ECLI:NL:RBALM:2005:AT2453
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van uitkering op grond van de Werkloosheidswet en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo geoordeeld over de intrekking van een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen aan eiser. De verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had op 29 september 2003 besloten om de uitkering van eiser, die met ingang van 24 juli 2001 was verleend, per 1 april 2002 in te trekken. Tevens werd een bedrag van € 12.747,68 teruggevorderd. Eiser maakte bezwaar tegen deze besluiten, waarop verweerder op 28 januari 2004 het bezwaar gegrond verklaarde, maar niet volledig besliste.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in zijn beslissing op bezwaar niet in volle omvang heeft beslist op de bezwaren van eiser. Dit was in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die vereist dat bij een gegrondverklaring van een bezwaar het bestuursorgaan het bestreden besluit heroverweegt en zo nodig herroept. De rechtbank oordeelde dat de handelswijze van verweerder niet in overeenstemming was met de wet, en heeft het bestreden besluit vernietigd. Verweerder werd opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiser.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 11,06, en diende verweerder ook het griffierecht van € 31,- aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 maart 2005, en tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.