben te kennen gegeven dat de naam [EZ] door hen als stamnaam van de familie van de vader wordt beschouwd. Zij hechten er belang aan dat deze naam wordt doorgegeven aan [naam kind] en om deze reden wensen zij deze naam toegevoegd te hebben aan de huidige namen van [naam kind]. De vader van [naam kind] heeft meegedeeld zodra hij aan de vereisten voor naturalisatie in aanmerking komt de Nederlandse nationaliteit te zullen aanvragen en alsdan te zullen gaan opteren voor de naam [EZ] als geslachtsnaam.
De rechtbank overweegt dat dit gedeelte van het verzoek dient te worden aangemerkt als een verzoek tot voornaamswijziging en niet als een verbetering van de akte. Er is hier immers geen sprake van een misslag, nu de ouders ook destijds bij de geboorteakte om opneming van de naam [EZ] als laatste voornaam voor [naam kind] hadden kunnen kiezen, maar dit blijkbaar niet hebben gedaan. Een verzoek tot voornaamswijziging dient op grond van artikel 1:4 lid 4 BW te worden gedaan door [naam kind] zelf of door zijn wettelijke vertegenwoordigers en kan niet binnen het bereik van artikel 1:24 BW worden gebracht. Dit gedeelte van het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, indien [naam kind] de naam [EZ] aan zijn voornamen toegevoegd zou krijgen en de vader zich zou laten naturaliseren tot Nederlander en bij deze gelegenheid de naam [EZ] als geslachtsnaam zou kiezen, welke geslachtsnaam zich dan ingevolge artikel 1:7 lid 3 BW zou uitstrekken tot de minderjarigen die onder zijn gezag staan, dit tot gevolg zou hebben dat [naam kind] de naam [EZ] tweemaal zou dragen: eenmaal als voornaam en eenmaal als geslachtsnaam.
De beslissing
De rechtbank:
1. Gelast de verbetering van de akte onder nummer 101245 van het jaar 2007, voorkomende in het register van geboorten van de gemeente Enschede in die zin dat:
- de voornamen van het kind worden gewijzigd in [naam kind];
- de naam van de vader wordt gewijzigd in [naam 1]
2. Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mrs. Van der Lecq, Blankestijn en Heijink, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2010 in tegenwoordigheid van
H.E. Abbink, griffier.