ECLI:NL:RBALM:2010:BN2782

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
113087 / KG ZA 10-179
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over ontruiming van woning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, betreft het een executiegeschil waarin eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Pril, een verbod vordert tegen de ontruiming van haar woning door gedaagde, Woningstichting de Woonplaats, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Leijssen. De ontruiming is gebaseerd op een eerder vonnis van 2 juli 2010, dat op 7 juli 2010 is betekend. De zitting vond plaats op 19 juli 2010, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat hij in beginsel gebonden is aan het eerdere vonnis dat aan de executie ten grondslag ligt. De rechter kan de executie slechts staken indien er sprake is van misbruik van executiebevoegdheid, wat kan worden aangenomen als het te executeren vonnis op een juridische of feitelijke misslag berust, of als er na het vonnis feiten zijn ontstaan die een noodtoestand voor de geëxecuteerde met zich meebrengen. Eiseres heeft echter geen feiten of omstandigheden aangevoerd die erop wijzen dat de Woonplaats niet gerechtigd zou zijn tot executie van het vonnis.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 263,00 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat. Dit vonnis is uitgesproken op 20 juli 2010 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 113087 / KG ZA 10-179
datum vonnis: 20 juli 2010 (j)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. R. Pril te Enschede,
tegen
de stichting
Woningstichting de Woonplaats,
gevestigd te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen De Woonplaats,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede.
Het procesverloop
[eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 19 juli 2010, aanvangend te 15:30 uur. Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] vergezeld door mr. Pril en namens De Woonplaats mevrouw [naam], vergezeld door mr. Leijssen. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op heden te 09:00 uur.
De beoordeling
[eiseres] vordert dat De Woonplaats wordt verboden over te gaan tot de aangezegde ontruiming van de door [eiseres] bewoonde woning aan het [adres en woonplaats]. Die ontruiming vindt haar basis in het op 2 juli 2010 tussen partijen gewezen vonnis. Dat vonnis is betekend op 7 juli 2010.
De vordering van [eiseres] betreft derhalve een executiegeschil. In een executiegeschil is de rechter in beginsel gebonden aan de uitspraak die aan de executie ten grondslag wordt gelegd. Hij kan staking van de executie bevelen als de executant misbruik van zijn executiebevoegdheid maakt. Dat zal, ingevolge vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de executie op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor onverwijlde executie niet kan worden aanvaard en daarmee de bevoegdheid van de executant tot tenuitvoerlegging van die uitspraak.
Door [eiseres] zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die – tegen de achtergrond van de hierboven vermelde criteria – ertoe leiden dat De Woonplaats niet gerechtigd zou zijn tot executie van het vonnis over te gaan. De vordering van [eiseres] zal derhalve worden afgewezen. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt [eiseres] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Woonplaats begroot op € 263,00 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juli 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.