ECLI:NL:RBALM:2010:BM6942
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling wegens strijd met hoofddoel
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 30 maart 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling door [verzoekster]. [Verzoekster] is gehuwd in gemeenschap van goederen met de heer [naam], die ook een verzoek tot schuldsanering heeft ingediend, maar dit is op 16 maart 2010 afgewezen. Tijdens de zitting op 23 maart 2010 verklaarde [verzoekster] dat zij rust wil van deurwaarders en incassobureaus, en dat haar schuldenlast bestaat uit oude schulden. Ze heeft de zorg voor drie jonge kinderen, waaronder een tweeling van 8 jaar en een zuigeling van een maand oud.
De rechtbank overwoog dat toelating van [verzoekster] tot de schuldsaneringsregeling in strijd zou zijn met het hoofddoel van deze regeling. Aangezien haar echtgenoot, [naam], langdurig in detentie verblijft, zou hij niet in staat zijn om bij te dragen aan de schuldsanering. De rechtbank benadrukte dat als [verzoekster] zou worden toegelaten, zij zich aan strenge verplichtingen zou moeten houden en dat de schone lei haar niet zou helpen vanwege de bestaande gemeenschap van goederen met haar echtgenoot. Dit zou haar aansprakelijk houden voor de schulden van haar echtgenoot, wat een belangrijke reden was voor de afwijzing van het verzoek.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek van [verzoekster] moest worden afgewezen, omdat het hoofddoel van de schuldsaneringsregeling niet zou worden gediend. De beslissing werd genomen door mr. A.H. Margadant en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken. [Verzoekster] heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen bij het Gerechtshof te Arnhem, indien zij dit wenst.