ECLI:NL:RBALM:2008:BC7019
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van aandelenleaseovereenkomsten en schadevergoeding in Dexia-zaak
In deze zaak vorderden eisers X en Y, echtelieden wonende te Overdinkel, de vernietiging van twee aandelenleaseovereenkomsten die zij in 1998 met Dexia Bank Nederland N.V. hadden gesloten. De overeenkomsten betroffen een looptijd van 180 maanden met een totale leasesom van f 44.773,20 per overeenkomst. X had in totaal € 17.156,24 aan leasetermijnen voldaan. In februari 2005 stelde X Dexia aansprakelijk en vernietigde hij de overeenkomsten buitengerechtelijk. De rechtbank diende te beoordelen of de overeenkomsten nietig waren op basis van de zorgplicht van Dexia en de Wet op het Consumentenkrediet (WCK). Dexia voerde aan dat X voldoende informatie had ontvangen en dat hij de overeenkomsten vrijwillig was aangegaan. De rechtbank oordeelde dat de aandelenleaseovereenkomsten niet onder de huurkoop vallen en dat de WCK niet van toepassing was, omdat de leasesommen boven het beschermingsplafond lagen. De rechtbank concludeerde dat X op de hoogte was van de risico's en dat Dexia niet onrechtmatig had gehandeld. De vordering van X werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 30 januari 2008.