ECLI:NL:RBALM:2010:BN4868
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Melaard
- A. Bloebaum
- J. Jordaans
- Rechtspraak.nl
Medeplichtigheid aan gewelddadige overval op winkel in Enschede met bedreiging van personeel
Op 24 augustus 2010 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan een gewelddadige overval op een winkel aan de Beltstraat in Enschede. De overval vond plaats op 5 maart 2010, waarbij het personeel van de winkel, Cash Converters, met messen werd bedreigd door de overvallers. De overvallers wisten te ontkomen met gouden sieraden en een geldbedrag van € 125,-. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Daarnaast moet de verdachte aan de benadeelde partijen, die ook als getuigen optraden, ieder € 1.000,- betalen voor de geleden schade.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit en de impact die de overval heeft gehad op de slachtoffers. De rechtbank benadrukte dat de overval een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers met zich meebracht, wat leidde tot gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte had eerder een geweldsdelict gepleegd, wat in zijn nadeel werd meegewogen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn jonge leeftijd van 18 jaar ten tijde van de overval, niet de initiator was van de overval, maar dat dit niet afdeed aan de ernst van zijn daden.
De civiele vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de immateriële schade vaststelde op € 1.000,- per benadeelde partij. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde jeugddetentie van 118 dagen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een nieuw strafbaar feit had schuldig gemaakt. De rechtbank heeft de straf en de maatregelen gegrond verklaard op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de nadruk lag op de noodzaak van normhandhaving en de ernst van het bewezen verklaarde feit.