ECLI:NL:RBALM:2009:BJ5353
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Haarhuis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening in burenrechtelijke geschil
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 31 juli 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser, eigenaar van een perceel bouwgrond met woning, vorderde dat gedaagde, eigenaresse van een aangrenzend perceel, zou worden veroordeeld om een serre te bouwen met ondoorzichtig glas, of om een muur te plaatsen om de onrechtmatige toestand op te heffen. Eiser stelde dat de bouw van de serre inbreuk zou maken op het burenrecht, zoals vastgelegd in artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de serre binnen twee meter van de erfgrens zou worden gebouwd en uitzicht zou bieden op zijn perceel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde voornemens is om de serre te bouwen, maar dat dit nog enkele maanden zal duren. Gedaagde heeft toegezegd te voldoen aan de burenrechtelijke bepalingen en dat zij maatregelen zal treffen om te voorkomen dat er inbreuk op het burenrecht wordt gemaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat er op dat moment geen voldoende dreiging van onrechtmatig handelen door gedaagde was, waardoor de vordering van eiser als voorbarig werd afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft eiser bovendien veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 262,- aan griffierecht en € 527,- aan salaris van de advocaat. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is een belangrijke uitspraak in het kader van burenrechtelijke geschillen.