ECLI:NL:RBALM:2008:BC6050

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
7 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/710776-07
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Wees
  • J. Rikken
  • A. Vogel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van vader wegens onvoldoende bewijs van verkrachting en incest met dochter

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 7 maart 2008, stond een vader terecht die beschuldigd werd van het verkrachten van zijn dochter in 2007 en het plegen van incest gedurende enkele jaren daarvoor. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat het bewijs onvoldoende werd geacht. Het bewijs was voornamelijk gebaseerd op de verklaringen van de dochter, maar er ontbrak ander ondersteunend bewijs dat haar verklaringen kon bevestigen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefster te algemeen en onvoldoende concreet waren, en dat er geen authentiek bewijs was dat de beschuldigingen kon staven.

De rechtbank overwoog dat de belastende getuigenverklaringen in het dossier voornamelijk afkomstig waren van de aangeefster zelf, en dat er geen andere getuigen waren die de gebeurtenissen konden bevestigen. De rechtbank vond het niet waarschijnlijk dat de gebeurtenissen zoals door de aangeefster beschreven, zonder dat anderen daar iets van hadden gemerkt, in zo'n kort tijdsbestek hadden plaatsgevonden. Bovendien waren de blauwe plekken bij de aangeefster niet voldoende om de beschuldigingen te onderbouwen.

Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er te veel twijfel bestond over de feiten en dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte werd dan ook volledig vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. De rechtbank hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op en gelastte de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/710776-07
STRAFVONNIS
Uitspraak: 7 maart 2008
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[Verdachte],,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo
terechtstaande terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 15 maart 2007, in de gemeente Oldenzaal,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een persoon genaamd [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [aangeefster], hebbende verdachte toen daar
- in de (al dan niet ontblote) borsten van [aangeefster] geknepen en/of de (al dan niet onblote) borsten van [aangeefster] betast/vastgepakt/bevoeld, en/of
- zijn penis in de vagina van [aangeefster] gebracht/geduwd en/of gehouden en/of bewogen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte toen daar
- [aangeefster] bij de bovenarmen heeft gepakt en/of op de grond heeft gegooid, en/of
- bovenop [aangeefster] is gaan zitten, en/of zij knieen (daarbij) aan weerszijden van haar lichaam heeft gehouden, en/of,
- de boven- en/of onderkleding van [aangeefster] heeft uitgetrokken, althans omhoog heeft geschoven schuiven en/of heeft open gemaakt, en/of
- de benen van [aangeefster] uit elkaar heeft gedrukt, en/of
- gebruikt heeft gemaakt van het lichamelijk en/of geestelijk overwicht dat hij op [aangeefster] had, en/of
- (aldus) voor [aangeefster] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 1997 tot en met 14 maart 2007, in de gemeente Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [aangeefster],
hebbende verdachte toen daar meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- [aangeefster] tussen de benen en/of in het kruis betast, en/of
- een/zijn vinger(s) en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of de anus van [aangeefster] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of bewogen, en/of
- zijn penis in de vagina en/of de anus van [aangeefster] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of bewogen, en/of
- [aangeefster] zijn (ontblote) penis laten vasthouden en/of betasten, althans gedwongen zijn (ontblote) penis vast te houden en/of te betasten, en/of
- aan de borst(en) en/of aan/in het kruis van [aangeefster] gelikt,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte
- de rolluiken sloot en/of de (achter)deur op slot deed, en/of
- bovenop [aangeefster] ging liggen, en/of
- [aangeefster] bij haar handen en/of haar schouders vasthield, en/of
- de kleren van [aangeefster] uittrok, en/of
- tegen [aangeefster] zei dat ze stil moest zijn en dat zij niet mocht praten over 'hetgeen' hij bij haar deed, en/of haar (daarbij) dreigde haar leven zuur te maken en/of alles wat zij had van haar te zullen afpakken, en/of,
- (al dan niet: aldus en/of daardoor) gebruik heeft gemaakt van het lichamelijk en/of geestelijk overwicht dat hij op [aangeefster] had, en/of
- (aldus) voor [aangeefster] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 1997
tot en met 31 oktober 2001, in de gemeente Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland,
met [aangeefster], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [aangeefster], hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- [aangeefster] tussen de benen en/of in het kruis betast, en/of,
- een/zijn vingers(s) en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of de anus van [aangeefster] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of bewogen, en/of,
- zijn penis in de vagina en/of de anus van [aangeefster] geduwd/gebracht en/of
gehouden en/of bewogen, en/of,
- [aangeefster] zijn (ontblote) penis laten vasthouden en/of betasten, althans gedwongen zijn (ontblote) penis vast te houden en/of te betasten, en/of
- aan de borsten en/of aan/in het kruis van [aangeefster] gelikt;
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2001 tot en met 31 oktober 2003
te Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter, [aangeefster], bestaande die ontucht (telkens) hierin dat verdachte meermalen, althans eenmaal:
- [aangeefster] tussen de benen en/of in het kruis heeft betast, en/of,
- een/zijn vingers(s) en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of de anus van [aangeefster] heeft geduwd/gebracht en/of gehouden en/of bewogen, en/of,
- zijn penis in de vagina en/of de anus van [aangeefster] heeft geduwd/gebracht en/of gehouden en/of bewogen, en/of,
- [aangeefster] zijn (ontblote) penis heeft laten vasthouden en/of betasten, en/of,
- aan de borsten en/of aan/in het kruis van [aangeefster] heeft gelikt;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 en sub 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende.
Het belastend bewijsmateriaal zoals dit in het dossier is opgenomen en tijdens het onderzoek ter terechtzitting aan de orde is geweest is uiteindelijk telkens te herleiden tot verklaringen zoals die zijn afgelegd door [de aangeefster]. Immers, de zich in het dossier bevindende belastende getuigenverklaringen bevatten ten aanzien van de tenlastegelegde feiten uitsluitend hetgeen de getuigen van aangeefster hebben vernomen omtrent de vermeende verkrachting en misbruik door verdachte. Authentieke verklaringen met betrekking tot het tenlastegelegde die niet tot verklaringen van aangeefster zijn te herleiden, of die niet aangeefster als bron hebben, zijn niet dan wel onvoldoende in het dossier voorhanden.
De verklaringen van aangeefster ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit zijn bovendien onvoldoende concreet en veelal in algemene termen gesteld en vrijwel zonder vermelding van essentiële details. Zoals overwogen is er in het dossier buiten de, al dan niet middellijke, verklaringen van aangeefster geen authentiek ander bewijsmateriaal aanwezig, terwijl met name de door haar gestelde gang van zaken op de ochtend van 15 maart 2007 vragen oproept. Het is niet zonder meer waarschijnlijk dat alle door haar gestelde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in een kort tijdsbestek, zonder dat anderen daar iets van hebben gemerkt. Ook de blauwe plekken bij aangeefster bieden onvoldoende duidelijke aanknopingspunten met de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorhanden zijnde bewijsmateriaal niet de conclusie kan worden getrokken dat de seksuele gedragingen zoals tenlastegelegd door verdachte zijn begaan. Daarvoor acht de rechtbank te veel twijfel aanwezig. Daaruit kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders volgen dan dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden geacht. Verdachte dient daarvan dan ook volledig te worden vrijgesproken.
Civiele vordering
De rechtbank overweegt dat [aangeefster] ter zake van het sub 1 en sub 2 primair en subsidiair tenlastegelegde zich als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd. De benadeelde partij moet niet–ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte van de tenlastegelegde feiten wordt vrijgesproken.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 en sub 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis en gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte (afzonderlijk geminuteerd).
Aldus gewezen door mr. Van Wees, voorzitter, mr. Rikken en mr. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Flos, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 maart 2008.