ECLI:NL:RBALM:2005:AU6144

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
64690 ha za 04/559
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de overeenkomst Triple Effect Vooruitbetaling tussen Dexia Bank Nederland N.V. en gedaagde

In deze zaak heeft Dexia Bank Nederland N.V. (hierna: Dexia) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een overeenkomst genaamd Triple Effect Vooruitbetaling had gesloten met Dexia's rechtsvoorgangster, Bank Labouchere N.V. De overeenkomst, gedateerd 7 juni 2000, had een looptijd van 36 maanden. Kort voor het verstrijken van deze termijn heeft de gedaagde een aanbod tot verlenging van de overeenkomst aanvaard. Dexia heeft echter gehandeld alsof de overeenkomst was geëindigd en heeft een eindafrekening van € 12.060,-- aan de gedaagde gezonden, vermeerderd met rente en kosten, in totaal € 13.294,69. De gedaagde heeft betwist dat hij in verzuim is geraakt en heeft aangevoerd dat hij niet gehouden is tot betaling van de vordering van Dexia.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de gang van zaken rondom de overeenkomst en de verlenging daarvan. Om deze onduidelijkheid te verhelderen, heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast. Tijdens deze comparitie moeten beide partijen in persoon of deugdelijk vertegenwoordigd verschijnen om inlichtingen te verstrekken en te proberen tot een oplossing te komen. De rechtbank heeft ook bepaald dat Dexia ervoor moet zorgen dat de gedaagde tijdig op de hoogte wordt gesteld van de verhinderdata en dat relevante stukken tijdig worden overgelegd.

Het vonnis is uitgesproken door mr. J.H. van der Veer op 16 februari 2005 in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft verdere beslissingen aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan en dat er verdere stappen zullen volgen na de comparitie.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
zaaknummer: 64690 ha za 04/559
datum uitspraak vonnis: 16 februari 2005
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verder te noemen: Dexia,
procureur: mr J. Vestering,
advocaat: mr H. Post te Helmond,
en
[Gedaagde],
wonende te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen: [Gedaagde],
procureur: mr J.J.G. Pieper.
Het procesverloop
Dexia heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. [Gedaagde] heeft geconcludeerd voor antwoord.
Na conclusie van repliek zijdens Dexia en dupliek zijdens [Gedaagde] hebben partijen vonnis verzocht.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
De feiten
1. Vast staat dat [Gedaagde] met Dexia althans haar rechtsvoorgangster Bank Labouchere N.V. een overeenkomst genaamd Triple Effect Vooruitbetaling onder contractnummer 51880387 gedateerd 7 juni 2000 heeft gesloten.
De overeenkomst had een looptijd van 36 maanden.
2. Kort voordat de duur van de overeenkomst was verstreken heeft [Gedaagde] het “Dexia –Aanbod” houdende voortzetting/verlenging van de overeenkomst op zekere wijze, aanvaard.
3. Desondanks heeft Dexia gehandeld alsof de overeenkomst met [Gedaagde] door het verstrijken van de oorspronkelijk overeengekomen 36 maanden was geëindigd en na liquidatie/verkoop van de effecten een eindafrekening van € 12.060,-- aan [Gedaagde] gezonden om dit bedrag verhoogd met contractuele rente, buitengerechtelijke incassokosten en BTW daarover, derhalve in totaal € 13.294,69 thans in deze procedure te vorderen.
Het verweer
4. [Gedaagde] stelt vanwege de door hem aangegane verlenging niet in verzuim te zijn geraakt, evenmin terzake in gebreke te zijn gesteld en dienvolgens niet gehouden te zijn de restvordering van Dexia noch de daarbij gevorderde buitengerechtelijke kosten of rente te voldoen.
De beoordeling
5. Dexia beroept zich deels op niet overgelegde correspondentie (dagvaarding onder 5).
Mede daarom zal de rechtbank comparitie van partijen gelasten om omtrent die door partijen
verschillend beoordeelde gang van zaken inlichtingen te verstrekken en een vereniging te
beproeven.
De beslissing
De rechtbank:
I. Gelast partijen in persoon althans deugdelijk vertegenwoordigd op een nader te bepalen dag en uur te verschijnen in het gerechtsgebouw te Almelo, voor mr. Van der Veer om inlichtingen te verstrekken en een vereniging te beproeven.
II. Verwijst de zaak naar de civiele rolzitting van woensdag 2 maart 2005 voor dagbepaling comparitie en draagt Dexia op om ervoor zorg te dragen dat uiterlijk de vrijdag voordien schriftelijk bericht ter griffie is ontvangen betreffende de verhinderdata van beide partijen.
III. Draagt partijen op om ervoor zorg te dragen dat de ter gelegenheid van de comparitie over te leggen stukken uiterlijk 14 dagen voor de comparitiedatum in fotokopie aan de advocaat van de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank zijn toegestuurd.
IV. Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer en op 16 februari 2005 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.