ECLI:NL:RBALM:2007:BB8268

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07 / 507 BESLU AQ1 A
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekening van overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen aan werkgever bij turnkey-overeenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo geoordeeld over de toerekening van overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) aan de Glasvezel Netwerk Exploitatie Maatschappij (GNEM) B.V. De rechtbank behandelde het beroep van GNEM tegen een besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarbij een bestuurlijke boete van EUR 9.500,-- was opgelegd. Deze boete was het gevolg van overtredingen die door de Arbeidsinspectie waren vastgesteld op 30 maart 2006. GNEM had bezwaar gemaakt tegen de boete, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de minister op 26 april 2007.

De rechtbank oordeelde dat GNEM als werkgever kan worden aangemerkt, ondanks het feit dat de werkzaamheden waren uitbesteed aan hoofdaannemer Volker Stevin Telecom B.V. en dat er gebruik was gemaakt van een turnkey-overeenkomst. De rechtbank benadrukte dat het gebruik van een turnkey-overeenkomst GNEM niet ontsloeg van haar verantwoordelijkheid om te controleren of de voorschriften van de Wav werden nageleefd. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd vastgesteld dat meerdere personen als werkgever kunnen worden aangemerkt en dat zij elk verantwoordelijk zijn voor het naleven van de wet.

De rechtbank concludeerde dat GNEM niet had aangetoond dat zij de identiteit van de vreemdeling had vastgesteld aan de hand van een geldig identiteitsdocument, wat wel op haar weg had gelegen. Daarom was de rechtbank van oordeel dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat de omstandigheden die GNEM had aangevoerd niet voldoende waren om van het opleggen van de boete af te zien of deze te matigen. De rechtbank verklaarde het beroep van GNEM ongegrond en bevestigde de beslissing van de minister.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector bestuursrecht
Registratienummer: 07 / 507 BESLU AQ1 A
uitspraak van de enkelvoudige kamer
in het geschil tussen:
Glasvezel Netwerk Exploitatie Maatschappij (GNEM) B.V.,
gevestigd te Rijssen, eiseres,
gemachtigde: mr. G.A. de Bie,
en
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
verweerder.
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder d.d. 26 april 2007.
2. Procesverloop
Bij besluit van 28 november 2006 heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete van EUR 9.500,-- opgelegd in verband met de op 30 maart 2006 door de Arbeidsinspectie geconstateerde overtredingen van artikel 2, eerste lid, en artikel 15, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav).
Tegen deze boeteoplegging is namens eiseres bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit van 26 april 2007 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het besluit van 28 november 2006 ongewijzigd gehandhaafd.
Blijkens het beroepschrift kan eiseres zich niet met dit besluit verenigen.
Verweerder heeft op 10 mei 2007 een verweerschrift ingediend.
Het beroep is, gevoegd met het beroep van eiseres met nummer 07/543, behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 9 november 2007, waar voor eiseres is verschenen mr. G.A. de Bie, voornoemd, terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door mr. S. Smit, werkzaam bij verweerders ministerie.
3. Overwegingen
In geschil is of verweerder op goede gronden heeft besloten aan eiseres een bestuurlijke boete op te leggen ter zake van door de Arbeidsinspectie geconstateerde overtredingen van artikel 2, eerste lid, en artikel 15, tweede lid, van de Wav. Daarbij gaat het primair om de vraag of eiseres als werkgever in de zin van die wet kan worden aangemerkt nu sprake is van werkzaamheden die in opdracht van eiseres zijn verricht op basis van een zogenoemde turnkey-overeenkomst. Subsidiair stelt eiseres dat de geconstateerde overtredingen haar niet althans niet volledig kunnen worden toegerekend, omdat zij de opdracht volledig heeft uitbesteed aan hoofdaannemer Volker Stevin Telecom B.V. en daardoor niet betrokken is geweest bij de feitelijke werkzaamheden. De hoogte van de boetebedragen op zich wordt door eiseres niet betwist.
De rechtbank overweegt het volgende.
Artikel 2, eerste lid, van de Wav bepaalt dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder een tewerkstellingsvergunning.
Ingevolge artikel 15, tweede en derde lid, van de Wav (kort gezegd en voor zover hier van belang) dient de werkgever bij wie de feitelijke arbeid wordt verricht de identiteit van de vreemdeling vast te stellen aan de hand van een afschrift van een geldig identiteitsdocument, welk afschrift deze werkgever bij aanvang van de werkzaamheden heeft ontvangen van de werkgever bij wie niet de feitelijke arbeid wordt verricht, en dient hij voornoemd afschrift vervolgens op te nemen in zijn administratie.
Artikel 18 van de Wav bepaalt dat het niet naleven van het bepaalde in de artikelen 2 en 15 van de Wav als beboetbare feiten worden aangemerkt.
Ingevolge artikel 19a, eerste lid, van de Wav legt een daartoe door de minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar namens hem de boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het naleven daarvan is aangeduid als een beboetbaar feit. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de ter zake van deze wet beboetbare feiten gelden ten opzichte van elk persoon, met of ten aanzien van wie een beboetbaar feit is begaan.
Tussen partijen is niet in geding dat een persoon met de Turkse nationaliteit op 30 maart 2006 op de locatie Kuipers-Rietbergstraat ter hoogte van nummer 3 te Leiden werkzaamheden in opdracht van eiseres heeft verricht, bestaande uit het leggen van een glasvezelkabel, zonder dat ten behoeve van hen een tewerkstellingsvergunning is afgegeven, terwijl dat voor deze persoon wel is vereist. Het glasvezelnetwerk werd door hoofdaannemer Volker Stevin Telecom B.V. aangelegd in opdracht van eiseres. Evenmin is in geschil dat eiseres van voornoemde Turkse persoon, vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, niet de identiteit heeft vastgesteld aan de hand van de afschriften van zijn identiteitsdocument.
Eiseres stelt - kort samengevat - dat zij ten aanzien van de geconstateerde overtredingen niet als werkgever in de zin van de Wav kan worden aangemerkt nu gebruik is gemaakt van een zogenoemde turnkey-overeenkomst, waarbij de opdracht geheel is uitbesteed aan hoofdaannemer Volker Stevin Telecom B.V. die de werkzaamheden op haar beurt weer heeft uitbesteed aan onderaannemers. Dienaangaande merkt de rechtbank het volgende op.
Zoals de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) heeft overwogen in haar uitspraak van 21 maart 2007 in zaak no. 200606955/1, gepubliceerd in JV 2007/184, en 3 oktober 2007, LJN: BB4694, kunnen ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, van de Wav, meerdere personen dezelfde vreemdelingen dezelfde arbeid laten verrichten en derhalve ieder voor zich worden aangemerkt als werkgever en kan voorts, ingevolge artikel 2, in samenhang met de artikelen 18 en 19a, eerste lid van deze wet, elk van hen een boete worden opgelegd, ingeval geen van hen voor deze arbeid over een tewerkstellingsvergunning beschikt. De rechtbank is derhalve van oordeel dat zowel eiseres als Volker Stevin Telecom B.V. en haar (onder)aannemers als werkgever in de zin van de Wav zijn aan te merken en dat verweerder mitsdien bevoegd was aan ieder van hen, dus ook aan eiseres, een boete op te leggen.
Het feit dat bij de opdracht die eiseres aan hoofdaannemer Volker Stevin Telecom B.V. heeft verstrekt voor het leggen van glasvezelkabel ten behoeve van een glasvezelnetwerk gebruik is gemaakt van een turnkey-overeenkomst doet dan ook niet af aan het feit dat eiseres ook bij een dergelijk contract de feitelijke (inhurende) werkgever is en daarmee vergunningplichtig in de zin van de Wav.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen aanleiding om te oordelen dat eiseres de onderhavige overtredingen niet volledig kunnen worden toegerekend. Het feit dat gebruik is gemaakt van een turnkey-overeenkomst ontslaat eiseres niet van de eigen verantwoorde-lijkheid, als werkgever in het kader van de Wav, om bij aanvang van de werkzaamheden zelf na te gaan of de voorschriften van die wet worden nageleefd en de identiteit van de vreemdelingen aan de hand van originele identiteitsdocumenten ook zelf te controleren. De rechtbank verwijst hierbij naar de uitspraak van de ABRS van 22 maart 2006 in zaak no.200509111/, gepubliceerd in AB 2006, 133. Uit het door inspecteurs van de Arbeidsinspectie op ambtseed opgemaakte boeterapport blijkt niet dat eiseres bij aanvang van de werkzaamheden de identiteit van de vreemdeling aan de hand van een geldig identiteitsdocument heeft vastgesteld en een afschrift daarvan in de administratie heeft opgenomen, hetgeen wel op haar weg had gelegen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder aan eiseres de overtredingen mocht toerekenen en dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet zodanig bijzonder zijn dat verweerder op grond daarvan van het opleggen van een boete had moeten afzien of de opgelegde boete had moeten matigen.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder het boetebesluit bij het bestreden besluit op goede gronden heeft gehandhaafd. Voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb bestaat geen aanleiding.
Beslist wordt derhalve als volgt:
4. Beslissing
De Rechtbank Almelo,
Recht doende:
verklaart het beroep ongegrond.
Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken na verzending hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag.
Aldus gegeven door mr. W.M.B. Elferink, in tegenwoordigheid van G. Kootstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2007
Afschrift verzonden op
PA