ECLI:NL:RBALM:2005:AU6149

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
18 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
65600 ha za 04-708
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake Dexia-zaak en betalingsverplichting van gedaagde

In de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en de gedaagde, die woonachtig is in Enschede, heeft de rechtbank Almelo op 18 mei 2005 een vonnis uitgesproken. Dexia, vertegenwoordigd door procureur mr. P.C. Kleyn van Willigen en advocaat mr. S. Meeuwsen, heeft de gedaagde aangeklaagd voor een betalingsverplichting voortvloeiend uit een aandelenleaseovereenkomst. Na een tussenvonnis op 22 december 2004, waarin reeds enkele overwegingen zijn gemaakt, hebben beide partijen aanvullende aktes ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een schikking is overeengekomen tussen de partijen, en Dexia heeft verzocht om deze schikking in een proces-verbaal vast te leggen of om een vonnis uit te spreken.

De rechtbank heeft in haar vonnis de schikkingsovereenkomst, gedateerd 11 februari 2005, aan het vonnis gehecht en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.672,14 aan Dexia. Dit bedrag dient in twee termijnen te worden voldaan: € 2.000,-- voor 1 augustus 2005 en € 3.672,14 voor 1 november 2005. De rechtbank heeft bepaald dat, indien de gedaagde niet of niet tijdig aan deze betalingsverplichting voldoet, het restant bedrag onmiddellijk opeisbaar zal zijn. Daarnaast zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
zaaknummer: 65600 ha za 04-708
datum vonnis: 18 mei 2005
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
De naamloze vennootschap
Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verder te noemen Dexia,
procureur: mr P.C. Kleyn van Willigen
advocaat: mr S. Meeuwsen te Gorinchem,
tegen
[Gedaagde],
wonende te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen [Gedaagde],
procureur: mr J.A. Holsbrink.
Het procesverloop
Na de uitspraak van het tussenvonnis van 22 december 2004 heeft [Gedaagde] een akte tot overlegging van een productie genomen, Dexia een akte houdende overlegging schikkingsovereenkomst en [Gedaagde] een akte houdende uitlating daaromtrent.
Vervolgens hebben partijen wederom vonnis verzocht.
De verdere beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1.1 De rechtbank herhaalt hetgeen in het tussenvonnis van 22 december 2004 omtrent de hoofdzaak is overwogen.
1.2 Blijkens de gewisselde aktes is tussen partijen een schikking overeengekomen en wordt de rechtbank verzocht die primair in een proces-verbaal in executoriale vorm dan wel uit te spreken vonnis op te nemen, meer subsidiair de zaak op de parkeerrol te plaatsen.
1.3 Bij gebreke van een zitting is vastlegging in een proces-verbaal niet mogelijk en zal de rechtbank de regeling in dit uit te spreken vonnis opnemen.
2.1 De rechtbank hecht de schikkingsovereenkomst gedateerd 11 februari 2005 aan dit vonnis en zal dienovereenkomstig recht doen.
De beslissing
De rechtbank:
I. Veroordeelt [Gedaagde] tot betaling aan Dexia van een bedrag van € 5.672,14 (vijfduizend-zeshonderdtweeenzeventig EURO 14/100), te voldoen in twee termijnen van € 2.000,-- voor 1 augustus 2005 respectievelijk € 3.672,14 voor 1 november 2005.
II. Voorzover [Gedaagde] niet of niet tijdig zal voldoen aan de hiervoor uitgesproken betalingsverplichting(en), wordt het restant terstond en in zijn geheel opeisbaar.
III. De proceskosten worden gecompenseerd, des dat iedere partij de hare drage.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr J.H. van der Veer en op 18 mei 2005 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.