ECLI:NL:RBALM:2007:BA4406
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen studiefinanciering en OV-schuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo geoordeeld over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar dat door eiser was ingediend tegen een besluit van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep. Het primaire besluit, dat op 3 juni 2006 was genomen, betrof de toekenning van studiefinanciering aan eiser, waarbij werd vastgesteld dat hij teveel toelage had ontvangen, wat resulteerde in een kortlopende OV-schuld van € 476,00. Eiser diende zijn bezwaarschrift op 14 augustus 2006 in, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend, en de vraag was of eiser in verzuim was geweest.
Eiser voerde aan dat hij door het overlijden van zijn oma op 4 juni 2006 niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank erkende dat dit een emotioneel zware periode voor eiser was, maar oordeelde dat dit geen grond vormde om de overschrijding van de bezwaartermijn als verschoonbaar te beschouwen. Eiser had maatregelen moeten treffen om zijn post af te handelen, en de rechtbank concludeerde dat de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiser ongegrond was, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. van Breda en openbaar uitgesproken op 19 april 2007, met mr. M.H. Dijkman als griffier.