RECHTBANK ALMELO
Sector strafrecht
parketnummers: 08/700224-10 en 08/720221-10
datum vonnis: 28 september 2010.
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte 1],
geboren op [1990] in [geboorteplaats] [geboorteland],
wonende in [woonplaats],
nu verblijvende in de PI te Almelo.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 september 2010. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. Hofstee en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. J.O.A.N. de Vries, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van parketnummer 08/700224-10:
samen met een of meer anderen drie gewapende overvallen heeft gepleegd.
ten aanzien van parketnummer 08/720221-10:
samen met een of meer anderen een winkelruit heeft ingegooid of ingetrapt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte,
ten aanzien van parketnummer 08/700224-10 dat:
hij op of omstreeks 30 januari 2010 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of de eigena(a)r(en) van
de vof de Manderijn heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die vof de Manderijn
en/of de [familienaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- (ieder) een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben gericht
gehouden, en/of
- tegen die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben
gezegd/geschreeuwd/geroepen: "Vul de tas" en/of -zakelijk weergegeven- dat die
[slachtoffer 1] niet moest zeuren of treuzelen maar de tas moest vullen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 30 januari 2010 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit het Chinees
restaurant De Manderijn aan de [adres] heeft weggenomen een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
en/of de eigena(a)r(en) van de vof de Manderijn, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- (ieder) een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,
op die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben gericht gehouden,
en/of
- tegen die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben
gezegd/geschreeuwd/geroepen: "Vul de tas" en/of -zakelijk weergegeven- dat die
[slachtoffer 1] niet moest zeuren of treuzelen maar de tas moest vullen;
2.
hij op of omstreeks 6 februari 2010 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een snackbar (Anne-T) aan de
[adres] heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- een of meer pisto(o)l(en)/(vuur)wapen(s), althans (een) op (vuur)wapen(s)
gelijkende voorwerp(en), op die [slachtoffer 3] gericht heeft/hebben gehouden,
en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben geroepen: "Snel, snel, geld, geld" en/of
"Blijf staan, maak mij niet boos anders moet ik jou doodschieten", en/of
- met een krik, althans met een hard voorwerp, (met kracht) op/tegen de kassa
heeft/hebben geslagen;
3.
hij op of omstreeks 13 februari 2010 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit het Chinees
restaurant De Manderijn aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag
en/of een of meer telefoon(s), in elk geval enig geld en/of goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] en/of de eigena(a)r(en) van de vof de
Manderijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- een of meer (vuur)wapen(s), althans een of meer op (vuur)wapen(s) gelijkende
voorwerp(en), op die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben
gericht gehouden, en/of
- met een moersleutel, althans een (groot) stuk gereedschap, ten opzichte van
die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben gemanipuleerd en/of die
moersleutel/dat stuk gereedschap boven zijn verdachtes hoofd heeft gehouden
en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer1] en/of diens familielid/leden heeft/hebben
gezegd/geschreeuwd/geroepen: "Blijf zitten anders gebruik ik deze, ik gebruik
hem echt";
ten aanzien van parketnummer 08/720221-10:
hij op of omstreeks 10 januari 2010,
in de gemeente Enschede,
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in
elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen een (of meer) (winkel)ruit(en), welk geweld bestond uit het
opzettelijk gewelddadig gooien met/van ste(e)n(en), althans met een (of meer)
hard(e) voorwerp(en) tegen/op/door die ruit(en) en/of door (met kracht) te
trappen/schoppen tegen/door die ruit(en), waarbij hij, verdachte, opzettelijk
een (of meer) ruit(en) heeft vernield;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 10 januari 2010,
in de gemeente Enschede,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk een (of meer) (winkel)ruit(en), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan "Stichting Cbw", in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen aldaar met een
(of meer) ste(e)n(en), althans een (of meer) hard(e) voorwerp(en) tegen/door
die ruit(en) te gooien en/of te slaan en/of door toen aldaar tegen/door die
ruit(en) te trappen en/of te schoppen;
3. De vordering van de officier van justitie:
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 en parketnummer 08/720221-10 primair, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren met aftrek van het voorarrest en dat ten aanzien van 08/700224-10 sub 1 primair en sub 3, de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], in het geheel worden toegewezen met daarbij oplegging van de Terwee-maatregel. Verder heeft de officier van justitie onttrekking aan het verkeer van het beslag gevorderd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
5.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie is van oordeel dat de tenlastegelegde feiten, voor zover van toepassing in primaire vorm, bewezen kunnen worden verklaard.
De raadsvrouw van verdachte heeft betoogd dat de feiten onder parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 bewezen kunnen verklaard, met dien verstande dat bij de overval in feit 3 door verdachte niet met een moersleutel is gedreigd.
Ten aanzien van het feit onder parketnummer 08/720221-10 merkt de raadsvrouw op dat het primair tenlastegelegde, inclusief het daarin gebezigde geweld, weliswaar bewezen kan worden verklaard, doch dat niet vast staat dat het feit op de openbare weg is gepleegd.
5.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is evenals de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het onder parketnummer 08/720221-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard zulks met inbegrip van de bedreiging met geweld zoals die is verwoord onder het laatste gedachtestreepje in feit 3. Er zijn immers twee getuigen, waaronder verdachtes mededader, die verklaren dat verdachte met de moersleutel heeft gedreigd. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van die verklaringen.
Met betrekking tot het feit onder parketnummer 08/720221-10 is de rechtbank van oordeel dat het primair tenlastegelegde, inclusief het bestanddeel ”openbare weg” bewezen kan worden verklaard. Zowel verbalisant Huttenhuis als verdachte zelf verklaren dat het pand waarvan de ruit is vernield, deel uitmaakt van het winkelcentrum aan de [adres], in die zin dat de ingang van het pand is gelegen naast de ingang van het winkelcentrum, en dat het aldus een plaats betreft waarvan kan worden verondersteld dat deze aan de openbare weg is gelegen.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 en het onder parketnummer 08/720221-10 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
ten aanzien van parketnummer 08/700224-10:
1.
hij op 30 januari 2010 in de gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
[slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan de vof de Mandarijn, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader ieder een vuurwapen op die [slachtoffer1] en diens familieleden hebben gericht gehouden, en tegen die [slachtoffer1] hebben geroepen: "Vul de tas" en -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer 1] niet moest zeuren of treuzelen maar de tas moest vullen;
2.
hij op 6 februari 2010 in de gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een snackbar (Anne-T) aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte’s mededader:
- vuurwapens op die [slachtoffer 3] gericht heeft gehouden en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen: "Snel, snel, geld, geld" en "Blijf staan, maak mij niet boos anders moet ik jou doodschieten", en dat verdachte met een hard voorwerp op de kassa heeft geslagen;
3.
hij op 13 februari 2010 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit het Chinees restaurant De Mandarijn aan de [adres] heeft weggenomen een geldbedrag en telefoons, toebehorende aan de vof de Mandarijn, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1] en diens familieleden, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een van zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en een van zijn mededaders:
- vuurwapens op die [slachtoffer1] en diens familieleden heeft gericht gehouden, en dat verdachte
- met een moersleutel ten opzichte van die [slachtoffer1] en diens familieleden heeft gemanipuleerd en die moersleutel boven zijn verdachtes hoofd heeft gehouden
en daarbij tegen die [slachtoffer1] en diens familieleden heeft geroepen: "Blijf zitten anders gebruik ik deze, ik gebruik hem echt";
ten aanzien van parketnummer 08/720221-10:
hij op 10 januari 2010, in de gemeente Enschede,
met anderen, aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een winkelruit, welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig gooien met stenen tegen die ruit en door te trappen tegen die ruit.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 en onder parketnummer 08/720221-10 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 47, 141, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/700224-10 feit 1 primair het misdrijf:
medeplegen van afpersing.
parketnummer 08/700224-10 feit 2 en feit 3 telkens het misdrijf:
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
parketnummer08/720221-10 primair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte, met inachtneming van na te melden omtrent verdachte opgemaakte psychiatrische- en psychologische rapportage, strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
De gronden voor een straf of maatregel
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de strafbepaling is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte maakte deel uit van een groep personen die in vaak wisselende samenstelling, in een betrekkelijk korte periode een aantal brute overvallen heeft gepleegd. Verdachte is betrokken geweest bij drie van die overvallen op horecagelegenheden in Enschede. Voorzien van bivakmutsen en gewapend met vuurwapens dwongen hij en zijn mededader de in de horecagelegenheden aanwezige personen tot de afgifte van geld en of goederen, waarbij de vuurwapens op de aanwezigen gericht werden gehouden. Bij deze brutale overvallen neemt de rechtbank onder meer in aanmerking het gemak waarmee zij door verdachte en zijn mededader(s) werden gepleegd. Verdachte heeft telkens zijn eigen financiële motieven voorop laten staan en heeft geen enkel oog gehad voor met name de psychische schade die hij door zijn toedoen bij de slachtoffers teweeg heeft gebracht. De slachtoffers hebben de overvallen, blijkens hun verklaringen bij de politie, als zeer beangstigend ervaren en het mag als een feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat feiten als deze een grove aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers inhouden en te verwachten valt dat de slachtoffers nog geruime tijd zullen lijden onder de psychische gevolgen van deze traumatische ervaringen. Bovendien veroorzaken deze feiten in de samenleving sterke gevoelens van onrust en onveiligheid.
Ten voordele van verdachte strekt dat hij, blijkens het uittreksel uit het documentatieregister, niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank rekening houden met verdachtes jeugdige leeftijd en het feit dat er bij het plegen van de feiten geen daadwerkelijk fysiek geweld ten overstaan van de slachtoffers is gebruikt.
Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde, zoals blijkt uit de psychiatrische rapportage van H.E.M. van Beek en de psychologische rapportage van D. Breuker, welke conclusie de rechtbank onderschrijft Voor wat betreft de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank bij haar overwegingen de oriëntatiepunten straftoemeting betrokken zoals deze voor feiten als de onderhavige zijn vastgesteld.
De rechtbank is, alles overwegende, van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Een deels voorwaardelijke straf met een behandeling van verdachte als bijzondere voorwaarde, zoals verzocht en voorgesteld door de verdediging, acht de rechtbank, thans niet aan de orde. Indien verdachte gemotiveerd is zijn leven een andere wending te geven en wat aan de bij hem aanwezige problematiek te doen, zal hij dit op vrijwillige basis na zijn detentie, dan wel in het kader van een eventuele voorwaardelijke invrijheidsstelling dienen te doen.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen 7 knalpatronen,
kal. 9 mm, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer nu deze aan verdachte toebehorende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten zijn aangetroffen, terwijl de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
9. De schade van benadeelden
[slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], beiden wonende te [woonplaats], [adres], hebben zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. Zij vorderen veroordeling van de verdachte ter zake immateriële schade tot betaling van € 5.000,-- (ieder € 2.500,--), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2010 respectievelijk 13 februari 2010.
Ook hebben de benadeelde partijen gevraagd en schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat genoemde vorderingen in het geheel toewijsbaar zijn.
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht de vorderingen, welke op zich niet worden betwist, enigszins te matigen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn voornoemde benadeelde partijen ieder in hun vordering ontvankelijk en zijn die vorderingen voor een deel van in totaal € 3.000,--
(ieder € 1.500,--) gegrond, omdat is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten sub 1 en sub 3 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de slachtoffers. De schade wordt begroot op totaal € 3.000,--. De vorderingen zullen daarom tot dat deel worden toegewezen.
De rechtbank zal de benadeelde partijen voor het overige deel (ieder € 1.000),-- niet ontvankelijk verklaren in hun vordering. De benadeelde partijen kunnen dit deel van hun vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2 De schadevergoedingsmaatregel
Uit het voorgaande volgt dat de verdachte tegenover de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten sub 1 en sub 3 is toegebracht. De rechtbank acht het van belang dat er aanvullende waarborgen komen dat verdachte de toegewezen vorderingen van de benadeelde partijen ook daadwerkelijk voldoet. De rechtbank zal daarom ook ten aanzien van beide vorderingen de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 en het onder parketnummer 08/720221-10 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/700224-10 feit 1 primair het misdrijf:
medeplegen van afpersing.
parketnummer 08/700224-10 feit 2 en feit 3 telkens het misdrijf:
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
parketnummer08/720221-10 primair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/700224-10 sub 1 primair, sub 2 en sub 3 en het onder parketnummer 08/720221-10 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], van een bedrag van in totaal € 3.000,-- (ieder € 1.500,--) ( €1.500,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2010 en € 1.500,-- vermeerderd met de wettelijk rente vanaf 13 februari 2010) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feiten sub 1 en sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.000,-- ten behoeve van de benadeelden, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 40 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partijen het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen voor een deel van in totaal € 2.000,-- (ieder
€ 1.000,--) niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, en dat de benadeelde partijen dat deel van hun vordering bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de onder verdachte inbeslaggenomen 7 knalpatronen, kal. 9 mm;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. M.C. Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 september 2010.