ECLI:NL:RBALM:2010:BN0371
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
De totstandkoming van een minnelijke regeling in een civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 5 juli 2010, staat de vraag centraal wanneer een minnelijke regeling tot stand is gekomen tussen partijen. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.C. Huisman, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, Handelsonderneming Badim B.V., vertegenwoordigd door mr. J.M. Pol. De zaak betreft een kort geding waarin eiser verzoekt om de executie van een eerder vonnis te staken, dat gedaagde had verkregen op 27 januari 2010, waarin eiser was veroordeeld tot betaling van € 16.301,63, vermeerderd met rente en kosten.
Partijen zijn in onderhandeling gegaan over een regeling waarbij eiser zou betalen in termijnen. De onderhandelingen verliepen moeizaam, met verschillende voorstellen en tegenvoorstellen. Uiteindelijk heeft eiser een bedrag van € 20.000,-- aangeboden, maar er was onduidelijkheid over de betalingsvoorwaarden. Gedaagde heeft de executie van het vonnis aangekondigd, wat heeft geleid tot de vordering van eiser in kort geding.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen wilsovereenstemming is bereikt tussen partijen over de voorwaarden van de betaling. De rechter concludeert dat gedaagde een in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de tenuitvoerlegging van het vonnis, aangezien er geen minnelijke regeling tot stand is gekomen. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken in onderhandelingen en de gevolgen van het ontbreken van overeenstemming.