ECLI:NL:RBALM:2008:BC6944
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Caminada
- A. Wentink
- J. van Wees
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van jeugddetentie na niet-naleving van voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 11 maart 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jongere die in juli 2007 een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden opgelegd had gekregen. De jongere heeft zich gedurende de proeftijd niet gehouden aan de aanwijzingen van Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel, afdeling Jeugdreclassering. De rechtbank oordeelt dat deze niet-naleving aan de jongere te wijten is. Daarom gelast de rechtbank dat de jongere alsnog vier maanden jeugddetentie moet ondergaan.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, gedateerd 29 november 2007, in overweging genomen, evenals een onherroepelijk vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 19 juli 2007. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kennisgeving, bedoeld in artikel 77bb van het Wetboek van Strafrecht, aan de veroordeelde is verzonden. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 26 februari 2008 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en diens raadsman gehoord, evenals een medewerker van Bureau Jeugdzorg Overijssel.
De rechtbank heeft ook het schrijven van de medewerker van Jeugdzorg van 28 november 2007 in aanmerking genomen, waaruit blijkt dat de veroordeelde de gestelde bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Gehoord wat de medewerker ter terechtzitting heeft verklaard, concludeert de rechtbank dat er termen aanwezig zijn om de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie te gelasten, nu het niet naleven van de bijzondere voorwaarde aan de veroordeelde te wijten is. De rechtbank baseert haar beslissing op de artikelen 77x, 77y, 77z, 77dd en 77ee van het Wetboek van Strafrecht.