ECLI:NL:RBALM:2007:BB3738
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Rikken
- A. Lorist
- D. de Jong
- Rechtspraak.nl
Grootschalige fruitfraude en niet-ontvankelijkheidsverweer in faillissementszaak
Op 18 september 2007 deed de Rechtbank Almelo uitspraak in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij grootschalige fruitfraude. De verdachte, die in staat van faillissement was verklaard, werd beschuldigd van het niet verantwoorden van baten en het onttrekken van goederen aan de boedel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde en dat er sprake was van bedrieglijke bankbreuk. De verdediging voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk was in de strafvervolging, omdat documenten die verplicht waren overgelegd in het kader van de faillissementswetgeving onterecht waren gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat er geen bewijs was dat de verklaringen onder dwang waren afgelegd. De rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in haar strafvordering.
De rechtbank achtte niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte deel uitmaakte van een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en haar gezin handelden vanuit een situatie van financiële nood, zonder dat er sprake was van een georganiseerde misdaadstructuur. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, die voorwaardelijk werd uitgesproken, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 180 uren opgelegd. De rechtbank hield rekening met de psychologische rapporten die wezen op de zwakbegaafdheid van de verdachte en de impact van de strafbare feiten op haar gezin. De vorderingen van benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.