ECLI:NL:RBALM:2005:AT8217
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de in bezwaar gehandhaafde reguliere bouwvergunning voor verbouwing woning en wijziging berging
In deze uitspraak van de Rechtbank Almelo wordt de rechtmatigheid van een reguliere bouwvergunning voor het verbouwen van een woning en het wijzigen van een berging beoordeeld. De zaak betreft een aanvraag van 1 juli 2003 voor een bouwvergunning, die op 24 juli 2003 werd verleend na een positief advies van de Overijsselse welstandscommissie. Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit, waarna verweerder op 1 juni 2004 het bezwaar ongegrond verklaarde en de vergunning handhaafde. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank onderzoekt of het besluit van 1 juni 2004 in stand kan blijven. Eiser stelt dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand, en verwijst naar een welstandsadvies van 16 oktober 2003. Verweerder daarentegen baseert zijn besluit op een eerder welstandsadvies van 15 juli 2003. De rechtbank concludeert dat verweerder in bezwaar zijn standpunt heeft herzien en het advies van 16 oktober 2003 terzijde heeft gelegd. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont, omdat verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd waarom hij het welstandsadvies van 15 juli 2003 aan zijn besluitvorming ten grondslag heeft gelegd.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen ervan in stand, omdat verweerder na het bestreden besluit een nieuw positief welstandsadvies heeft ontvangen van de welstandscommissie. De rechtbank oordeelt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand kunnen blijven, en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 juni 2005, en tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.