RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 92998 / KG ZA 08-84
datum vonnis: 7 april 2008 (lm)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
X,
wonende te Amsterdam,
eiser,
verder te noemen X,
procureur: mr. E.M.M. van de Loo,
advocaat: mr. T.J. van Vugt te Amsterdam,
1. Y,
wonende te Hengelo (O),
verder te noemen Y,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Twentevisie B.V.
gevestigd te Hengelo (O),
verder te noemen Twentevisie,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mega Publiciteitsbeheer B.V.,
gevestigd te Hengelo (O),
verder te noemen Mega Publiciteitsbeheer,
gedaagden,
verder gezamenlijk te noemen Y c.s.,
procureur: mr. R.F. Speijdel.
1.1. X heeft gevorderd zoals vermeld in de dagvaarding en in de akte vermeerdering van eis.
1.2. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 1 april 2008. Ter zitting zijn verschenen:
X vergezeld door mr. Van Vugt en Y vergezeld door mr. Speijdel.
Mr. Speijdel is eveneens verschenen namens Twentevisie en Mega Publiciteitsbeheer. Partijen hebben -onder overlegging van pleitnota’s- hun standpunten toegelicht.
1.3. Ter zitting is door de voorzieningenrechter beslist dat de van de zijde van Y anderhalf uur voor de aanvang van de zitting geproduceerde bijlagen in dit geding buiten beschouwing moeten worden gelaten. Dit omdat X en zijn advocaat die niet meer hebben ontvangen en zich daarop dus niet hebben kunnen prepareren. Indachtig de omvang van die bijlagen was een korte aanhouding niet aan de orde. Reden waarom daartoe door de voorzieningenrechter niet is beslist. Ter zitting zijn deze bijlagen teruggegeven aan de procureur van Y c.s..
1.4. Partijen hebben- nu na verder debat is gebleken dat een vergelijk niet tot de mogelijkheden behoorde- ten slotte vonnis verzocht.
2. Waarvan kan worden uitgegaan
2.1 In deze zaak kan van het volgende worden uitgegaan:
2.2. X is (feitelijk) bestuurder van Terra Vitalis Internationaal B.V. (hierna: Terra Vitalis). Terra Vitalis en/of haar dochteronderneming People Buy More Green (PBMG) B.V. hebben/heeft een onderneming die zich bezig houdt met de verkoop van (de economische eigendom van) teakbomen te Costa Rica en daarmee samenhangende groene beleggingsproducten. Daartoe zijn in 2007 vergunningen verkregen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), voor “Financiële dienst bemiddelen beleggingsobjecten” en voor “Financiële dienst aanbieden van beleggingsobjecten”. Daarmee is Terra Vitalis “ klaar voor de volgende stap”, te weten “om versneld te groeien met mogelijke overnames, maar ook met het ontwikkelen van aanvullende financiële producten” (aldus luidt voor de media bestemde informatie van de zijde van Terra Vitalis).
2.3. Y is journalist en (deels) in dienst van Twentevisie, van welke besloten vennootschap hij tevens aandeelhouder is. Y publiceert regelmatig in het magazine Twentevisie en op de website www.twentevisie.nl. Mega Publiciteitsbeheer is bestuurder van Twentevisie en eigenaar van de domeinnaam twentevisie.nl.
2.4. Y heeft X in februari 2008 benaderd met het verzoek X te mogen interviewen tijdens het radioprogramma Memphis van de omroeporganisatie RTV Oost. X heeft met dat verzoek ingestemd. Het interview heeft echter niet plaatsgevonden, omdat het is afgezegd door X. In het maartnummer van het magazine Twentevisie heeft Y een artikel, verder te noemen het artikel, over X gepubliceerd met als titel “Meesteroplichter nu aan het roer bij Terra Vitalis”. Een samenvatting van, als ook een toelichting op, dat artikel is op twee verschillende websites, URL http://www.twentevisie.nl/index.php?item=1749 en URL http://www.twentevisie.nl/index.php?item=13750 geplaatst.
2.5. In het artikel staan de volgende hier relevante passages vermeld:
“X heeft in vroeger jaren in het oosten van het land een reputatie opgebouwd als gladde oplichter. (…)
Ik zit tegenover een meesteroplichter. (…)
Het is de klassieke oplichtertruc. (…)
Voor het Net-8 avontuur hadden X en zijn vriendjes in de valutahandel een aantal mensen flinke hoeveelheden geld afgetroggeld. (…)
Een van de bekende slachtoffers is oud-schaatser Z. En ook een aantal Twentenaren onder wie een bouwvakker die zijn spaarcentjes (140.000 euro) toevertrouwde aan X. (…)
Waar bij Terra Vitalis wel degelijk wordt geïnvesteerd, alleen het percentage van de inleg is volstrekt onduidelijk, werd bij de zogenaamde valutahandel zelfs helemaal niets gedaan, het was pure oplichting. (…)
Natuurlijk heeft de bende te maken gehad met advocaten, boze gedupeerden of dreigementen. (…)
De meeste slachtoffers erkennen dat ze zelf dollartekens in de ogen hadden staan, toen ze zich inlieten met X. En dat is de basis van het succes van X. (…)
2.6. Onderaan het artikel staan onder meer het mobiele telefoonnummer en twee
e-mailadressen van Terra Vitalis, waarop X kennelijk is te bereiken.
2.7. In de toelichting en/of de samenvatting van dat artikel op beide websites van Twentevisie staat onder meer vermeld:
“Meesteroplichter X nu aan het roer bij Terra Vitalis.”
“X heeft in vroeger jaren in het oosten van het land een reputatie opgebouwd
als gladde oplichter.”
“Een man die werkelijk tot in de vezels van zijn nagels verrot is, volstrekt onbetrouwbaar. (…)
“Van mensen die hem kennen hoorde ik dat hij zo leuk is met zijn kinderen. Ik geloof het direct. Hij heeft ook nog een vrouw zag ik op Hyves, lijkt me op eerste gezicht ook best aardig. Maar die moet toch wel een beetje een vermoeden hebben dat haar man gewetenloos andere mensen in het verderf stort, alleen om geld. Nu zit haar echtgenoot in het teak. X was een van de mensen achter Net8, een keurige man, maar dat zijn oplichters altijd. Als je kunt ruiken of zien dat je met zwendelaars te maken hebt, is het niet zo moeilijk meer.”
2.8. Op 25 maart 2008 heeft de raadsman van X Y en Twentevisie aansprakelijk gesteld voor de geleden en toekomstige schade die X lijdt ten gevolge van voormelde publicaties en gesommeerd tot verwijdering van de samenvatting en de toelichting op het artikel, alsmede tot het plaatsen van een rectificatie van het artikel. Met name wordt door X als diffamerend ervaren dat hij aldus “regelrecht en herhaaldelijk” wordt beschuldigd van oplichting.
3.1 X stelt dat publicatie van het artikel onrechtmatig is jegens hem en dat hij zowel persoonlijk als zakelijk lijdt onder de beschuldigingen die aldus gepubliceerd zijn. Hij vordert – na vermeerdering van eis - samengevat -uitvoerbaar bij voorraad- hoofdelijke veroordeling van Y c.s. tot plaatsing van een rectificatie in het magazine Twentevisie en op de website www.twentevisie.nl (“Twentevisie Online”). Daarnaast vordert X Y c.s. te verbieden om op het internet het artikel, dan wel het magazine Twentevisie waarin het artikel is gepubliceerd, te plaatsen. X vordert tevens Y c.s. te bevelen om URL http://twentevisie.nl/index.php?item=1749, althans de achter randnummer 2 van de akte vermeerdering van eis geciteerde passage en URL http://www.twentevisie.nl/index.php?item=13750 te verwijderen en verwijderd te houden. X vordert in ieder geval zodanige voorzieningen te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren. Dit alles op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag met hoofdelijke veroordeling van Y c.s. in de kosten van dit geding, met bepaling dat Y c.s. hierover wettelijke rente verschuldigd zijn indien zij deze kosten niet binnen veertien dagen na het gewezen vonnis hebben voldaan.
3.2 Y c.s. hebben geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde, kort gezegd omdat zij betwisten dat het gepubliceerde artikel onrechtmatig is jegens X en dat de journalistieke zorgvuldigheid niet door hen in acht is genomen.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1 X heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering.
4.2 Het door hem gevorderde vormt een beperking van het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting dat aan Y c.s. op grond van artikel 10 lid 1 EVRM toekomt. Dit recht kan slechts worden beperkt indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien, is sprake wanneer de uitlatingen van Y onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op die laatste vraag, moeten de wederzijdse belangen van partijen worden afgewogen. Het belang van X is er in dit verband in het bijzonder in gelegen dat hij niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Het belang van Y bestaat erin dat hij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend, en/of waarschuwend moet kunnen uitlaten ter voorlichting van het publiek omtrent misstanden die de samenleving raken. Welke van deze belangen de doorslag behoort te geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden. In dit geval zijn de volgende omstandigheden relevant:
- de aard van de geuite beschuldigingen en de ernst van de voor X daarvan
te verwachten gevolgen;
- de ernst van de misstanden welke de uitlatingen aan de kaak beogen te stellen;
- de mate waarin de beschuldigingen ten tijde van de uitlatingen steun vonden in het
toen beschikbare feitenmateriaal;
- de inkleding van de beschuldigingen;
- de aard van de publicaties waarin de uitlatingen zijn gedaan en het gedrag van X.
4.3 De in het bestreden artikel verwoorde beschuldigingen (in het artikel in Twentevisie deels ook “jeugdzonden” genoemd) zien op het verleden van X en laten zich als volgt samenvatten:
- het deelnemen aan de verkoop van “futures” (een risicovol beleggingsproduct; kennelijk per abuis spreekt Y hier van “valutahandel”) op basis van telefonische verkoop (met schending van het zogenaamde “cold calling” verbod, te weten het ongevraagd en zonder dat daartoe aanleiding is gegeven, benaderen van potentiële klanten), waarbij vanwege de aangescherpte wetgeving in Nederland de handel buiten Nederland moest worden voortgezet, en wel net over de grens in Emmerich, Kleve en Düsseldorf. In het bestreden artikel wordt een “slachtoffer” van die handel met name genoemd, en van een ander slachtoffer (“een bouwvakker” met een inleg van € 140.000,-) is de naam in de loop van dit geding door Y bekend gemaakt. Verder wordt duidelijk gemaakt dat er nog meer “slachtoffers” moeten zijn;
- het deelnemen aan BTW-fraude en illegale handel, waarvoor X in België in voorarrest heeft vastgezeten, maar niet is veroordeeld (X is naar eigen zeggen ter zitting hiervoor door de Belgische strafrechter vrijgesproken);
- het als mede-eigenaar van (het Twentse commerciële station) Net8 zijn afspraken niet nakomen en rekeningen niet betalen, wat wordt gedocumenteerd met een geval waarin € 320.000,- moest worden betaald, en waarbij in een civiele procedure tegen X uiteindelijk een schikking is getroffen voor € 16.000,-- te betalen door X, waarop volgens Y tot 7 maart 2008 niets is betaald;
4.4 In het artikel wordt door Y een gelijksoortige aanpak van X herkend en benoemd op basis van (een deel van) de genoemde beschuldigingen, te weten steeds eerst het vertrouwen wekken van de consument/klant waarna deze meer durft te betalen c.q. meer verplichtingen durft aan te gaan, waarna deze in één keer onverwacht de inleg kwijt is. Y steekt niet onder stoelen of banken dat ook de “slachtoffers” - naar zij zelf ook zeggen - eigen schuld hebben omdat ondoordacht geld is afgestaan, ook omdat zij zelf dollartekens in de ogen hadden staan.
4.5 Vervolgens wordt in dit artikel een stevige link gelegd tussen de manier waarop in het verleden door X werd geopereerd en het heden, te weten de wijze waarop Terra Vitalis (deels onder leiding van X) thans functioneert. Over de beleggingen van Terra Vitalis in teakhoutplantages wordt naar zeggen van Y nog steeds geen procentuele duidelijkheid verschaft over welk deel van de inleg daadwerkelijk wordt geïnvesteerd in levend hout. Ook wordt naar zeggen van Y een (veel) te hoog rendement gegarandeerd.
4.6 De slotsom van Y is dat X “nog steeds niet is opgeknapt” en dat hij blijkens zijn doen en laten dezelfde niet betrouwbare persoon is gebleven. Y bedient zich hier van eigen conclusies die inhouden dat X “in het oosten van het land een reputatie heeft opgebouwd als gladde oplichter”. Naar zeggen van Y is zelfs sprake van een “meesteroplichter” die dus thans aan het roer staat van Terra Vitalis, waarmee het artikel dan ook “kopt”.
4.7 Het is de voorzieningenrechter opgevallen dat door en namens X nauwelijks tot geen werk is gemaakt van het op inhoudelijke gronden weerspreken van de door Y in het artikel aangeduide “oude” beschuldigingen. X heeft er alleen op gewezen dat hij in België is vrijgesproken en dat aan de genoemde verplichting om
€ 16.000,- te betalen, inmiddels deels is voldaan door een betaling van de helft van dat bedrag aan de betrokkene. X wijst voorts op de risico’s die de “slachtoffers” uit winstbejag bewust hebben genomen en ook willen nemen. Het betreft hier steeds de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkenen, mede waardoor niet sprake is c.q. kan zijn geweest van oplichting(shandelingen) in de zin die het wetboek van Strafrecht in artikel 326 daaraan geeft.
4.8 Indachtig deze geringe tegenspraak staat hier in dit geding genoegzaam vast dat de genoemde op “oude” feiten gebaseerde beschuldigingen ten tijde van de publicatie niet uit de lucht zijn komen vallen maar steun vinden in resultaten van door Y gedaan onderzoek. Dit met de aanvulling dat dat onderzoek nog steeds gaande is blijkens recente verklaringen die Y over een en ander weet te verkrijgen. Van het vastleggen van enkel geruchten of anonieme bronnen is hier dus evident geen sprake geweest.
4.9 Voorshands kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet gezegd worden dat Y bij het vergaren en weergeven van de “oude” feiten in termen van zorgvuldigheid steken heeft laten vallen. Ook de link die gelegd wordt met de huidige werkzaamheden van X bij/voor Terra Vitalis, is van het type dat Y zich vanuit zijn journalistieke vrijheid kan permitteren. Dit ook nu in zijn algemeenheid de afgelopen tijd is te bespeuren dat in de samenleving meer kritisch wordt gekeken naar al die nieuwe producten die tot doel hebben om “groen” te beleggen, in welk kader veel meer dan vroeger, ook wordt gekeken naar de voordelen en nadelen van het beleggen in levend teakhout en “het deugen” van de beleggingsvorm en de institutie die het financiële product op de markt brengt.
4.10 Personen zoals X die zich juist in deze markt innovatief en bepalend bewegen, dienen zich hiervan terdege bewust te zijn, en zullen de extra controlerende aandacht van de media voor lief moeten nemen. Zij kunnen eerder en sneller voorwerp van discussie zijn. Zo bezien, is hier ook een parallel te trekken met “publieke personen” die nu eenmaal ook wat minder snel een vuist kunnen maken tegen media die onwelgevallig over hen schrijven.
4.11 De schoen gaat hier naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter wringen bij de stevige conclusies die Y in dit artikel trekt. X heeft ter zitting ook verklaard dat wat hem betreft juist hier de pijn zit. Het gaat dan om de (herhaalde) conclusie van Y dat uit de “oude” beschuldigingen volgt dat X al lange tijd een oplichter kan worden genoemd en dat X daarin dus is doorgegroeid, en thans zelfs met het predikaat meesteroplichter kan worden opgezadeld.
4.12 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het hier dat Y te ver is gegaan. Deze kwalificaties steunen niet c.q. onvoldoende op de “oude” beschuldigingen. Immers blijft ook in de voorstelling van zaken van Y ongewis of en waarom de “oude” feiten (steeds) oplichtingshandelingen betreffen in de betekenis die daaraan op basis van het Wetboek van Strafrecht en ook in het spraakgebruik moet worden gegeven. Immers deels betreft het beschuldigingen waarbij de afnemers van risicovolle financiële producten – ook naar zeggen van Y - bewust met winstoogmerk “zijn ingestapt”, waarbij het maar geheel de vraag is en blijft of er inderdaad oplichtingshandelingen zijn toegepast om dat resultaat te bereiken. Wat betreft het onbetaald laten van schulden is voorshands evenmin in te zien waarom op basis daarvan reeds kan worden gezegd dat sprake is geweest van oplichtingshandelingen. Een en ander kan mogelijk onbetamelijk en onfatsoenlijk en mogelijk zelfs onrechtmatig zijn, maar daarmee is de herhaalde conclusie van het zijn van (meester)oplichter niet gerechtvaardigd.
4.13 Terecht stelt Y dat het in het belang van het publiek kan zijn om het te waarschuwen tegen de financiële onbetrouwbaarheid van een persoon. Dat Y ook de bedoeling heeft gehad om het publiek tegen X te waarschuwen staat, gelet op wat Y ter zitting heeft aangevoerd, vast. Echter, dit op zich zelf toelaatbare streven betekent niet dat het met dat doel is toegestaan om van X “oude” feiten publiek te maken die op zich juist kunnen zijn, om vervolgens op basis daarvan herhaald de kwalificerende conclusie te uiten dat X een (meester)oplichter is. Dit wordt niet anders indien die conclusie wordt vervat in een overdrijving die niet juist kan zijn en evenmin als juist kan worden opgevat. Ook een dergelijke concluderende overdrijving dient gebaseerd te zijn op een kern van waarheid.
4.14 Het is dan ook in zoverre dat door Y – en daarmee diens werkgever en de gerechtigde tot de meergenoemde domeinaanduiding - onrechtmatig is gehandeld jegens X. Dit ook omdat X zich thans in een voor dit soort aantijgingen toch gevoelige situatie bevindt, als bestuurder van Terra Vitalis, welke onderneming recent van de AFM de voor de bedrijfsvoering vereiste vergunningen heeft verkregen.
4.15 Op basis hiervan acht de voorzieningenrechter na te noemen voorzieningen aangewezen. De rectificatie dient dus qua inhoud iets beperkter te zijn dan door X is gevorderd. De rectificatie betreft uitsluitend het ongedaan maken van de herhaald gebruikte aanduiding/kwalificatie van (meester)oplichter. De kwalificatie/aanduiding is c.q. kan niet zijn gebaseerd op het in het artikel aangeduide feitenmateriaal. Er is inderdaad reden om gedaagden ieder voor zich te verplichten tot (het meewerken aan deze) rectificatie.
4.16 Voorts hebben gedaagden in de meergenoemde “Toelichting” en/of “Samenvatting” te verwijderen de zinsnede: “Een man die werkelijk tot in de vezels van zijn nagels verrot is, volstrekt onbetrouwbaar.”, en “een keurige man, maar dat zijn oplichters natuurlijk altijd.”. Het verwijderen van de betreffende gehele passage, zoals onder 2 van de schriftelijke wijziging van eis wordt gevorderd, gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter indachtig het hiervoor overwogene te ver.
4.17 Het discussiepunt van partijen of Y X (voldoende) gelegenheid heeft verschaft om te reageren op de (mogelijke) inhoud van het artikel, kan vanwege het hiervoor overwogene in het midden worden gelaten. Partijen geven hier op onderdelen een verschillende weergave van het tijdsverloop van hun veelvuldige contacten en van de betreffende gang van zaken, en dan in het bijzonder wat door hen is besproken en waarom dat (steeds) is besproken. Nader onderzoek is hier vereist om de laatste (mogelijke) contacten tussen X en Y in kaart te brengen, en ook om vast te stellen of en in hoeverre die gelegenheid wel is verschaft maar dat deze door X op het laatste moment bewust ongebruikt is gelaten in de verwachting dat juist daardoor onwelgevallig nieuws nog kon worden gekeerd.
4.18 De voorzieningenrechter acht het redelijk om de hoogte van de hoofdelijk toe te wijzen dwangsommen te maximeren per dag en ook in totaal, en te bepalen op na te melden bedrag.
4.19 Nu Y c.s. in overwegende mate in het ongelijk zijn gesteld, zullen zij, zoals gevorderd, hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van X.
I. veroordeelt Y c.s. hoofdelijk, dat wanneer de één heeft gepresteerd de ander daarvan is bevrijd, om de navolgende rectificatie te plaatsen:
De voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo heeft ons veroordeeld tot de navolgende rectificatie.
In de Twentevisie van maart 2008 is een artikel van Y gepubliceerd met als titel “Meesteroplichter aan het roer bij Terra Vitalis”. In dit artikel wordt X beschuldigd van (betrokkenheid) bij oplichting. Ook op onze website is X als een oplichter gepresenteerd.
De meermalen gehanteerde kwalificatie oplichter en meesteroplichter kunnen niet worden gebaseerd op het beschikbare feitenmateriaal. Zij daarom onrechtmatig jegens X en hadden niet mogen worden gepubliceerd.
en wel
a. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, voor eigen rekening, op de website www.twentevisie.nl, op de zogenaamde indexpagina (te weten: de eerste pagina die verschijnt en daarvan het gedeelte dat ook direct op het scherm zichtbaar is bij het oproepen van dit domein),
- zulks voor een onafgebroken periode van tenminste drie maanden na betekening van dit vonnis;
- welke rectificatie volledig zichtbaar dient te blijven zolang de indexpagina door middel van de browser is opgeroepen;
- zonder enig commentaar op deze rectificatie;
- en wel in een zwart omrand kader, in totaal ter grootte van tenminste 8,5 cm bij 15 cm (bij deze maatvoering uitgaande van een beeldschermresolutie van 1024 bij 768 pixels), tegen een witte achtergrond;
- en waarbij de tekst wordt gepubliceerd in een duidelijk leesbare, vetgedrukte zwarte letter van het type “Arial”, puntgrootte tenminste 12;
alsmede
b. in de eerst komende editie van het magazine Twentevisie, gerekend vanaf twee dagen na betekening van dit vonnis op de tweede pagina van dit magazine, ter grootte van een kolom van 12 cm bij 12 cm tegen een witte achtergrond met duidelijk leesbare, vetgedrukte zwarte letters van het type zoals dat in het magazine Twentevisie te doen gebruikelijk is, zonder enig overig commentaar;
II. verbiedt Y c.s. om (ter voorkoming en/of beëindiging van digitale publicatie van het artikel via het internet) het magazine Twentevisie waarin het artikel is gepubliceerd, althans het artikel, te plaatsen op het internet;
III. beveelt Y c.s. om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis (ter voorkoming en/of beëindiging van digitale verspreiding via het internet) op URL http://twentevisie.nl/index.php?item=1749 en URL http://www.twentevisie.nl/index.php?item=13750 de zinsnede: “Een man die werkelijk tot in de vezels van zijn nagels verrot is, volstrekt onbetrouwbaar.”, en “een keurige man, maar dat zijn oplichters natuurlijk altijd.” te verwijderen en verwijderd te houden;
IV. veroordeelt Y c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan X van een dwangsom van € 4.000,- (vierduizend euro) voor elke dag dat Y c.s. met het hiervoor onder sub I, II of III vermelde ingebreke blijven en zulks tot een maximum van € 4000,- per dag en tot een maximum van in totaal € 80.000,- (tachtigduizend euro);
V. veroordeelt Y c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis zijn betaald, Y c.s. daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening. De kosten aan de zijde van X worden begroot op € 324,90 aan verschotten en € 816,- aan salaris van de procureur;
VI. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VII. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Koopmans, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.