2.1 In deze zaak staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of blijkend uit niet betwiste producties thans al het navolgende vast.
2.2 Op 5 oktober 1989 heeft de Staat der Nederlanden (Staatsbosbeheer) aan N.W.H. V en J.P. P in erfpacht gegeven:
“de woning genaamd ‘A’, bestaande uit een woonboerderij, een stenen schuur, een houten schuur, een bakhuis met oven alsmede erf en tuin, plaatselijk bekend xxweg 76 te X (…) ter gezamenlijke grootte van circa vijf en zestig aren”.
De betreffende leveringsakte vermeldt tevens:
“De opstallen zijn en blijven eigendom van de Staat. De waarde van de opstallen is door de erfpachter niet vergoed”.
2.3 Per 1 januari 1992 heeft de Staat verder aan V en P percelen bestaande uit boomgaard en grasland, tot een grootte van 0.47.10 ha in erfpacht gegeven. Deze percelen liggen in de omgeving van de hiervoor genoemde woning ‘A’. Het erfpachtrecht is geleverd bij akte van 29 juni 1995.
2.4 Op enig moment is H. Z getreden in de rechten van V en P. Rabobank heeft aan Z leningen verstrekt tot een totaal van ƒ 1.025.000,-- (€ 465.124,12). Als zekerheid hiervoor heeft Z ten behoeve van Rabobank een tweetal rechten van hypotheek gevestigd op de genoemde erfpachtrechten.
2.5 Z heeft op 12 september 2000 aan X opdracht gegeven het erfpachtrecht te taxeren. De taxatie is uitgevoerd door E.W. X (eiser sub 2). Deze heeft de feitelijke situatie opgenomen op 13 september 2000 en op dezelfde dag een rapport opgesteld. Dit taxatierapport luidt onder andere:
“ONROEREND GOED
Soort en plaatselijke omschrijving
Het erfpachtsrecht betreffende de hoeve genaamd ‘A’ bestaande uit een woonboerderij, met stenen schuur, een houten schuur een bakhuis met oven alsmede erf en tuin plaatselijk bekend xxWEG 76 te X alsmede een aansluitend in erfpacht uitgegeven boomgaard en grasland.
Kadastrale gegevens; bron:
Kadastraal bekend gemeente X (…) alle gedeeltelijk ter grootte van 6500 m2 Boomgaard en grasland (…) ter grootte van 4710 [m2] Alsmede een perceel bosgrond ter grootte van pl.m. 2500 m2
(…)
Eigen grond of erfpacht (eventueel opstalrecht; beklemrecht e.d. ook vermelden): ONDER ERFPACHT
(…)
Bij erfpacht
1. eeuwigdurend, voortdurend of tijdelijk: tijdelijk zie nadere toelichting
2. einddatum lopende erfpachtperiode: 23-09-2064 zie nadere toelichting
3. vaste of variabele canon: variabele canon zie nadere toelichting
4. hoogte canon: zie nadere toelichting
5. bron: opdrachtgever
(…)
DOEL
1. verkrijgen van financiering bij/door: OPDRACHTGEVER
(…)
WAARDE(N) PER OPNAME-DATUM
1. Onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik: ƒ 2.200.000,-
(…)
2. Executiewaarde bij eigen gebruik: ƒ 2.000.000,-
(…)
G. NADERE MEDEDELINGEN
MET BETREKKING TOT HET ERFPACHTRECHT HEEFT ONDERGETEKENDE DE VOLGENDE INLICHTINGEN VAN OPDRACHTGEVER GEKREGEN: DE ERFPACHTCANON BEDRAAGT PER JAAR 12 X F.1250 PLUS F.1050 HET GEBRUIK VAN DE PL.M. 2500M2 BOSGROND IS OM NIET. PER 6 SEPTEMBER 2000 IS EEN VERZOEK INGEDIEND BIJ STAATSBOSBEHEER OM HET ERFPACHTRECHT MET 99 JAREN TE VERLENGEN DUS TOT 23 SEPTEMBER 2163 DE ERFPACHTSKANON WORDT JAARLIJKS AANGEPAST MET HET PRIJSINDEXCIJFER PLUS 1 %.”
2.6 Mede op basis van dit taxatierapport heeft Rabobank aan Z een aanvullende lening verstrekt van ƒ 150.000,-- (€ 68.067,03). Ter zekerheid van deze lening is een derde recht van hypotheek gevestigd op de erfpachtrechten.
2.7 Z is vervolgens in financiële problemen gekomen, waardoor hij de leningen van Rabobank niet meer kon afbetalen. Ter voorkoming van executie van de hypotheek door Rabobank heeft Z de erfpachtrechten in januari 2006 onderhands verkocht voor € 450.000,--. Daarmee kon de schuld aan Rabobank waarvoor het derde recht van hypotheek was verstrekt in het geheel niet worden afgelost.