ECLI:NL:RBALM:2009:BJ0029
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van last onder dwangsom voor bouw van bijgebouw zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. N.M. Don, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo. Eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen om de bouw van een bijgebouw (tuinhuis) per direct te staken, omdat hij zonder bouwvergunning had gebouwd. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de last onder dwangsom in strijd was met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen begunstigingstermijn was gegeven. De rechtbank overwoog dat een begunstigingstermijn verplicht is wanneer de last onder dwangsom strekt tot het voorkomen van verdere overtredingen. Eiser had aangevoerd dat de dwangsom van € 25.000,-- onevenredig hoog was, maar de rechtbank oordeelde dat de hoogte van de dwangsom in redelijke verhouding moest staan tot de zwaarte van het geschonden belang. De rechtbank herroept het primaire besluit van 7 december 2007 en handhaaft de last onder dwangsom voor het gestaakt houden van de bouwwerkzaamheden, met een wijziging van de aan deze last verbonden dwangsom naar € 25.000,--. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,-- werden vastgesteld, en het griffierecht van € 145,-- diende door de gemeente Hengelo aan eiser te worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.