ECLI:NL:RBALM:2010:BN1431
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake evenementenvergunning voor NK Jetski te Almelo
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 12 juli 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een evenementenvergunning voor het NK Jetski, dat gepland stond op 30 en 31 juli 2010 te Almelo. De verzoekers, beiden wonende te Almelo, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning die door de Burgemeester van Almelo was verleend op 25 mei 2010. De zitting vond plaats op 9 juli 2010, waar de voorzieningenrechter de behandeling heeft afgesloten en onmiddellijk mondeling uitspraak heeft gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. In de uitspraak werd benadrukt dat de burgemeester bij het verlenen van een evenementenvergunning een zekere beoordelingsvrijheid toekomt, die door de bestuursrechter met terughoudendheid moet worden getoetst. De voorzieningenrechter oordeelde dat de voorschriften verbonden aan de vergunning zodanig waren opgesteld dat de hinder en veiligheidsrisico's van het evenement binnen aanvaardbare grenzen blijven. Er was aandacht besteed aan vaarlijnen, de plaatsing van boeien en de inrichting van het parcours, zodat de veiligheid van personen en goederen voldoende was gewaarborgd.
De voorzieningenrechter erkende dat er enige hinder zou zijn voor de woonboten van de verzoekers door de golfslag van de jetski's, maar oordeelde dat het belang van de doorgang van het evenement in dit stadium zwaarder woog dan de belangen van de verzoekers bij afgelasting of verplaatsing van het evenement. De voorzieningenrechter concludeerde dat de argumentatie van de burgemeester voor de huidige locatie nog niet volledig overtuigend was, maar dat dit niet voldoende was om het verzoek om voorlopige voorziening te honoreren. De uitspraak werd op 14 juli 2010 verzonden, en het proces-verbaal is ondertekend door de griffier G. Kootstra en de voorzieningenrechter mr. S.A. van Hoof.