ECLI:NL:RBALM:2008:BG8232

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
23 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08.710540-08
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Caminada
  • A. Bordenga
  • J. de Wit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling en diefstal van een auto met geweld

In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 23 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling en diefstal van een auto. De verdachte heeft op 2 augustus 2008, samen met een mededader, het slachtoffer in zijn eigen auto bedreigd en met een mes in beide benen gestoken. Na deze gewelddadige actie hebben de verdachte en zijn mededader de auto van het slachtoffer gestolen en hem bloedend achtergelaten zonder enige hulp te bieden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de verdachte uiterst laakbaar is en heeft dit zwaar aangerekend. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden en moet een schadevergoeding van €90,- betalen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de schadevergoeding is vastgesteld op basis van de bewezen feiten. De rechtbank heeft ook de geestelijke toestand van de verdachte in overweging genomen, waarbij is vastgesteld dat hij toerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank heeft, gezien de vrijspraak van enkele tenlastegelegde feiten, een lichtere straf opgelegd. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor het slachtoffer, evenals de verantwoordelijkheid van de verdachte voor zijn daden.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/710540-08
STRAFVONNIS
Uitspraak: 23 december 2008
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[Verdachte],
geboren te [woonplaats] op [geboortedatum] 1962,
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo
terechtstaande -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting- terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
één persoon, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft
beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en),
te weten die [slachtoffer], te dwingen iets te doen of niet te doen,
immers heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen:
- tijdens een autorit (met de (personen)auto (Volkswagen Polo) van die
[slachtoffer]) van Hengelo(O) naar Enschede (toe), in die (personen)auto:
- die [slachtoffer] medegedeeld dat hij, verdachte en of zijn mededader(s),
(samen) met die [slachtoffer], naar het huis van die [slachtoffer] zouden rijden en daar 300 Euro zouden gaan ophalen en/of
- (vervolgens) - toen die [slachtoffer] had aangegeven het geld niet te hebben
en/of had aangegeven niet naar zijn huis toe te willen gaan - die [slachtoffer]
(met kracht) een (kaak)slag in/tegen het gezicht/hoofd gegeven en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] gedwongen om achterin zijn (eigen) auto plaats te
nemen en/of
- (vervolgens) (meermalen) geprobeerd om die [slachtoffer] met een
(koptelefoon)snoer vast te binden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (indirect) medegedeeld dat hij, verdachte en/of
zijn mededader(s) die [slachtoffer] naar een vijver zou(den) brengen en/of
- die [slachtoffer] een mes getoond, althans in het bijzijn van die [slachtoffer] met
een mes gemanipuleerd en/of
- geprobeerd die [slachtoffer] (aan diens kleding) vast te houden, althans
geprobeerd die [slachtoffer] te beletten die (personen)auto te verlaten en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) meermalen, althans eenmaal (met dat mes) in de benen
gestoken;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd
gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn
mededader(s) met dat opzet:
- tijdens een autorit (met de (personen)auto (Volkswagen Polo) van die
[slachtoffer]) van Hengelo(O) naar Enschede (toe), in die (personen)auto:
- die [slachtoffer] gedwongen om achterin zijn (eigen) auto plaats te nemen en/of
- (vervolgens) (meermalen) geprobeerd om die [slachtoffer] met een
(koptelefoon)snoer vast te binden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (indirect) medegedeeld dat hij, verdachte en/of
zijn mededader(s) die [slachtoffer] naar een vijver zou(den) brengen en/of
- die [slachtoffer] een mes getoond, althans in het bijzijn van die [slachtoffer] met
een mes gemanipuleerd en/of
- geprobeerd die [slachtoffer] (aan diens kleding) vast te houden, althans
geprobeerd die [slachtoffer] te beletten die (personen)auto te verlaten en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) meermalen, althans eenmaal (met dat mes) in de benen
gestoken;
ALTHANS, voor zover het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of
zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om aan een persoon, te weten: [slachtoffer], opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet deze [slachtoffer] tezamen en
in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
met een mes in het linker- en/of rechterbeen gestoken, althans in de benen gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een personenauto (Volkswagen Polo), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer] voornoemd, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer]
meermalen met een mes althans een scherp en/of puntig voorwerp in de benen
heeft/hebben gestoken;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de eventuele in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair en sub 1 subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat verdachte en zijn mededader de tenlastegelegde handelingen, zoals per gedachtenstreepje omschreven, hebben gepleegd. De enkele verklaring van het slachtoffer daarover is onvoldoende.
Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat hetgeen aan verdachte sub 2 is tenlastegelegd niet als diefstal kan worden gekwalificeerd. Hij voert hiertoe aan dat de mededader bestuurder van de auto was en daarmee houder van de auto van het slachtoffer. Het verdonkeremanen van die auto kan, volgens de raadsman, hooguit leiden tot verduistering, nu de mededader de auto anders dan door misdrijf onder zich had. Nu dat niet is tenlastegelegd, dient verdachte volgens zijn raadsman te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt ten aanzien van vorenstaande het volgende:
Vast is komen te staan dat verdachte en zijn mededader zich met het slachtoffer in de auto van het slachtoffer bevonden. Op een gegeven moment heeft het slachtoffer met twee door verdachtes mededader toegebrachte steekwonden zijn auto verlaten. Verdachte en zijn mededader zijn er vervolgens met de auto van het slachtoffer vandoor gegaan en hebben de auto niet teruggegeven. Van enige toestemming om de auto op dat moment mee te nemen is niet gebleken en ligt, gelet op de omstandigheden waaronder de auto is meegenomen, ook niet voor de hand, zodat niet gesproken kan worden van “rechtmatig onder zich hebben”. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 meer subsidiair en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. MEER SUBSIDIAIR
hij op 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een ander,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen
misdrijf om aan een persoon, te weten: [slachtoffer], opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet deze [slachtoffer]
met een mes in het linker- en rechterbeen heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 2 augustus 2008,
in de gemeente Enschede,
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volkswagen Polo), toebehorende aan [slachtoffer];
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 meer subsidiair en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1 meer subsidiair het misdrijf:
"Medeplegen van poging tot zware mishandeling",
strafbaar gesteld bij artikel 302 jo. 45 jo. 47 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft sub 2 het misdrijf:
"Diefstal door twee of meer verenigde personen",
strafbaar gesteld bij artikel 310 jo. 311 van het Wetboek van Strafrecht;
Door drs. J.H.A.M. Kobussen, klinisch psycholoog-psychotherapeut, is een onderzoek ingesteld naar de geestvermogens van verdachte. Van dat onderzoek is in november 2008 een rapport opgesteld dat, zakelijk weergegeven, de volgende conclusies vermeldt.
Bij verdachte is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van antisociale trekken. Tevens is er sprake van afhankelijkheid van opioïden en cocaïne en misbruik van alcohol en cannabis. Deze waren alle aanwezig ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten en zijn van invloed geweest op de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het plegen van de feiten. Verdachte is volledig toerekeningsvatbaar te achten ten tijde van het plegen van de delicten. De rechtbank verenigt zich met deze conclusie en maakt deze tot de hare. Overigens zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1 primair en sub 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest,
met toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer] voor een bedrag van
€ 90,- en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel en met niet-ontvankelijkheidverklaring voor het overige deel.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Daarnaast heeft hij zich tezamen met zijn mededader schuldig gemaakt aan diefstal van een auto. Verdachte, diens mededader en het latere slachtoffer zijn op 2 augustus 2008, onder invloed van drugs en/of alcohol, op weg van Hengelo (O) naar Enschede om cocaïne te kopen. Op een gegeven moment ontstaat er een hectische situatie in de auto. Tijdens deze hectische autorit steekt verdachte het slachtoffer met een mes in beide benen, terwijl deze op een ongebruikelijke manier tracht de auto te verlaten. De gevolgen hadden voor het slachtoffer vele malen ernstiger kunnen zijn. Het is dan ook niet de verdienste van verdachte dat deze gevolgen niet zijn ingetreden. Dit gedrag is, wat er ook zij van eventuele paranoia bij het slachtoffer en een eventuele levensbedreigende situatie, zoals verdachte ter terechtzitting verklaard heeft, op geen enkele wijze te rechtvaardigen en de rechtbank rekent dit verdachte dan ook zwaar aan.
Nadat het slachtoffer de auto verlaten heeft, gaan verdachte en diens mededader er met de auto van het slachtoffer vandoor, terwijl zij hem al bloedend op de weg achterlaten zonder hem ook maar enige vorm van hulp te bieden danwel hulp in te schakelen. De rechtbank vindt dit uiterst laakbaar gedrag, te meer nu verdachte op zitting een bagatelliserende houding aanneemt door zich op het standpunt te stellen dat het allemaal nog wel meevalt wat zich op 2 augustus 2008 heeft voorgedaan.
Poging tot zware mishandeling en een gekwalificeerde diefstal zijn ernstige feiten, waarop dient te worden gereageerd met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Nu de rechtbank verdachte van het onder 1 primair en onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft vrijgesproken acht zij een lichtere strafafdoening dan door de officier van justitie geëist, geïndiceerd.
Civiele vordering
De rechtbank overweegt verder, dat [slachtoffer], ter zake van feit 1 meer subsidiair, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 3427,71, bestaande uit de volgende posten:
Autoschade: € 3142,71
Winterjas: € 85,-
Kniebroek: € 30,-
Blouse (Brunotti) € 60,-
Nieuwe autopapieren: € 29,-
Nieuwe nummerplaten: € 25,-
Autoradio: € 100,-
Naar het oordeel van de rechtbank is deze gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht.
De eenvoudig vast te stellen schade bedraagt minder dan het gevorderde bedrag, namelijk € 90,= voor schade aan kniebroek en blouse, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering.
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 meer subsidiair is toegebracht.
De na te melden straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27, 36f, 57 van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair en sub 1 subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het sub 1 meer subsidiair en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 1 meer subsidiair tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag groot: € 90,-.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 meer subsidiair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 90,- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 1 dag zal worden toegepast.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [slachtoffer], voor een deel van
€ 3337,71 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 meer subsidiair en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Caminada, voorzitter, mr. Bordenga en mr. De Wit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoek, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2008.
Mr. De Wit is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.