ECLI:NL:RBALM:2010:BM2000
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing geldvordering wegens contractuele boete na verstrijken ontbindingstermijn
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 21 april 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.S. Proost, vorderde betaling van een contractuele boete van € 13.500,= van gedaagde, die een appartement had gekocht maar de financiering niet rond kon krijgen. De koopovereenkomst was op 23 april 2009 gesloten, maar gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van haar recht om de koop te ontbinden binnen de gestelde termijnen. Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld en de koopovereenkomst ontbonden op 19 januari 2010, omdat gedaagde niet voldeed aan de verplichtingen uit de overeenkomst.
Tijdens de zitting op 14 april 2010 is het standpunt van eiser toegelicht, waarbij hij zijn spoedeisend belang benadrukte, onder andere door dubbele woonlasten en recente gezinsuitbreiding. Gedaagde erkende de boete verschuldigd te zijn, maar gaf aan dat zij door een onterechte BKR-registratie niet in staat was de financiering rond te krijgen. Er zijn pogingen gedaan om tot een minnelijke regeling te komen, maar deze zijn niet geslaagd.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. De rechter wees de vordering van eiser toe en veroordeelde gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.