ECLI:NL:RBALM:2006:AW1743
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.M.B. Elferink
- R.J. Jue
- H. van Ommeren
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van disciplinaire maatregelen tegen ambtenaar wegens plichtsverzuim
In deze zaak staat de vraag centraal of het besluit van 17 januari 2005, waarbij eiseres een disciplinaire straf is opgelegd, in stand kan blijven. Eiseres, werkzaam bij de gemeente [gemeente] sinds 1992, is beschuldigd van ernstig plichtsverzuim na geconstateerde onregelmatigheden bij de verwerking van financiële transacties. De gemeentesecretaris heeft op 10 maart 2004 twee medewerkers geschorst, waarna eiseres betrokken raakte bij een bijeenkomst die mogelijk de integriteit van de financiële processen in gevaar bracht. Eiseres heeft op 15 maart 2004 een verklaring afgelegd over een betaling die zij had gedaan, en later werd zij geconfronteerd met beschuldigingen van het aanwenden van gelden uit een kas voor ongeoorloofde doeleinden.
De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure zorgvuldig bekeken. Eiseres heeft betoogd dat zij te goeder trouw handelde en niet op de hoogte was van de onregelmatigheden. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende bewijs heeft geleverd dat eiseres op de hoogte was van de wijze waarop de kas werd gevuld. De rechtbank concludeert dat het aan eiseres ten laste gelegde niet kan leiden tot de conclusie dat er sprake is van plichtsverzuim. Het bestreden besluit wordt vernietigd, en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige besluitvorming door bestuursorganen en de noodzaak om voldoende bewijs te leveren voor beschuldigingen van plichtsverzuim. De rechtbank stelt dat de disciplinaire maatregelen niet gerechtvaardigd zijn, gezien het gebrek aan bewijs dat eiseres op de hoogte was van de onregelmatigheden.